Persoonlijkheidsstoornissen - Schematherapie - Experientiele technieken
7 belangrijke vragen over Persoonlijkheidsstoornissen - Schematherapie - Experientiele technieken
Wat zijn experientiele technieken?
Wat is de twee- of meerstoelentechniek?
Dit wordt ook wel de 'schemadialoog' genoemd. Een patient leert afstand te nemen van gevoelens die worden uitgelokt door disfunctionele schema's; tevens worden gezonde aspecten in het denken bekrachtigd. De patient moet telkens van stoel wisselen. Op de ene stoel 'speelt' hij de stem van het schema. In de andere stoel probeert hij deze te beantwoorden op een functionelere en gezondere manier.
Welke experiëntiële technieken worden veelgebruikt?
- twee- of meerstoelentechniek (schemadialoog) - patiënt gaat in discussie met zijn schema.
- imaginatie met rescripting - ervaringen/ beelden uit het verleden worden gecorrigeerd.
- rollenspel
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is imaginatie met rescripting?
De patient sluit zijn ogen en probeert zich een situatie uit de kindertijd zo goed mogelijk voor te stellen. Om het beeld zo duidelijk mogelijk te krijgen, vraagt de therapeut om alle aspecten (beeld, geluid, gevoel enz.) van de situatie te beschrijven. Er wordt veel aandacht besteed aan de gevoelens die de patient ervaart en welke conclusies hij toen uit de situatie heeft getrokken.
Bij rescripting wordt het script (de gebeurtenis) zoals dat zich afspeelt in de verbeelding van de patient, gericht gewijzigd. Hiermee wordt actief in een schema verandering teweeg gebracht doordat de patient een corrigerende ervaring opdoet.
Wat wordt er gedaan bij de twee- of meerstoelen techniek?
- Dit wordt ook wel de 'schemadialoog' genoemd.
- De patient moet telkens van stoel wisselen.
- Op de ene stoel 'speelt' hij de stem van het schema.
- In de andere stoel probeert hij deze te beantwoorden op een functionelere en gezondere manier.
- Als de cliënt het nog niet zelf kan, helpt de therapeut.
Wat is een historisch rollenspel?
Hierbij worden situaties uit het verleden nagespeeld, doorgaans in drie ronden. In de eerste ronde speelt de patient zichzelf als kind en de therapeut de ander. Hierdoor worden schema's van de patient geactiveerd en benoemd. In de tweede ronde vindt er een rolomkering plaats, zodat de patient kan ervaren waarom de ander zo reageerde en meer zicht kan krijgen op zijn eigen rol in die interactie. In een derde ronde speelt de patient weer het kind en oefent met nieuw gedrag, gebaseerd op de functionelere interpretaties. Dit is ook op interacties in actuele situaties toe te passen.
Wat wordt er gedaan bij imaginatie met rescripting?
- Herinneringen uit de jeugd worden naar boven gehaald door een situatie uit die tijd in te beelden.
- Er is veel aandacht voor de gevoelens die de patient ervaart en welke conclusies hij toen uit de situatie heeft getrokken.
- De hulpverlener gaat verbanden leggen tussen het heden en de situatie uit de jeugd.
- Rescripting: Het script (de gebeurtenis) zoals dat zich afspeelt in de verbeelding van de patient, wordt gericht gewijzigd, doordat de patient een corrigerende ervaring opdoet.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden