Visuele waarneming - Fysiologische basis van objectwaarneming

17 belangrijke vragen over Visuele waarneming - Fysiologische basis van objectwaarneming

Hoe verloopt de object waarneming van het oog naar de hersenen?

retina-> kegeltjes en staafjes->naar ganglioncellen-> hun axonen zijn de optische zenuw-> optisch chiasma-> NGL nucleus geniculatus lateralis van thalamus->primaire visuele cortex hersenen-> verwerking -> wat route en waar route

kegeltjes:veel licht nodig, kleurwaarneming
staafjes: minder licht nodig, ongevoelig voor kleurwaarneming

ganglioncellen:
magnocellulaire (groot veld, geven info mbt beweging door)
parvocellulaire (klein veld, info over kleuren)

wat route:occipito temporale route-> info uit parvo-cellen->herkenning objecten en personen
waar route: occipito parietale route->info uit magnocellen-> lokalistaie object in de ruimte en aansturing visueel gestuurde bewegingen

Wat is het verschil tussen kegeltjes en staafjes? Noem ook de verschillende soorten kegeltjes.

De kegeltjes en de staafjes zijn de twee typen lichtgevoelige cellen die zich in de retina bevinden:

Kegeltjes hebben veel licht nodig (minder lichtgevoelig) en zijn belangrijk voor kleurwaarneming.
  • Blauwe kegeltjes: korte golflengten
  • Groene kegeltjes: middellange golflengten
  • Rode kegeltjes: lange golflengten

Staafjes zijn lichtgevoeliger en hebben minder licht nodig, maar zijn ongevoelig voor kleurinformatie.

Noem de verwerkingsstadia van het functionele model voor visuele waarneming

1. postsensorische analyse:primaire schets-> info categoriseren obv kleur, vorm, textuur etc.
wet van nabijheid: nabijgelegen eenheden horen bij elkaar
wet van gelijkheid: gelijke kleur/textuur hoort bij elkaar
closure:reconstrueren figuur met min. informatie
2. perceptuele categorisatie: objectconstantie treed op. Ver wegen dichtbij, het is een appel
3 perceptie koppelen aan semantische kennis:naam, functie etc.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar dienen ganglioncellen voor en welke typen zijn betrokken bij het zien?

Ganglioncellen zijn de cellen waaraan de signalen van de kegeltjes en de staafjes worden doorgegeven. Signalen vanuit deze twee typen ganglioncellen blijven in aparte stromen doorlopen naar de cortex. De axonen van de ganglioncellen vormen samen de optische zenuw die visuele informatie via het optisch chiasma naar het cerebrum vervoert.

M-cellen (magnocellulaire) -> Groot receptief veld, vooral informatie met betrekking tot beweging.

P-cellen (parvocellulaire) -> Klein receptief veld, vooral informatie over kleur.

Welke 2 stoornissen zijn er in de visuele waarneming?

lagere orde stoornissen: elementaire of primaire visuele stoornis: voor figuur-achtergrond herkenning: anopsie
hogere orde stoornissen: cognitieve visuele stoornis:door beschadigingen buiten gebied van primaire visuele cortex: agnosie
apperceptieve agnosie:
percept komt niet goed tot stand
associative agnosie:percept wel tot stand maar associëren met opgeslagen kennis faalt

Hoe verloopt de fysiologische route van objectwaarneming?

Het pad vanaf beide ogen naar de hersenen verloopt als volgt:
  1. Ganglioncellen (M- en P-cellen), lopen in aparte stromen naar de cortex.
  2. Optische zenuw (axonen van ganglioncellen)
  3. Optisch chiasma (kruising die zorgt dat info uit de linkerdelen van de retina's (rechtegezichtsveld) in de linker hemisfeer terecht komt en de rechter delen (linker gezichtsveld) in de rechter hemisfeer.
  4. NLG (nucleus geniculatus lateralis) in de thalamus. Verwerking in verschillende lagen.
  5. Via de optische radiatie naar de primaire visuele cortex, striate cortex (V1).

Wat is hemianopsie, kwadtrantanopsie en scotoom?

lagere orde stoornis
hemianopsie:
gezichtsvelduitval voor de helft van het gezichtsveld
kwadrantanopsie: gezichtsvelduitval voor bepaald kwart of kwadrant van gezichtsveld
scotoom:blindheid voor klein deel van half gezichtsveld

gezichtsveld met of zonder maculasparing. met: gezichtsuitval dwars door centrale(macula) gezichtsveld

Waar zijn de gebieden V1 en V2 vooral bij betrokken?

Bevat gespecialiseerde cellen voor oriëntatie, spatiële frequentie, kleur en complexe patronen.

Beschadiging zorgt voor corticale blindheid (zelden/nooit specifieke uitval, dit komt pas bij beschadiging van hogere orde visuele functies).

Wat is bewegingsblindheid of akinetopsie?

patiënt ziet wereld als opeenvolgende stille beelden.
door schade aan posterieur gedeelte parietaal kwabben

Wat is ventraal simultaanagnosie?

hogere orde stoornis
andere naam voor integratieve agnosie
vorm van apperceptieve agnosie: visuele vorm agnosie
zeldzaam
visuele functies intact maar het herkennen, matchen kopiëren of discrimineren van eenvoudige visuele stimuli is gestoord
samenvoegen van onderdelen tot geheel lukt niet

De scheiding tussen de WAT en de WAAR route moet volgens Milner & Goodale wel wat genuanceerd worden. Hoe?

Het is meer een perceptie/actie scheiding.
Dorsale en ventrale stroom verschillen niet m.b.t. stimuluseigenschappen die ze benutten maar m.b.t. het doel waarvoor de visuele informatie gebruikt wordt.

Ventraal: Visuele perceptie & reflectie
Dorsaal: Visuele sturing van doelgerichte acties

Noot: Effect van het voorbeeldonderzoek op het plaatje is ook te vinden in 'normale' mensen (experiment met de stippen: welke is groter, en geef aan hoe groot die is). Context bepaald je perceptie.

Waar zit de hersenbeschadiging bij proposagnosie?

  • occipito-temporale gebied beide hersenhelften
  • speciek FFA:fusiform face area.
  • vaak ook schade in aangrenzende gebieden waardoor problemen met kleurperceptie en objectperceptie

Wat valt er onder visuele hallucinaties en illusies?

visuele illusies: vervormingen
visuele hallucinaties: ->
CBS syndroom van Charles Bonnet:oculaire aandoening. je gaat dingen zien die er niet zijn
syndroom van anton of anosognosie:blind zijn maar dit niet door hebben. zelf hele beelden maken.
palinopsie: bij CVA patiënten: beelden opnieuw zien

Op welke 2 manieren kun je geheugen indelen?

tijd: sensorisch, KTG, LTG
soort info dat opgeslagen wordt:
declaratief geheugen /expliciet:  wat moet ik doen, kun je verbaliseren episodisch  en semantisch
niet-declaratief geheugen/ impliciet: herinneringen die je niet kunt zeggen. weten hoe je iets moet doen

Leg uit hoe werkgeheugen van Baddeley werkt

central executive:-> fonlogische lus (auditieve info) en visueel ruimtelijk kladblok (visuele info). ook episodische buffer allebei de info. soort overloop vat.

Er zijn afgebakende gebieden in de visuele cortex die gespecialiseerd zijn in een bepaald type informatieverwerking. Waar zijn de verschillende gebieden in gespecialiseerd?

  • V3 - vooral betrokken bij de perceptie van vorm
  • V4 - van belang voor de kleurperceptie
  • V5 - heel specifiek betrokken bij de verwerking van  beweging

Welk gebied in de hersenen is actief bij het kijken naar kleur?
En welk gebied is actief bij het kijken naar beweging?

  • Kijken naar kleur:
          - V4 - gesitueerd op de gyrus fusiformis en in mindere mate op de gyrus
             lingualis
  • Kijken naar beweging:
          - V5 - gesitueerd in de overgang tussen de occipitaal- en temporaalkwabben

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo