De paniekstoornis, fobieen en gegeneraliseerde angst - Epidemiologie
3 belangrijke vragen over De paniekstoornis, fobieen en gegeneraliseerde angst - Epidemiologie
Hoe vaak komt specifieke fobie voor?
Specifieke fobie: jaarprevalentie tussen 4% en 9% (NL 7%). Lifetimeprevalentie: 7% tot 12% (NL 10%). De meest voorkomende is de fobie voor dieren en deze begint rond het achtste levensjaar bij evenveel meisjes als jongens. Na de puberteit zijn vrouwen in de meerderheid.
Hoe vaak komt sociale fobie voor?
De sociale fobie: jaarprevalentie: +/- 7% (NL: 5%); de lifetime-prevalentie varieert van 3 tot 13% (NL: 8%) en is evenwichtig verdeeld over de seksen (man:vrouw = 1:1,5). De meesten zijn bang voor spreken i/h openbaar, iets minder dan de helft is bang om met vreemden te praten of nieuwe mensen te
ontmoeten.
Hoe vaak komt gegeneraliseerde angststoornis voor?
De gegeneraliseerde angststoornis vaker bij vrouwen dan bij mannen, meestal zijn ze in hun jeugd al angstig en zenuwachtig, maar het komt ook voor dat de angstklachten pas beginnen als men volwassen is en dan vooral onder oudere volwassenen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden