Persoonlijkheidsstoornissen - Schematherapie - Cognitieve technieken
14 belangrijke vragen over Persoonlijkheidsstoornissen - Schematherapie - Cognitieve technieken
Wat is het belangrijkste doel van cognitieve technieken?
Om de vertekende kijk van de patient op zichzelf en anderen te veranderen door objectief verkregen materiaal aan te dragen.
Wat is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van cognitieve technieken?
Er moet tegelijkertijd veel gewerkt worden met experientiele technieken. De therapeut hoedt zich er voor op korte termijn al te grote verschuivingen in de opvattingen van de patient te verwachten want schema's zijn hardnekkiger dan disfunctionele automatische gedachten bij as-I-stoornissen.
Welke zeven (cognitieve) technieken kunnen er worden ingezet bij de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen?
- Cognitief dagboek voor schema's
- Socratische dialoog
- Gedragsexperiment
- Flashcards
- Genuanceerd denken
- Meerdimensioneel evalueren
- Tweedimensioneel onderzoek naar een verondersteld verband
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wordt er gedaan bij de tecniek flascards?
- Dit zijn kaarten waarop de patient met de therapeut de meest overtuigende bewijzen en argumenten tegen bepaalde schema's heeft vastgelegd.
- Als één van de schema's actief wordt, kan de flashcard helpen om de alternatieve inzichten weer in de herinnering te brengen.
Wat wordt er in het cognitief dagboek genoteerd?
Wat de objectieve gebeurtenis is, de gevoelens tijdens de beschreven situatie, gedachten en interpretaties en de verrichte handelingen en geactiveerde schema's.
Wat wordt er gedaan bij de techniek genuanceerd denken?
Eerst worden extreme voorbeelden als anker gebruikt, vervolgens worden enkele mensen uit de omgeving van de patient op de lijn geplaatst.
Wat is de socratische dialoog?
Dit is een stijl van doorvragen waarbij de therapeut niet probeert de patient te overtuigen van zijn (on)gelijk maar een gezamenlijk zoekproces om na te gaan of de interpretaties, die gekleurd worden door het schema, wel kloppen.
Bij wie komt het zwart/wit denken vooral voor?
- Bij patienten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis
- Het wordt ook wel dichotoom- of alles-of- nietsdenken genoemd.
- Het is vooral in interpersoonlijke situaties aan de orde ('ik ben slecht' of 'de ander is gevaarlijk').
Wat wordt er gedaan bij de techniek meerdimensioneel evalueren?
- De client denkt eendimensioneel wanneer de mening op één onderdeel van iemand/iets is gebaseerd.
- Er wordt samen gezocht naar meerdere eigenschappen die helpen een mening te kunnen vormen.
Wat wordt er gedaan bij de techniek tweedimensioneel onderzoek naar een verondersteld verband?
- Cliënt denkt dat bij het ene aspect (grote auto), automatisch een ander aspect hoort (geliefd persoon). Therapeut brengt dit in kaart, om te kijken of deze redenering klopt.
- Dit is een stijl van doorvragen waarbij de therapeut niet probeert de patient te overtuigen van zijn (on)gelijk maar een gezamenlijk zoekproces om na te gaan of de interpretaties, die gekleurd worden door het schema, wel kloppen.
Wat is een alternatief voor zwart-witdenken?
De therapeut wijst de patient hierop en werkt aan een alternatief waarbij gebruik kan worden gemaakt van een zgn. 'visuele analoogschaal' (VAS). Dit is een lijn tussen twee extreme polen waarmee de patient zichzelf en anderen kan beoordelen op karaktereigenschappen of waardeoordelen. Eerst worden extreme voorbeelden als anker gebruikt, vervolgens worden enkele mensen uit de omgeving van de patient op de lijn geplaatst.
Wat is tweedimensioneeel onderzoek naar een verondersteld verband?
Wat is belangrijk bij cognitieve technieken?
- Verduidelijking onderliggende schema’s
- Schema’s zijn actief en klaar voor bewerking
- Therapeutische relatie wordt versterkt
- Vorming gezonde nieuwe schema's
Wat is tweedimensioneel onderzoek naar een verondersteld verband?
Patienten veronderstellen vaak een bepaald verband tussen twee variabelen; dit kan m.b.v. een grafiek verder onderzocht worden. De patient plaatst vervolgens de posities van concrete personen in de grafiek, inclusief zichzelf. De puntenwolk die zo ontstaat, komt meestal helemaal niet overeen met het door de patient veronderstelde rechte verband tussen de variabelen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden