Cognitieve therapie - Diagnostiek - Casusconceptualisering
5 belangrijke vragen over Cognitieve therapie - Diagnostiek - Casusconceptualisering
Omschrijf een goede conceptualisering in de praktijk van de cognitieve therapie.
Deze is behulpzaam, simpel, theoretisch coherent, verklaart het gedrag in het verleden, maakt het huidige gedrag begrijpelijk en kan toekomstig gedrag voorspellen.
De therapeut maakt onder meer gebruik van de klacht/probleemgeschiedenis, levensgeschiedenis, diagnostische gegevens, gegevens van vorige behandelingen en andere professionals.
D.m.v. een aantal startgesprekken stelt de therapeut een aantal hypothesen op over de (dis)functionele schema's van de client en vormt zich een beeld van de invloed hierop op diens leven. Dit wordt met de client gesproken en er wordt naar diens oordeel gevraagd. Vervolgens worden afspraken over de doelen en duur van de behandeling gemaakt.
Van welke informatie maakt een therapeut gebruik voor het opstellen van een conceptualisering?
Welke factoren zijn van belang bij het vormen van een beeld van de invloed van het disfunctionele schema op het leven van de cliënt?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn kenmerkende onderdelen van de diagnostiek binnen het cognitief-therapeutisch kader?
Wanneer wordt de conceptualisering niet met de cliënt besproken?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden