Somatoforme stoornissen - Diagnostiek

33 belangrijke vragen over Somatoforme stoornissen - Diagnostiek

Waarom is er kritiek op de uitgangspunten en praktische bruikbaarheid van de DSM-IV-classificatie?

  • er ligt een dualistische visie aan ten grondslag: is de klacht lichamelijk of is deze psychisch? Een diagnose wordt pas gesteld als er aan een aantal voorwaarden níet wordt voldaan; hierbij spelen de kennis en vaardigheden van een arts een factor van betekenis, bijv. wanneer de ziekte over het hoofd wordt gezien.
  • somatoforme stoornissen vormen een uiterst heterogene groep die op uiteenlopende wijze is samengesteld, met soms weinig specifieke criteria. Het onderscheid tussen de verschillende stoornissen is niet onomstotelijk vast te stellen en er is verder een sterke relatie met bijv. angststoornissen en depressie.

Welke kritieken zijn er op de DSM IV op het gebied van somatoforme stoornissen?

  1. Dualistische visie: oorzaak is OF medisch, OF psychisch
  2. weinig specifieke criteria, onderscheid is niet onomstotelijk vast te stellen
  3. sterke relatie met angststoornissen en depressie (bijv. hypochondrie en BDD t.o.v. OCS en chronische pijn t.o.v. depressie)

Waarom is er wat somatisatie betreft veel kritiek op de DSM?

  • te grote scheiding tussen lichaam en geest.
  • Wat niet fysiek is, is mentaal.
  • Somatoforme stoornissen hebben veel overeenkomsten met andere stoornissen (o.a. Depressie, OCS). Ze zijn moeilijk te diagnosticeren.
  • De fysieke en psychische toestand moet worden onderzocht. Beide aspecten beïnvloeden elkaar. Er zijn geen testen en vragenlijsten voor ontwikkeld, maar wel instrumenten die aspecten onderzoeken (ernst etc.)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer is er sprake van de diagnose somatisatiestoornis?

  • Vindt pas plaats na jaren van onderzoeken en ingrepen.
  • Klachten moeten plaatsvinden in vier symptoomrubrieken (pijn, maag/darmklachten, seksuele klachten en uitvalsverschijnselen)
  • Er zijn geen psychologische vragenlijksten om de somatisatiestoornis vast te stellen, er zijn wel vragenlijsten om aard en ernst te inventariseren.

Wanneer is er sprake van de diagnose ongedifferentieerde somatoforme stoornis?

Restcategorie voor problemen die niet als somatisatiestoornis kunnen worden gediagnosticeerd, bijv. CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom). Er zijn veel vragenlijsten voor diverse pijn- en vermoeidheidsklachten.

Wat zijn valkuilen  voor de clinicus bij de bejegening van patienten met een somatoforme stoornis?

De arts bagatelliseert de lichamelijke klachten, geeft doorlopende geruststelling en verwijst keer op keer door voor uitgebreid lichamelijk onderzoek. Door de eigen reacties van onvermogen en onbegrip kan bovendien ongewild schade worden aangericht en een bijdrage worden geleverd aan het verergeren van de klachten.

Wat is het voordeel van het tweesporenbeleid in de diagnostiek?

Lichamelijke en psychosociale kanten van de problematiek worden beide onderzocht. Psycholoog en medisch specialist kunnen tot consensus komen over de diagnose. De combinatie van lichamelijke en psychische verschijnselen kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden door bijvoorbeeld vermijdingsgedrag.
(Bang voor hartziekte - rustig aan doen - bewegingsvermijding - conditie verslechterd - lichamelijke klachten)

Wanneer is er sprake van de diagnose conversiestoornis?

  • Lichamelijke factoren: motorische en sensorische symptomen
  • Psychische factoren: traumatische achtergronden


Er zijn geen instrumenten om de conversieverschijnselen direct te meten, wel zijn er schalen voor het bepalen van handicaps.

In welke twee groepen zijn de somatoforme stoornissen in te delen?

  1. Stoornissen waarbij de klachten op onverklaarbare (of moeilijk te begrijpen) wijze tot stand zijn gekomen (bijv. pijn-, conversie- en somatisatiestoornis)
  2. Stoornissen die vooral een sterke preoccupatie met het lichaam inhouden (hypochondrie, body dismorphic disorder)

Wat houdt het tweesporenbeleid in bij de behandeling van somatoforme klachten?

Hierbij worden zowel de lichamelijke als de psychische aspecten van het lijden meegenomen in de diagnostiek en de behandeling en worden gedegen onderzocht. Het is daarbij wenselijk dat de psycholoog en medisch specialist hun bevindingen naast elkaar leggen en tot consensus komen over de diagnose. Deze geintegreerde visie wordt vervolgens onomwonden aan de patient overgebracht. Idealiter zou er consensus moeten zijn over het feit dat er sprake is van een combinatie van lichamelijke en psychische verschijnselen die elkaar wederzijds beinvloeden.

Welke diagnostische instrumenten zijn er voor somatoforme stoornissen?

Er zijn geen specifieke vragenlijsten of interviews beschikbaar.
Voor categorische classificatie alleen semigestructureerde interviews beschikbaar:
  • SCID (van Groenestijn e.a. 1998)
  • MINI (van Vliet e.a., 2000)

Criteria volgens DSM IV

Wel specifieke aspecten, zoals ernst, cognities of gedrag m.b.v. instrumenten te onderzoeken.

Waarom is het onderkennen van somatoforme stoornissen door artsen en psychologen vaak een moeizaam proces?

Doordat deze stoornissen vaak worden ondergediagnosticeerd doordat hulpverleners vaak eerder denken aan de hun vertrouwde beelden van angst, depressie en stress in plaats van aan een somatoforme stoornis.

Welke vraag moet de clinicus zich in de eerste plaats stellen?

Wat de uitkomst van het diagnostisch proces moet zijn: is dat een categorische diagnose (wel of geen pijnstoornis) of gaat het om het in kaart brengen van factoren die samenhangen met lichamelijk en psychisch lijden (bijv. nare levensgebeurtenissen, huidige opvattingen over gezondheid, gebruik van medicijnen)?

Wanneer is er sprake van de diagnose hypochondrie?

  • Angst voor ernstige ziekten
  • Anamnestisch interview, testgebruik, doornemen medische anamnese
  • Wordt vaak eerst medisch alles uitgesloten.

Welke instrumenten zijn beschikbaar voor het stellen van afzonderlijke diagnosen?

Alleen semigestructureerde interviews. Geen van de somatoforme stoornissen is op dit moment in zijn geheel te diagnosticeren met een enkele vragenlijst of test. Wel is een toename zichtbaar van instrumenten die specifieke aspecten van deze stoornissen vaststellen.

Hoe komt diagnose somatisatiestoornis tot stand?

Patient heeft klachten in vier symptoomrubrieken.
Jaren van onderzoeken en ingrepen hebben niets opgeleverd.
-Medisch dossier bestuderen
-Persoonlijk en sociaal functioneren van patiënt
-Vragenlijsten om ernst en aard te inventariseren van bijvoorbeeld:
  • depressie - BDI Beck Depression Inventory (Beck e.a. 1961)
  • angst - ZBV Zelf-Beoordelings Vragenlijst (Van der Ploeg e.a. 1980)
  • interpersoonlijk functioneren - SIG: Schaal voor Interpersoonlijk Gedrag (Arrindel e.a. 1984)
  • kwaliteit van leven - RAND-36 (van der Zee & Sanderman, 1993)
-Zelfregistratie mbv gestructureerde dagboekjes

Wanneer is er sprake van BDD (body dysmorphic disorder)?

  • Mensen die zeer gepreoccupeerd zijn met hun uiterlijk.
  • Weinig diagnostische instrumenten ter beschikking. YBOCS-BDD meet ernst van BDD.
  • Vaststelling en herkenning wordt belemmerd door schaamte en terughoudendheid van de patiënt.

Wanneer wordt de diagnose somatisatiestoornis gesteld?

De patient dient klachten te vertonen in vier symptoomrubrieken: pijn, maag-darmklachten, seksuele klachten en uitvalsverschijnselen.

Wat is een ongedifferentieerde somatoforme stoornis?

Al het overige dat geen somatisatiestoornis is. O.a. Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS).

Hoe komt diagnose ' ongedifferentieerde somatoforme stoornis' tot stand?

Restcategorie als patiënt niet op elk van de vier gebieden klachten heeft.
Zoals CVS - Chronisch Vermoeidheidssyndroom
De betekenis die patiënt er aan geeft en de gedragsveranderingen als gevolg daarvan zijn bepalend voor de behandeling.
Voor verschillende symptomen zijn vragenlijsten, voor andere nauwelijks:
  • pijn en vermoeidheidsklachten - CIS: Checklist Individual Strength (Vercoulen e.a. 1999), VVV: Verkorte Vermoeidheids Vragenlijst (Alberts e.a. 1997)
  • gastro- intestinale klachten (buikpijn, stoelgangproblemen) - ?
  • psychoneurologische symptomen (doofheid, zichtproblemen) - ?

Hoe wordt de diagnose somatisatiestoornis gesteld?

De mate van chroniciteit en onbehandelbaarheid, lichamelijk onderzoek (begrijpelijkheid en verklaarbaarheid van de klachten), psychologische diagnostiek (de manier waarop de wisselende lichamelijke symptomen een rol spelen in het leven van de patient), bestudering van het medisch dossier en het persoonlijk en sociaal functioneren, enkele specifieke vragenlijsten om het lijden te kunnen bepalen, zelfregistratie in de vorm van gestructureerde dagboekjes (de frequentie en intensiteit van de symptomen en hun relatie met het dagelijks leven).

Hoe komt diagnose ' conversiestoornis' tot stand?

medisch: motorische (uitval of spasmen) en sensorische (blindheid ed) symptomen
psychisch: mogelijk traumatische achtergronden.
  • Schokverwerkingslijst (Brom & Kleber, 1985)

Geen direct meetinstrument, maar wel d.m.v. schalen voor het bepalen van handicaps
  • Disabilitieschaal ICIDH (Jiwa-Boerrichter e.a. 1990)

Wat houdt de diagnose ongedifferentieerde somatoforme stoornis in?

Dit betreft een restcategorie voor problemen die niet als somatisatiestoornis gediagnosticeerd kunnen worden, bijvoorbeeld omdat zich niet in alle symptoomrubrieken klachten voordoen. In principe kunnen alle lichaamsfuncties en organen een rol spelen bij deze stoornis. Medisch onderzoek en het maken van een inventarisatie van het gedrag zijn noodzakelijk. Afhankelijk van de optredende symptomen kunnen vragenlijsten worden gebruikt om bepaalde pijn- en vermoeidheidsklachten te kunnen vaststellen.

Uit welke belangrijke onderdelen bestaat het diagnostisch proces bij de conversiestoornis?

Het leren kennen van de lichamelijke factoren en beperkingen en de psychologische toestand van de patient. Bepaalde vragenlijsten kunnen handicaps bepalen.

Hoe komt diagnose ' pijnstoornis' tot stand?

Acute en chronische pijn zonder medische verklaring.
Er wordt onderzocht naar instandhoudende factoren en hoe wordt met pijn omgegaan.
Omgaan met pijn - PCCL: Pijn Coping en Cognitielijst (Berg e.a. 2001) met vier subschalen:
  1. catastroferen
  2. pijn coping
  3. interne pijnbeheersing
  4. externe pijnbeheersing

Voorloper was PCL Pijn Cognitie Lijst (met ook ' berusting' )

Angst voor bewegen - Tampa Schaal voor Kinesiofobie (Vlaeyen e.a. 1996)

Hoe verloopt de diagnostiek bij het vaststellen van de diagnose pijnstoornis?

Bij acute en chronische pijn zal eerst een mogelijke anatomische pathologie moeten worden nagegaan. Als hier geen aanwijzingen voor worden gevonden, wordt de focus verbreed naar verstoringen in het omgaan met de pijn en naar instandhoudende factoren. Pijngedrag en pijncognities vormen tegenwoordig de duidelijkste pijlers van de psychologische diagnostiek.

Pijn Coping en Cognitielijst (PCCL): meet omgaan met pijn

Pijn Cognitie Lijst: inventarisatie van vijf cognitieve onderdelen van pijn.

Hoe komt de diagnose 'hypochondrie' tot stand?

Ernst voor ernstige ziekten bepalen met:
Whitely Index (Pilowksy 1967)
Illness Attitude Scales (Kellner 1986)

- anamnestisch interview
- testafname
- doornemen van medische anamnese
- ingaan op ongerustheid en bezorgdheid (lichamelijk onderzoek kan patiënt geruststellen waardoor deze afziet van psychologische behandeling)

Hoe komt de diagnose ' Body dysmorphic disorder' tot stand? (BDD)

Patient heeft preoccupatie met lichaam/ uiterlijk
Nog niet veel Nederlandstalige instrumenten beschikbaar. (in ontwikkeling)

Yale Brown Obsessive-Compulsive Scale for BDD (YBOCS-BDD) (Phillips ea 1997): dit is een semigestructureerd interview dat twaalf cognitieve en gedragsmatige aspecten van de ernst van de stoornis omvat)

problemen bij diagnose:
-subjectiviteit van beoordelaar
-schaamte van patiënt

Waardoor wordt de herkenning en vaststelling van Body dysmorphic disorder (BDD) bemoeilijkt?

Er zijn niet veel diagnostische instrumenten beschikbaar. De DSM-IV criteria bieden weliswaar enige houvast maar bevatten tevens een redelijke mate van subjectiviteit van de kant van de beoordelaar over de mate van lichamelijke afwijking of misvorming. Daarnaast legt de patient zelf vaak grote schaamte en terughoudendheid aan de dag.

Wat zijn belangrijke aanknopingspunten bij het vaststellen van somatoforme stoornissen?

  • Chroniciteit
  • Onbehandelbaarheid

Wanneer wordt de diagnose ongedifferentieerde somatoforme stoornis gesteld?

De diagnose ongedifferentieerde somatoforme stoornis is in feite een restcategorie voor problemen die niet als somatisatiestoornis gediagnostiseerd kunnen worden, omdat ze bijvoorbeeld niet voldoen aan de klachten uit alle vier symptoomrubrieken.

Welke lijsten worden er gebruikt bij een pijnstoornis?

Pijn Coping en Cognitielijst (PCCL): meet omgaan met pijn
Pijn Cognitie Lijst: inventarisatie van vijf cognitieve onderdelen van pijn.
Tampa Schaal voor kinesiofobie: meet de angst voor bewegen

Hoe komt BDD vaak aan het licht?

Vaak komt BDD aan het licht door dat patiënten vanwege een sociale angst of depressie binnenkomen, pas in de loop van de behandeling komt men erachter dan BDD de stuwkracht is.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo