Samenvatting: Klinische Psychologie Deel 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Klinische Psychologie DEEL 1
-
1 Thema 1: theoretische referentiekaders
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.2 Aspecten van 'abnormaal' gedrag
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het medisch of ziektemodel?
De oorzaken vanpsychische oorzaken worden gezocht insomatogene oorzaken enpsychogene oorzaken.somatogeen : een lichamelijke stoornis ligt ten grondslag aan depsychische stoornis.psychogeen : eenpsychologisch mechanisme ligt ten grondslag aan depsychische stoornis. -
1.3 Neurologische benaderingen van psychopathologie
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het genotype en fenotype?
Het genotype is de totale genetische opmaak van een individu. Het bestaat uit de specifieke genen die geërfd zijn. Alleen bij identieke tweelingen is het genotype exact hetzelfde.
Het fenotype zijn de observeerbare fysieke en gedragsmatige kenmerken van een individu die het resultaat zijn van de interactie tussen genen en omgeving. -
Wat is Genotype-omgeving correlatie en Genotype- omgeving interactie?
Genotype omgeving correlatie: fenomeen waarbij het genotype van invloed is op de ervaringen die een persoon met zijn omgeving heeft.
Genotype- omgeving interactie: mensen met verschillende genotypen zijn in verschillende mate gevoelig voor hun omgeving.
Momenteel domineert de opvatting dat psychopathologie het gevolg is van een interactie tussen genetische overgevoeligheid en een stress- verhogende omgeving. De omgeving heeft op dezelfde wijze een effect op internaliserende problematiek. -
Wat betekent Differential susceptebility ?
Vatbare personen worden zowel in positieve als negatieve omgevingen meer beinvloed. -
De hersenen bestaan uit 12 miljard neuronen, beschrijf de 5 delen van neuronen en de functie.
Cellichaam: bevat de kern en de organellen.
Kern: bevat de genetische code
Dendrieten: ontvangen informatie, elke neuron heeft verschillende dendrieten.
Axon: verstuurt informatie, elke neuron heeft slecht 1 axon.
Synaps: een kleine ruimte tussen de neuronen waarin neurontransmitters worden vrijgelaten die signalen doorsturen naar de andere neuronen. Het neuron dat een signaal verstuurt, is het presynaptisch neuron, de ontvanger is het postsynaptisch neuron. -
1.4 Cognitief- neurowetenschappelijk perspectief
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe houdt het limbisch systeem verband met angst en paniek?
Het limbisch systeem werkt als een soort bemiddelaar tussen de cortex en hersenstam. Bij paniekpatienten kunnen de hersenstam en het limbisch systeem snel in een toestand van overactivatie wat kan leiden tot verhoogde arousal en angstgevoelens. -
Wat is de functie van de Prefontale cortex en welke problemen kan het geven?
In het voorste gedeelte van de neocortex ligt de prefonatale cortex. Deze heeft een cruciale functie in regulering van emoties, gedrag, abstractie, verbaal geheugen, aandacht en psychomotorische snelheid.
Betrokken bij doelgericht gedrag, initieren en inhiberen van handelingen, het evalueren en corrigeren van uitkomsten.
Laesies kunnen al deze functie vermijden. Het kan leiden tot:
1 Pseudodepressief syndroom: initiatiefverlies, affectieve vervlakking en sociaal teruggetrokken.
2 Pseudopsychopatisch syndroom: het initiatief blijft aanwezig, maar het vermogen tot zelf evaluatie en correctie is aangetast. -
Wat is emotieregulatie en met welke strategieen kan je emoties reguleren?
Emotieregulatie is het hanteren, ervaren en uiten van een door een probleemsituatie opgeroepen emotie.
Met welke strategieen kan je emoties onder controle houden?
1 Selectie van de situatie: bv wegblijven van situatie die een ongewenste emotie opwekken.
2 Modificatie van de situatie: de situatie veranderen, bv naar een andere ruimte gaan.
3 Verandering in aandacht: tov de stimulus waardoor een emotionele reactie veranderd. Bv door selectieve aandacht.
4 Verandering van de herwaardering: van de betekenis van de stimulus ( reappraisal) emotionele toestand wijzigen ahv de manier van denke erover.
5 Emotionel gedragsuiting onderdrukken: door de expressie an emoties te onderdrukken. -
1.5 Leertheoretische benaderingen van psychopathologie
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wie is Thorndicke en zijn wet van het effect?
Thornidicke deed onderzoek met katten die hij in een kist opsloot en wanneer ze aan een trouw trekte ze er uit konden. Naarmate hij het experiment vaker uitvoerde, bleek de tijd die het dier nodig had te ontsnappen systemisch af te nemen, tot uiteindelijk alleen nog het correcte gedrag overbleef ( aan het touw trekken) Men spreekt van Acquisitie ; de kat had nieuw gedrag verworven.
Wet van het effect = gedrag dat tot een aangename uitkomst leidt, zal in frequentie toenemen en gedrag dat tot een onaangename uitkomst leidt zal in frequentie afnemen. -
Wie breidde de procedure van Thorndicke uit en onder welke naam kennen wij deze?
BF Skinner, genoemd: operante conditionering.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Klinische Psychologie Deel 1
-
Theoretische referentiekaders - Cognitieve benaderingen van psychopathologie
-
Theoretische referentiekaders - Psychoanalytische benaderingen van psychopathologie
-
Theoretische referentiekaders - Humanistische benaderingen van psychopathologie
-
Theoretische referentiekaders - Systeembenaderingen van psychotherapie