Intracraniale en extracraniale tumoren bij volwassenen - Intracraniale tumoren

6 belangrijke vragen over Intracraniale en extracraniale tumoren bij volwassenen - Intracraniale tumoren

Waaronder zijn intracraniale tumoren te verdelen en waar bestaan ze uit?

  • primaire hersentumoren: ontstaat in hersenweefsel zelf, de hersenzenuwen, de hypofyse of hersenvliezen en meningen.
  • secundaire hersentumoren: metastasen (uitzaaiingen) vanuit primaire tumoren elders in lichaam > ontstaat longcaricnoom (longkanker 75%), mammacarcinoom (borstkanker) of melanoom (huidkanker) > versleping bloedbaan.
  • Primaire versus secundaire tumoren: (incidentie primair: 6 per 100.000, incidentie secundair: 50/70 per 100.000)

Leg verschil uit laag of hooggradig tumor uit

Laag versus hooggradig:
- graad I en II = laagradig
- Graag III en IV = hooggradig

goed- en kwaadaardig wordt bij hersentumoren niet gebruikt   

Prognose
- laaggradig: overleving vna 5 jaar (50%)
- hooggradig: overleving van gemiddeld 12 maanden      

laaggradig wordt vaak hooggradig, termijn waarop dit gebeurt is sterk wisselend

Welke cognitieve stoornissen kunnen het gevolg zijn van een hersentumor?

  • epilepsie door de behandeling (operatie, radiotherapie, chemotherapie etc): vooral bij laaggradige langzaam groeiende glioom (80%)
  • psychische gesteldheid
  • uitval kracht of sensibiliteit
  • verhoogde intracraniale druk (hooggradige tumoren)
  • neurologische uitval (hooggradige tumoren)
  • executieve functie-stoornissen
  • selectieve en verdeelde aandacht stoornis (laaggradige tumoren)
  • preoperatieve stoornissen van geheugen & woordvloeiendheid (oedeemvorming (vochtophoping rondom tumor, groter turmorvolume en hogere tumorgraad
  • Diaschisis: veranderingen van neurotransmitters en beschadiging aanvezelbanen > verstoring neuronale verbindingen in andere gebieden
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke cognitieve stoornissen kan radiotherapie veroorzaken?

radiotherapie = bestraling. Stralingsgrootte wordt meestal boven toxische dosis voor omringende hersengebieden.

gevolg > later radiatieschade aan CZS: kan tot maanden en vele jaren na operatie plaatsvinden
  • lokale radiatienecrose (afsterven van hersenweefsel)
  • diffuse encefalopathie
  • subcorticaal dementieprofiel (12%) > ernstige wittestofawijkingen
  • forse geheugenstoornissen (bij bestraling hoger dan 2Gy)

bij glioom meer focale radiotheroapie en niet meer totale schedel-hersenbestraling > laaggradige-glioompatiënten komen cognitieve stoornissen veel voor, maar niet veroorzaakt door late radiatieschade maar grotere kans bij gehele-hersenen straling

2Gy (hoeveelheid geabsorbeerde stralingsenergie in joule per kg) = 'veilig'  

Leg de behandeling uit van (niet-gliale) hersenmetastasen

hersenmetastasen zijn uitzaaiingen. Radiotherapie is belangrijkste behandeling.
kans op ontwikkeling ernstige late radiatieschade 1,9 en 5,1% > totale-hersenbestraling & > 2 Gy

Bij ouderen is de incidentie hoog (late radiatieschade bij primaire CZS-lymfomen) gekenmerkt voor diffuse encefalopathie > ernstige cognitieve achteruitgang --> komt door leeftijd > 60 > hierdoor radiotherapie minder gebruikt > meer systemische chemotherapie.  (p. 401-402  veel gedetailleerde info ...  Misschien niet zo relevant voor tentame...?)

Welke  medicatie wordt gebruikt om cognitieve stoornissen bij de behandelingen tegen te gaan?

  • Corticosteroïde (dexamethason) gebruikt om intracranailedruk te reduceren. > gevolgen: stemmingsstoornissen, soms psychoses. Maar in meeste gevallen zal door vermindering van het hersenoedeem het cognitief functioneren vaak juist verbeteren

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo