Dementie - Inleiding
10 belangrijke vragen over Dementie - Inleiding
Hoe vaak komt dementie voor volgens de Gezondheidsraad?
2010: ruim 200.000 patienten
2030: 360.000
2050: 410.000
Door de dubbele vergrijzing (het ouder worden van de naoorlogse geboortegolf en het toenemen van de gemiddelde levensduur) neemt het aantal mensen met dementie fors toe.
Proportioneel bedraagt het aantal mensen met dementie 1 op 81 in 2010 en 1 op 44 in 2050.
Wat zijn misvattingen over dementie?
- Demente mensen eindigen in een verpleeghuis (2/3 woont thuis en wordt verzorgd door mantelzorgers met eventueel combi van thuiszorg/dagopvang)
- Iemand met dementie is per definitie wilsonbekwaam, heeft geen eigen mening meer en kan niet meer goed communiceren.Geldt zeker niet voor de eerste jaren, vaak alleen in eindstadium.
- Ziekte-inzicht blijft vaak langer behouden dan men denkt.
- Pessimisme rondom behandeling. Voor meeste vormen is geen behandeling mogelijk, maar symptomen kunnen wel verminderd worden door psychologische begeleiding of behandeling, eventueel i.c.m. psychofarmaca.
Wat is het verschil tussen vergeetachtigheid en dementie?
- Bij gewone ouderdomsvergeetachtigheidzijn de geheugenklachten even erg.
- Vergeetachtig is niet meteen dement. Geheugenproblemen bij ouderen kunnen vele oorzaken hebben (stress, depressie, angst etc.). Daarom moet men goed onderzoek doen, voordat men kan spreken van dementie.
- Ouderen met geheugenproblemen die geen afwijkingen hebben heten ‘worried well’
- Ouderen met lichte afwijkingen maar zonder beperkingen in het dagelijksleven zijn ‘mild cognitive impairment’ (MCI).
- Bij (beginnende) dementie is er sprake van:
- geheugenklachten
- én vastgestelde geheugenafwijkingen
- én afwijkingen op andere cognitieve domeinen
- én die het dagelijks functioneren bemoeilijken
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verloopt de diagnostiek en behandeling van dementie?
Hiervoor is de inzet nodig van multidisciplinaire teams met inbreng vanuit de neurologie, psychiatrie, geriatrie en (neuro)psychologie. Dergelijke teams zijn tegenwoordig steeds vaker georganiseerd in speciale geheugenpoli's bij ziekenhuizen.
Hoe vindt diagnose bij dementie plaats?
Welke hardnekkige misvattingen zijn er over dementie?
- alle demente mensen eindigen in het verpleeghuis; dit is alleen het geval als er veel somatische zorg nodig is, geen mantelzorg mogelijk is of er veel gedragsonrust is.
- iemand met dementie is wilsonbekwaam of kan niet meer goed communiceren; dat kan zo zijn in het eindstadium maar geldt niet voor de eerste jaren. Dan staan vooral de geheugenproblemen op de voorgrond
- pessimisme t.a.v. behandelmogelijkheden; inderdaad is er geen genezing mogelijk voor sommige vormen van dementie maar het is wel mogelijk om bepaalde symptomen, zoals gedragsonrust of angst, te verminderen.
Wat kan er gezegd worden over geheugenklachten als eerste verschijnsel van dementie?
Geheugenklachten komen veel voor en zijn bovendien aspecifiek. Maar liefst 40% van een onderzoeksgroep van ca. 2000 personen tussen 25 en 85 jaar geeft aan zichzelf vergeetachtig te vinden. Dit is relatief hoog. Ook ondervinden zowel ouderen als jongeren in min of meer gelijke mate hinder van hun vergeetachtigheid. Jongeren (<50 jaar) schrijven dit vooral toe aan spanningen, drukte of geen interesse; ouderen noemen vooral achteruitgang van de hersenen.
Wat kan de oorzaak zijn van vergeetachtigheid op oudere leeftijd?
- beginnende dementie
- spanningen
- vermoeidheid
- somatische afwijkingen (slecht werkende schildklier)
- depressie
- angst voor dementie
Wat is de rol van de psycholoog in het stadium van diagnostiek?
Het nauwgezet beoordelen van de geheugen- en andere cognitieve en emotionele klachten; het uitvoeren van een uitgebreid neuropsychologisch testonderzoek om cognitieve disfuncties te objectiveren. Daarbij is de nodige kennis op het gebied van normale leeftijdgebonden cognitieve veroudering vereist maar ook kennis over psychische ziektebeelden op oudere leeftijd.
Welke casussen kunnen er op een gemiddelde geheugenpoli frequent worden aangetroffen?
- de gezonde maar bezorgde oudere met geheugenklachten waarbij geen geheugenafwijkingen worden gevonden (worried well)
- de oudere met geheugenklachten waarbij wel (lichte) geheugenklachten worden gevonden maar deze geven geen beperkingen in het dagelijks functioneren (Mild Cognitive Impairment - MCI)
- de oudere met geheugenklachten en vastgestelde geheugenafwijkingen alsmede afwijkingen op andere cognitieve domeinen die bovendien het dagelijks functioneren bemoeilijken (beginnende dementie)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden