De ziekte van Alzheimer - Klinisch en neuropsychologisch beeld van de ziekte van Alzheimer - Neuropsychologische kenmerken
10 belangrijke vragen over De ziekte van Alzheimer - Klinisch en neuropsychologisch beeld van de ziekte van Alzheimer - Neuropsychologische kenmerken
Waarom is neuropsychologisch onderzoek essentieel bij de diagnostiek van de ziekte van Alzheimer?
Welke symptomen treden er op in een vroeg stadium van Alzheimer?
- Geheugenstoornissen (vooral in het begin anterograde amnesie)
- Verminderd oriëntatievermogen
- Taalproblemen (problemen met benoeming en tekorten in de categoriegebonden woordvlotheid), komt door een geleidelijke afname van semantische kennis en relaties
- Problemen in executieve functies en aandacht
- Apraxie
- Visuoperceptuele stoornissen (visueel-ruimtelijke perceptie: kunnen zien waar iets is, en visuele vorm- en objectherkenning: kunnen zien wat iets is)
Welke geheugenstoornissen zijn typerend voor Alzheimer?
- Vroeg stadium: anterograde episodische geheugenstoornis
- door ineffectieve consolidatie
- Later stadium: retrograde geheugenstoornis (episodisch of semantisch)
Testen:
- uitgestelde herinnering (bijvoorbeeld 15 Woordentest)
- krantenberichten/verhaaltjes
- visuele associaties (visuele associatie test)
- non-verbaal visueel materiaal (complexe figuur van Rey)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke amnesie ontwikkelt zich het eerst bij dementie?
Welke taalproblemen zijn passend bij Alzheimer?
- Benoemingsproblemen
- Tekorten in woordvlotheid (fluency)
Onderliggend proces: afname van semantische kennis en relaties
NB: syntaxis en lexicale structuur blijven relatief behouden
Welke stoornissen komen er naast de geheugenstoornis nog meer voor in de beginfase van Alzheimer?
- taalstoornissen: benoemingsproblemen, tekorten in categoriegebonden woordvlotheid (onderliggen proces = geleidelijke afname van semantische kennis en relaties)
- stoornissen in het verdelen en wisselen van aandacht
Welke stoornissen ontstaan vaak in een later stadium van Alzheimer?
- afname van vermogen om te plannen
- toenemende perseveraties en intrusies in spraak en handelen, als gevolg van tekort in uitvoerende controlefuncties
- apraxie
- visuoperceptuele stoornissen, zowel ruimtelijke als vorm- en objectherkenning
- retrograde geheugenstoornis
Hoe komt het dat stoornissen in perceptie en praxis moeilijk uit elkaar te halen zijn?
Taak doet beroep op zowel visuoconstructieve vaardigheden als op uitvoerende controlefuncties
Waar is atrofie al vroeg aanwezig?
Wat is de gevoeligste maat voor detectie cognitieve achteruitgang?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden