Taal en epilepsie
38 belangrijke vragen over Taal en epilepsie
Wat zijn de karakteristieken van taal in het algemeen?
oBijna iedereen leert (ongesuperviseerd en grotendeels onafhankelijk van IQ) luisteren en spreken
oIndien een linker hemisferectomie (bijv. vanwege ernstige epilepsie) wordt uitgevoerd voor het 9e levensjaar leert de patient nog steeds redelijk goed spreken (met de rechter hemisfeer)
Zonder supervisie leren, wel in een omgeving zijn waar taal gesproken wordt maar je leert het vanzelf.
Wat zijn de karakteristieken van afasie?
oHet is een chronische situatie met veel effecten
oBijv. +/- 20% van de patienten met een CVA heeft een afasie als reststoornis.
oMomenteel ongeveer 35.000 mensen in NL met afasie.
oStoornis met een grote impact.
oRevalidatie heeft maar een beperkt effect.
Wat is het procesmodel van gesproken taal (decoderen van omgevingsgeluiden)?
- dan een spraakcode (auditief) dit moet worden gesegmenteerd.
- Dan moet je de fonologische verwerking doorgaan. Hiermee kan je woord selecteren en
- die woorden moet je in zinsverband laten leiden tot begrip.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt acoustische agnosie in?
Wat houdt segmenteren in bij gesproken taal?
oAndere clues voor segmentatie: prosodie, ritme, melodie, lettergreepstructuur van taal (woordgrenzen vallen niet in het midden van een lettergreep)
Wat zijn 3 niveaus van fonologisch verwerken en waar leidt dit toe?
oDit leidt tot woordselectie. Vervolgens zinsverwerking op basis van thematische en syntactische analyses (tokentest).
oInteractief proces tussen verschillende niveaus met fonologisch, woordselectie en zinsverwerking. Individuele woorden analyseren en moet leiden tot een hele zin.
Wat houdt Wernickes afasie in?
Waarom is segmentatie bij geschreven taal geen probleem?
oActiviteit is posterieur voor echte woorden lezen.
Wat houdt alexie in en waar in de hersenen zitten de beschadigingen?
beschadiging in de posterieure linkerhemisfeer en corpus callossum.
Wat voor soorten fouten kan iemand met dyslexie maken?
oDiepe fouten: heel ander woord zeggen dan dat er staat: vuurà brand, semantisch komt het overeen.
oVisuele stimuli: of fonologisch of semantische route daarna spreek je het uit. Wanneer semantisch is beschadigd heb je alleen fonologische route en dan weet je niet wat je leest.
Wat zijn de karakteristieken van ontwikkelingsdyslexie?
oLeesachterstand.
oHoge prevalentie (> 10%): epidemie?)
oGerelateerd aan verstoorde fonologisch bewustzijn.
oWellicht meerdere vormen en visual stoornissen kunnen ook een rol spelen.
oIs gerelateerd aan dyscalculie (problemen met rekenen)
Wat houdt dyslexie zonder agrafie in?
Wat betekent parafasieën en welke twee soorten zijn er?
oLexicale parafasieën : woord vervangen door semantisch gerelateerd woord (ik laat de kat uit). Vb van plaatjes van de boston benoemtest
oFonologische parafasieën: verhaspelen van klanken ipv kat , tat.
oNiet- propositionele spraak: betekenisloze spraak
Wat zijn karakteristieken van woordvindingsproblemen?
oBeschadigingen aan het voorste deel van de temporaalkwab kan leiden tot zeer selectieve woorvindingsproblemen
oIn ernstige gevallen kan de patient helemaal geen zelfstandig naamwoorden meer gebruiken en gebruikt alleen nog ‘die’ of ‘dinges’
oPPA: primary progressive aphasia:
§logopenic variant: langzaam praten agv. Woordvindingsproblemen met fonologische fouten. Herhalen van gesproken zinnen is slecht maar van woorden ongestoord.
§Niet-vloeiende agrammatische variant: telegramstijl met lexicale parafasieen: ‘hij’ voor ‘zij’ etc.
Wat zijn de drie stappen van taalproductie?
Stap 2 (formulator): zet de boodschap in de correcte grammaticale en fonologische vorm
Stap 3 (articulator): programmeren van de spraakmotoriek
Wat valt onder stap 1 van taalproductie?
oMacroplanning: communicatie intentie onderverdelen in doelen en subdoelen (wat wil je zeggen)
oMicroplanning: hoe gaan we de boodschap vormgeven (woordkeuze en volgorde)
Wat valt onder stap 2 van taalproductie?
oTijdens de grammatische encodering wordt de structuur van de zin bepaalt, dwz de volgorde van de lemma’s
§Lemma’s zijn opgeslagen representaties van woorden plus de syntactische karakteristieken (gender, woordtype, etc)
oTijdens de fonologische encodering activeert de geselecteerde lemma de juiste ‘lexeme’
§Lexemen zijn de opgeslagen klanken (fonologie) van het woord
§Tip-of-the-tongue
Wat valt onder stap 3 van taalproductie?
oDysartrie
oMonitor-loop via het spraakherkenningssysteem (online verbeteringen)
oOok closed-loop monitoring (covert repairs, stotteren)
Wat heb je vlak na message generator?
Dillemmas zitten opgeslagen in een centraal systeem,
Grammatisch encoding dan fonologisch
Wat voor rol speelt het interne phonetisch plan bij stotteren?
Wat voor rol speelt het externe phonetische plan bij stotteren?
Je hoort jezelf spreken en daardoor kan je jezelf corrigeren en stoppen. Hierbij kan je ook stotteren.
Wat zijn de karakteristieken van Broca's afasie?
oOmdat controle over de eigen spraak nog wel werkt ontstaat haperende zinvolle spraak
oDeze patienten zijn dus niet in staat om spraak goed na te zeggen
oBrocas patienten kunnen goed de taal waarnemen, ze horen hun eigen fouten. Spreken bijna niet. Ze zijn niet goed in staat om woorden na te zeggen
Wat voor soorten melodieën heeft taal?
oProsodie: de emotionele kleuring van de spraak
obij parkinson zakt de melodie weg, zowel klemtoon als naar boven beneden gaan bij vragen.
Wat is het verschil tussen dysartrie en dyspraxie stoornissen in de spraakmotoriek?
oDyspraxie: stoornis in het programmeren van articulatiebewegingen. Effect van woordfrequentie en woordlengte.
Wat is de classificatie voor epilepsie?
Partieel: neuronale activiteit blijft beperkt tot één deel van het brein en de aanval blijft beperkt tot één gedragsfenomeen, zoals een beweging of een sensatie.
Wat voor soorten aanvallen zijn er bij enkelvoudige partiële aanvallen?
oVegetatieve aanval: zweten hartkloppingen etc
oMotorische aanval: een kant van het lichaam, begint bij een lichaamsdeel (bijv een vinger) en marcheert vervolgens over de hand, arm en verder
omilde vorm van epilepsie
Wat is specifiek voor complexe partiele aanvallen?
oVooral temporaalkwab kan het beginnen en kan ook van focaal(partieel) naar gegeneraliseerd gaan. Beeld afhankelijk van de haard.
oKan een generaliseerde aanval worden
§Gegeneraliseerd betekent dat beide helften betrokken zijn bij de aanval.
Gegeneraliseerde aanvallen kunnen leiden tot grand mal, tonisch clonisch, wat houden deze 2 termen in?
otonisch: in een verwrongen houding verstijven
Wat zijn absences? En welke 2 aanvallen vallen hieronder?
oMyoclonische aanval: spieren in armen en/of benen trekken zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. Geen of nauwelijks verlies van bewustzijn.
oAkinetisch aanvallen: plotseling afwezig. heel even dan niet en dan weg. Duurt 30 seconden tot een minuut, naderhand geen herinnering
Welke 2 soorten oorzaken van epilepsie zijn er?
o Idiopatisch: oorzaak is onbekend
Hoe staat de behandeling van epilepsie ervoor?
Wat zijn behandelingen van epilepsie?
oPenfield heeft methode bedacht om de kern van de aanvallen weg te halen: montreal methode. Patient wakker maken tijdens operatie en dan kijken tot waar je het kan wegsnijden
Wat zijn de selectie criteria voor neurochirurgie?
oDuidelijke epilepsiehaard
oEpiletogene zone in niet functionerend corticaal gebied
oVerlies van functie als gevolg van de operatie blijft beperkt
Wat voor problemen hebben mensen die leiden aan epilepsie?
Gaat het cognitief functioneren bij epilepsie achteruit?
Wat zijn de factoren die het cognitief functioneren beïnvloeden?
oDebut-leeftijd
oType epilepsie (simple, complex partial-generalized)
oDuur en ernst van de epileptische aanvallen
oAnti-epileptica
oPsychosociale last
Wat houdt de debut-leeftijd en duur van de epilepsie in?
§Meer problemen met schoolse vaardigheden (vooral rekenen)
§Meer gedragsproblemen
oHemiplegische kinderen: ernstig beschadigd, epilepsie geassocieerd met cognitieve tekorten.
Wat is subklinische activiteit?
Tijdens subklinische activiteit:
oVermindert leren van woordparen
oSlechtere prestaties op leestaken (vooral activiteit in LH)
oVerminderde prestaties op visuospatiele taken tijdens RH activiteit
oVermindering van subklinische activiteit als gevolg van medicatie is wellicht geassocieerd met verbeterde cognitieve prestaties
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden