Dissociatieve stoornissen - Etiologie van dissociatieve stoornissen

Question

Verschillende hypothesen Dissociatieve stoornis

Answer 1

Verschillende hypothesen:

4 factorenhypothese van Kluft:

- een hoge aanleg voor dissociatie
- overweldigende traumatische gebeurtenissen
- factoren die een model voor het ontstaan van alters bieden (cultuur of intern (imaginaire vriendjes))
-het ontbreken van beschermende sleutelfiguren, die herstel bevorderen

iatrogene sturing: door de behandelaars uitgelokt artefact (onjuistheid), als gevolg van de suggestieve vragen van debehandelaar

Answer 2

Dat dissociatieve amnesie vooral de functie heeft om te beschermen tegen overweldigende affect dat door een traumatische gebeurtenis werd opgeroepen.

Amnesie zou de persoon in staat stellen gevoelens van schaamte, schuld en wanhoop af te weren. Waarbij afweermechanisme verder gaat dan 'isolatie' , waarijb de herinnering wel behouden blijft , maar ontkoppeld wordt van de bijbehorende emoties.

Answer 3

Dissociatieve Amnesie kan worden opgevat als een vorm van vermijding van pijnlijke herinneringen .

Omdat de dissociatieve amnesie de patient behoedt voor pijnlijke herinneringen, wordt de dissociatieve amnesie positief bekrachtig en zal het dissociatieve gedrag bestendigd raken.

Answer 4

duidelijk verband met trauma's, trauma;s op jongere leeftijd verhoogt de kans op latere leeftijd met minder streess met het reageren van amnesie
buitensporig alcoholgebruik en scheldeltrauma
bijdrage van biologische en psychogene factoren is lastig te ontwarren
psychodynamische functie; te beschermen tegen overweldigende affect door een traumatische gebeurtenis, amnesie zou de persoon in staat stellen gevoelen van schaamte, schuld af te weren. het is dan een afweermechanisme, herinnering blijft behouden, maar wordt ontkoppeld van bijbehorende emoties
leertheoritisch perspectief; amnesie kan opgevat als een vorm van vermijding van pijnlijke herinneringen, de dissociatie wordt bekrachtigd

Answer 5

1. een hoge aanleg voor dissociatie
2. overweldigende (traumatische) ervaringen zoals incest of mishandeling, waardoor de dissociatieve aanleg geactiveerd wordt.
3. factoren die een model voor de vorming van alters bieden, waaronder cultuurspecifieke modellen en interne factoren zoals het bestaan van imaginaire speelkameraadjes
4. het ontbreken van beschermende sleutelfiguren zoals ouders of andere opvoeders, die herstel zouden kunnen bevorderen.