Biologische benaderingen van psychopathologie - Beeldvormend onderzoek

Question

Welke techniek past het beste bij welk type onderzoek?

Answer 1

- MRI voor text-decorationneuro-anatomisch (structureel) onderzoek, bv hersenstructuren. Vanwege de grote weefselcontrasten.

- PET of SPECT voor text-decorationbiochemisch (neurotransmitter) onderzoek. Ook wel ligandstudies genoemd. Door gebruikmaking van tracers die zich specifiek binden aan een bepaald receptortype bv dopamine en serotonine.

- MRI voor functioneel (psychische en motorische processen). Vanwege de geringe belasting voor personen. Onderscheidt hierbij resting-state-studies (persoon is passief) en activatiestudies (persoon doet bv cognitieve taakjes).

Answer 2

Hiermee kunnen op verschillende niveaus afbeeldingen gemaakt worden:
- neuro-anatomisch (MRI)
- bio-chemisch (PET, SPECT)
- functioneel (fmri)

Answer 3

In vivo kunnen rechtstreeks hersenprocessen gemeten worden op een weinig belastende manier met een grote nauwkeurigheid.

Answer 4

Bij resting-state studies is de persoon passief.

Bij activatie studies wordt de scan afwisselend gedaan,

Answer 5

MRI meet verschillen in bloedtoevoer, geen meting van neuronale activiteit. Er kunnen alleen samenhangen worden vastgesteld, geen oorzaak-gevolg relaties. En tot nu toe weinig onderzoek naar ziektespecifiteit.

Answer 6

Neuro-imaging is CT-scan (computerized tomography) en PET (Position Emission Tomography), waarbij gebruik wordt gemaakt van rontgenstralen, dwz fotonen met een hoog energie-niveau die in meer of mindere mate door weefsel worden geabsorbeerd.

Answer 7

Voor psychopathologisch onderzoek is MRI het belangrijkst, omdat op weinig belastende manier veranderingen in de doorbloeding in de hersenen wordt vast gesteld

Answer 8

Met BOLD worden verschillen in zuurstofgehalte in het bloed gemeten. Bij BOLD/MRI wordt elke 3 seconde een scan gemaakt.

Answer 9

Ligandstudies (tracers)

Answer 10

MRI beter dan CTscan wegens grotere weefselcontrasten (anatomische afbeeldingen hersenstructuur)

Answer 11

weinig controle over experiment (denk aan smetvrees aanraken schone en vuile materialen)

Answer 12

Atrofie treedt met name op bij tijdens gebruik van klassiek antipsychotica, maar niet bij de nieuwere zogenaamde atypische antipsychotica.

Answer 13

- MRI onderzoek: volumevermindering van de prefrontale cortex en atrofie in de hippocampus.
Een mogelijke oorzaak van deze atrofie is de verhoogde poductie van het stresshormoon cortisol, door een ontregeling van de HPA-as (hypothalamus, hypofyse en bijnieren).
Ligand, PET en SPECT studies: verlaagde activiteit serotoninerge systeem.
Functionele-resting-state studie: verminderde activiteit in de prefrontale cortex en verhoogde activiteit in de limbische structuren