Cliëntgerichte psychotherapie - Diagnostische methoden en indicatie voor behandeling - Vastgeroeste interactiepatronen

9 belangrijke vragen over Cliëntgerichte psychotherapie - Diagnostische methoden en indicatie voor behandeling - Vastgeroeste interactiepatronen

Wat is het doel bij de behandeling van vastgeroeste interactiepatronen?

De therapeut maakt de cliënt bewust van het gevolg van de manier waarop hij relaties aangaat. Daarna worden andere mogelijke reacties onderzocht.

Hoe wordt het geheel van interpersoonlijke interventies ook wel aangeduid en welke manieren zijn er?

Meta-communicatieve feedback

 

De vormen:

Acomplementair reageren =>

Niet reageren zoals verwacht maar het 'appel' doen om client te laten reflecteren op wat hij aan het doen is. Bv. bij passieve client die afwacht tot jij als therapeut in actie gaat, juist niet in actie gaan maar de verantwoordelijkheid bij de client laten.

 

Gedragsmatige feedback geven =>

Therapeut confronteert de client met hoe hij zich opstelt t.a.v. de therapeut.

 

Emotionele feedback geven =>

De therapeut reageert met een persoonlijke zelfonthulling en laat aan de client weten welk effect zijn gedrag heeft op hem/haar.

Op welke 3 manieren kunnen vastgeroeste interactiepatronen behandeld worden?

  • Acomplementair reageren: de therapeut doet niet wat vanuit de positie van de client voor de hand zou liggen maar geeft juist een 'asociale' respons. Dit motiveert de client om op zijn handelswijze te reflecteren.
  • Gedragsmatige feedback geven: de therapeut confronteert de client met hoe hij zich opstelt t.o.v. de therapeut.
  • Emotionele feedback geven: de therapeut reageert met een persoonlijke zelfonthulling en laat de client weten welk effect diens gedrag op hem/haar heeft.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe worden vastgeroeste interactiepatronen doorbroken?

De therapeut helpt de cliënt om zich bewust te wordenvan de manier waarop zijn klachten te maken hebben met zijn typische problematische manier van relaties aangaan.
Door middel van interpersoonlijk interveniëren(meta communicatieve feedback) leert de cliënt om meer vrijheid en variatie in zijn interacties aan te brengen.

Hoe helpt de therapeut, middels metafeedback, om de vastgeroeste interactiepatronen te doorbreken? Of, welke drie vormen van metafeedback zijn er?

  • De hulpverlener doet iets wat je niet zou verwachten. Op die manier wordt de cliënt gemotiveerd om over zijn gedrag na te denken; acomplementair reageren.
  • De therapeut confronteert de cliënt met hoe hij zich opstelt t.o.v. de therapeut; gedragsmatige feedback geven
  • De hulpverlener zegt wat het effect van het gedrag van de cliënt op hem is: emotionele feedback geven.

In welke drie fasen loopt de therapeut door bij de behandeling van een interpersoonlijke problematiek?

  1. De therapeut raakt tot op een zekere hoogte verstrikt in de problematische interactiepatronen van de cliënt (door eigen gevoelens, gedachten, fantasieën en beelden)
  2. De therapeut kiest ervoor om de gebruikelijke interactiestijl van de cliënt niet sociaal wenselijk te beantwoorden ('neutrale houding aannemen')
  3. De therapeut geeft metacognitieve feedback (de therapeut vertelt de cliënt wat deze in hem oproept)

Welke drie fasen volgt de therapeut bij de behandeling van interpersoonlijke problematiek?

  • Fase 1. De hulpverlener raakt gevangen in verkeerde interactiepatronen van de patiënt. Hij voelt wat het gedrag van de patiënt met hem doet, weet hij wat het probleem is. Hij houdt dit eerst voor zichzelf.
  • Fase 2. Dan gaat de hulpverlener acomplementair reageren.
  • Fase 3. De hulpverlener past metacommunicatie (gedagsmatig en emotioneel) toe.

Wat is gedragsmatig feedback geven?

De therapeut confronteert de client met hoe zich opstelt ten opzichte van de therapeut.

In welke 3 fasen kan een therapeut te werk gaan bij de behandeling van een interpersoonlijke problematiek?

  1. Fase 1: in kaart brengen van de centrale interpersoonlijke problematiek en een veilige therapeutische relatie creëren.
  2. Fase 2: Niet kiezen voor sociaal wenselijke interactiestijl om de gebruikelijke interactiestijl van cliënt te ontregelen en zijn problematische interactiepatroon te beïnvloeden.
  3. Fase 3: Metacommunicatieve feedback geven

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo