Visuele waarneming - Stoornissen in de visuele waarneming

11 belangrijke vragen over Visuele waarneming - Stoornissen in de visuele waarneming

Hoe kunnen de visuele problemen na beschadiging van de cortex globaal worden ingedeeld?

  • Visueel-veldefecten
  • Lagere-ordestoornissen ->
  • Hogere-ordestoornissen -> Beschadiging in gebieden buiten de primaire visuele cortex

Welk onderscheid moet er worden gemaakt bij visuele stoornissen?

Een onderscheid tussen lagere orde stoornissen en hogere orde stoornissen. Lagere orde stoornissen heeft vaak de term anopsie en een hogere orde stoornis wordt ook wel een agnosie genoemd.

Wat is een lagere orde stoornis?

Worden ook wel elementaire visuele stoornissen genoemd of stoornissen in de primaire verwerking. Heeft vaak de term anopsie in de naam. Zijn de stoornissen die optreden op een niveau voorafgaan aan de figuur-achtergronddiscriminatie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn lagere-orde en hogere-orde visuele stoornissen?

  • Lagere orde - elementaire visuele stoornissen
    • anopsie
    • op functioneel niveau voorafgaand aan figuur-achtergrond-discriminatie
  • Hogere orde - cognitieve visuele stoofnissen
    • agnosie
    • niet toe te schrijven aan problemen met gezichtsscherpte, hemianopsie, lagere-orde stoornissen of geheugenproblemen

Wat zijn hogere orde stoornissen?

Cognitieve visuele stoornissen agv beschadigingen in gebieden buiten de primaire visuele cortex. Worden vaak agnosieën genoemd. Lissauer maakt onderscheid tussen apperceptieve agnosieen (percept zelf komt niet goed tot stand) en associatieve agnosieen ( percept komt tot stand, maar het associeren met de opgeslagen kennis over het object faalt). Binnen deze twee klassen een groot aantal verschillende vormen van agnosieen. Belangrijk kenmerk is dat de herkenningsproblemen niet toegeschreven kunnen worden aan verlaagde gezichtsscherpte hemianopsie, lagere-orde stoornissen in de visuele waarneming of geheugenproblemen.

Om welke redenen kunnen visuele stoornissen ook worden begrepen vanuit wat- en waar-routes?

  1. Hersenbeschadigingen houden zich niet aan grenzen tussen visuele regio's
  2. CVA's zijn vaak eenzijdig
  3. Stoornis in primaire verwerking heeft ook effect op hogere-orde-verwerking

Wat is een van de belangrijkste kenmereken van een visuele agnosie?

Dat de herkenningsproblemen niet kunnen worden toegeschreven aan:
  • verlaagde gezichtsscherpte
  • hemianopsie
  • lagere orde-stoornissen in de visuele waarneming
          - zoals stoornissen in de vorm- en orientatiediscriminatie, kleur en/of
             bewegingswaarneming of aan geheugenproblemen

Wat is gezichtsscherpte of Visus?

Maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden. (letterkaarten, symboolkaarten, plaatjes om vast te stellen oa Snellenkaart). Formule V =d/D wordt gebruikt. D = afstand onderzochte persoon tot de letterkaart en D = afstand die iemand met normale gezichtsscherpte nodig heeft om een letter of symbool nog te herkennen. 0,3 of minder is slechtziend. 0,1 = blindheid.

Wat is cerebrale achromatopsie?

Gestoorde kleurwaarneming agv hersenbeschadiging. Is meestal het gevolg van een beschadiging van de mediale occipito-temporale gebieden (V4) in beide hersenhelften. Als 1 hersenhelft beschadigd is vindt de achromatopsie ook in 1 kant van het gezichtsveld plaats. Patienten zien alleen grijstinten of flets. Verschillende golflengten worden nog wel gedetecteerd door kegeltjes in de retina , maar in de hersenen worden deze niet meer verwerkt, daardoor is er geen kleurervaring. Gaat vaak samen met visueel-velddefecten en problemen met het herkennen en identificeren van gezichten (prosopagnosie).

Wat is akinetopsie of bewegingsblindheid?

Als visuele waarneming intact is, maar patient heeft problemen om beweging van voorwerpen waar te nemen. Deze aandoening is zeldzaam.

Wat is de gezichtsscherpte of visus?

Een maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden. Het vaststellen gebeurt als volgt:
  • V= d/D
    • d= afstand van de onderzocht persoon tot aan de letterkaart
    • D afstand die iemand met een normale gezichtsscherpte nodig heeft om een letter of symbool nog te herkennen.

In Nederland gemeten mbv de Snellenkaart.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo