Samenvatting: Klinische Psychiatrie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Klinische psychiatrie
-
College 1 : Inleiding (DSM-5)
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Psychopathologie kent 2 benaderingswijzen. Welke?
- Symptoombenadering : Benadering vanuit de afzonderlijke ziekteverschijnselen.
- Syndroombenadering : Benadering vanuit een samenhangend geheel van symptomen.
-
Psychopathologie kent 2 typen diagnose. Welke?
Syndroomdiagnose : Is eenbeschrijvende diagnose(wat is het) maar geeft GEEN informatie over hoe de ziekte ontstaat en waarom.Structuurdiagnose : Beschrijfteveneens de symptomen maar geeft ook meer informatie over hoe de ziekte ontstaat en waarom. Over de factoren die :
- Iemand kwetsbaar maken.
- De stoornis uitlokken.
- De ziekte onderhouden.
-
Het BIOPSYCHOSOCIAAL model is een geïntegreerd model dat is opgebouwd uit 3(4) andere modellen. Welke?
- Biologisch model. Ook wel Medisch model genoemd (Disease)
Psychologisch model.(Ilness)- Sociaal model. (ziekterol)
Centraal staat het KWETSBAARHEIDS- STRESSmodel waarmee heel wat psychische aandoeningen verklaard kunnen worden. - Biologisch model. Ook wel Medisch model genoemd (Disease)
-
Omschrijf het Medisch model(benadering)
Het is de medische manier om een Psychiatrische stoornis te benaderen en bestaat uit 4 onderdelen die het ontstaan, de ontwikkeling, het beloop en de behandeling omschrijvenEtiologie (Predispositie ,precipitatie ,perpetuatie ) of anders omschreven: oorzakelijke,uitlokkende en onderhoudende factoren.
Pathogenese (ontwikkeling)- Prognose(natuurlijk beloop)
- Behandeling (preventie en therapie)
-
College 2: Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
AUTONOMIE (Normatief criterium normaliteit)
Kan cliëntautonoom opereren? Normaal wel. -
INTEGRATIE (Normatief criterium normaliteit)
Gaat over de mate waarin gedachten, gevoelens en gedragingen geïntegreerd zijn tot 1 persoonlijkheid.
Bvb. : Wanneer gedachten en gevoelens van elkaar losgekoppeld zijn, is dat niet normaal. -
Wat Is MORBIDITEIT (Epidemologie)?
Hoe vaak komt het ziektebeeld voor in de bevolking?
Uitgedrukt in :INCIDENTIE PREVALENTIE
-
Wat is PREVALENTIE (epidemologie)?
Is het aantal p aandoening personen per bevolkingseenheid (vaak per 1000 of 100.000) dat op enig moment of periode de aandoening heeft.- Puntprevalentie = Op 1 specifiek moment
- Periodeprevalentie = Bnn bepaalde periode.
- Lifetime prevalentie = Tijdens het hele leven.
-
College 3: Neurocognitieve stoornissen
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
NORMALE cognitieve effecten bij veroudering.
Ouder worden heeft normaal een NEGATIEF effect op :- Executieve functies (aandacht, planning, organisatie, ...)
- Episodisch geheugen (oud en nieuwe gebeutenissen)
- Snelheid van de werking van het geheugen)
Ouder worden heeft normaal nauwelijks effect op:- Impliciet (onbewust) geheugen = procedureel geheugen.
- Taalvaardigheden
- Abstract(=logisch)redeneren
- Visueel ruimtelijke vaardigheden
-
MMSE Mini Mental State Examination
Is eenCOGNITIEVE test die het volgendeevalueert :- Oriëntatie (tijd, ruimte
Inprentingsvermogen (gegevens vastleggen in geheugen)- Aandacht en rekenen
- Geheugen
- Taal
Praxiën (handelingen)
Dit isgeen diagnose. Het is eenscreening die men regelmatig kan herhalen om de evolutie van de cognitieve stoornis vast te stellen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden