Psychoanalytische theorieen - de objectrelatiepsychologie - latere objectierelatietheorie

5 belangrijke vragen over Psychoanalytische theorieen - de objectrelatiepsychologie - latere objectierelatietheorie

Vanuit dee latere objectrelatietheorie hebbenze het over goed-genoeg-ouderschap. Winnicot (vertegenwoordiger) beschrijft een aantal functies die metafotrisch ook een betekenis hebben. Functies van goed-genoeg ouderschap van Winnicott (ook toepasbaar op de therapeutische relatie):


Holding environment
De moeder creëert een fysieke en psychische omgevingsruimte waarin de baby letterlijk en figuurlijk wordt vastgehouden en beschermd, dit is ook te vertalen naar de behandelsetting.

Echt Zelf (true self)
De persoon ervaart zichzelf als betekenisvol door zijn (goede) ervaring in de primaire relatie.


Onecht Zelf (false self)
De persoon is oppervlakkig gezien goed aangepast, maar mist passie en originaliteit. Bij symptomen als depressie, twijfel en angst, kan de problematiek van het onechte zelf aan de orde zijn.

Afweermechanisme projectie vs afweermechanisme projectieve identificatie betenis?


Projectie
Datgene wat men van zichzelf niet verdraagt wordt aan een ander toegeschreven.


Projectieve identificatie (Klein)
Gaat verder dan projectie in omvang en de nauwe relatie die met het geprojecteerde blijftbestaan; wat in de ander is geprojecteerd wordt bij die ander nauwlettend in de gaten gehouden, gecontroleerd of zelfs bestreden. Klein ziet dit als een intrapsychisch fenomeen. (vb. Afwijzingen provocere, zoals zie je wel we zijn 15 min eerder gestopt met de behandeling)


Wilfred Bion (1897-1979) ziet projectieve identificatie als een interpersoonlijk mechanisme, omdat de ander zich gaat gedragen naar wat er in hem is geprojecteerd. Bion gebruikt de term ............... voor het proces waarin de moeder de prikkeltoestanden van haar kind verdraagt en in een verwerkte vorm aan hem teruggeeft.

containment



De moeder is een container voor sensaties die hetkind nog niet kan verwerken. Zo voorziet de therapeut op zijn beurt in containment voor de projecties van de patiënt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Je hebt drie persoonlijkheidsorganisaties van Otto Kernberg (1928-): en op welke onderdelen sloeg kernberg een brug?


1. Neurotische persoonlijkheidsorganisatie

2. Borderline persoonlijkheidsorganisatie (breder dan borderline persoonlijkheidsstoornis)

3. Psychotische persoonlijkheidsorganisatie


Kernberg sloeg hiermee een brug tussen de drift- en egopsychologie en de objectrelatiepsychologie


Als kern van de bordelineorganisatie wordt het ontbreken van een
geïntegreerd beeld van zichzelf en belangrijke anderen gezien. Het lukt niet om een eenheid in de eigen identiteit te ervaren. Hoe noemt kenrberg dit?

Identiteitsdiffusie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo