Classificatie - Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR)

12 belangrijke vragen over Classificatie - Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR)

wat is een uitgesteld of voorlopige diagnose?

een diagnose die gegeven als er te weinig informatie is.

Noem aantal voorbeelden van Psychische stoornissen door somatische aandoening en waar zijn deze stoornissen  het  gevolg van?

Stoornissen zijn directe fysiologische gevolg van een somatische aandoening, zoals ziekte of verworven aandoening.
Vb: Hersentumor, hormonale stoornissen, virus in CZ, leasie in frontaalkwab kan tot impulsief gedrag leiden.

Wat zijn de kenmerken van Schizofrenie en andere psychotische stoornissen? En welke subtypen vallen daaronder?

Kenmerken zijn:
  • hallicunaties
  • wanen
  • affectieve vervlakking
  • verlies van contact met omgeving
  • verward taalgebruik en denken

De subtypen die hoor toe horen zijn:
  • Schizofrenie
  • Schizofreniforme stoornis (korter durend dan schizofrenie)
  • Schizoaffectieve stoornis (symptomen van schizofrenie + symptmen van een stemmingsstoornis)
  • Waanstoornis (die onderscheidt zich van schizofrenie door de niet-bizarre wanen => wanen die betrekking hebben op gebeurtenissen die in het dagelijkse leven mogelijk zijn vb. achtervolgd worden of bedrogen)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke subcategorieen zijn er binnen de stemmingsstoornissen? En welke vier 'stemmingsepisodes' zijn er?

Subcategorie:

  • depressieve stoornissen (ook wel unipolaire stoornis genoemd)
  • bipolaire stoornissen
  • overige stemmingsstoornissen
Vier stemmingsepisodes:
  1. Depressieve episode
  2. Manische episode
  3. gemengde episode (vrijwel dagelijks zowel depressieve als manische stemming aanwezig zijn)
  4. hypomane episode (vrijwel gelijk aan manische maar minder ernstig.)

Welke subcategorieën zijn er binnen de Somatoforme stoornissen te noemen en wanneer is er sprake van deze hoofdcategorie?

Bij Somatoforme stoornissen is sprake van lichamelijke verschijnselen die een sterke psychologische component (lijken te ) vertonen: er kan geen afdoende medische verklaring voor de lichamelijke klachten worden gevonden.
DSM-IV-TR onderscheidt:
  • Somatisatie stoornis (vaak en veel vage lichamelijke klachten)
  • Ongedifferentieerde somatoforme stoornis  ( minder verschillende klachten dan bij somatisatiestoornis en minder langdurig)
  • Conversie stoornis ( onverklaarbare uitvalsverschijnselen)
  • Pijn stoornis (pijn domineert het leven)
  • Hypochondrie (onjuiste overtuiging dat men een ernstige ziekte heeft)
  • Stoornis in de lichamelijke beleving (preoccupatie met (vermeende) lichamelijke onvolkomenheden)

Wat is het belangrijkste kenmerk van dissociatieve stoornissen en welke vier subcategorieën zijn er?

Belangrijkste kenmerk is een verandering in het bewustzijn waardoor de herinneringen van een persoon en/of zijn identiteit plotseling veranderen.
Vier subcategorieën:
  1. Dissociatieve amnesie : zich plotseling belangrijke persooniljke gebeurtenissen of gegevens niet meer kunnen herinneren
  2. Dissociatieve fugue: huis en haard plotseling verlaten en elders een ander leven beginnen, zonder dat men zich zijn eigen verleden kan herinneren
  3. Dissociatieve identiteitsstoornis (Voorheen MPS): iemand bezit 2 of meer persoonlijkheidstoestanden of identiteiten.
  4. Depersonalisatiestoornis: persoon heeft herhaaldelijk of voortdurend het gevoel los te staan en vervreemd te zijn van zz.

Noem de driedeling die gemaakt is binnen de seksuele - en genderidentiteitstoornissen?

De drie deling:

  1. Seksuele disfuncties : stoornissen in seksuele verlangen, seksuele-opwindingstoornisseen, orgasmestoornissen en seksuele -pijnstoornissen.
  2. Parafilieën: afwijkingen betreft het object waar de seksuele opwinding of handeling op gericht is (bv. niet-menselijke objecten, kinderen, of volwassenen die toestemming niet geven) of seksuele fantasieën of handelingen waarbij de persoon zz of anderen vernedert (Sm of Masochisme)
  3. Genderidentiteitsstoornissen: persoon identificeert zich sterk met andere geslacht en heeft het gevoel in 'verkeerde lichaam te zitten'.

Welke twee hoofdcategorieen binnen de slaapstoornissen zijn er en waar zijn deze vervolgens weer in onder te verdelen?

Primaire slaapstoornissen:
            Dyssominia's: verstoringen in de hoeveelheid of de kwaliteit van slaap, of het tijdstip waarop iemand slaperig is.
                                                 Primaire insomnia: moeite met in-en doorslapen
                                                 Primaire hypersomnia: overmatige slaperigheid
                                                 Narcolepsie: onbedwingbare slaapaanvallen overdag
                                                 Slaapgebonden ademhalingsstoornis: ontregelde slaap door stoornis in ademhaling
                                                 Slaapstoornis gebonden aan circadiane ritmiek: ontregelde slaap door verstoring dag-nachtritme

           Parasomnia's: verstoringen in de inhoud van de slaap
                                                 Nachtmerries
                                                Pavor Nocturnus: plotseling schreeuwend en zeer angstig ontwaken uit de slaap
                                                Slaapwandelen

Secundaire slaapstoornissen: slaapstoornissen die samenhangen met andere psychische stoornissen en slaapstoornissen door een somatische aandoening of middelengebruik.                                                                          
  
                 

Welke subcategorieen vallen onder 'Stoornissen in de impulsbeheersing' ( niet elders geclassificeerd) en leg kort uit? En noem het hoofdkenmerk van deze stoornissen.

Subcatogrieën:
  • Kleptomanie: ziekelijke steelzucht
  • Pyromanie: drang tot brandstichting
  • Pathologisch gokken.

Hoofdkenmerk van deze stoornissen is dat de persoon niet bij machte is om een aandrang te weerstaan die schadelijke gevolgen heeft voor hemzelf of voor anderen.

Wat wordt verstaan onder de V-codes binnen de  hoofdcategorie "Andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn' ?

Bij V-codes gaat het niet om psychische stoornissen maar andere problemen die er al dan niet mee samenhangen en voldoende problematisch zijn om de aandacht er op te richten tijdens diagnostiek en behandeling, omdat zij het functioneren van de persoon in negatieve zin beïnvloeden.
Voorbeelden:
  • patient die naast zijn fobie ook relatieproblemen heeft
  • psychische problemen die een somatische aandoening beinvloeden
  • problemen door seksueel misbruik of mishandeling
  • rouwproblemen
  • levensfaseproblemen
  • problemen rond studie of beroep.

Soms is behandeling uitsluitend op deze problemen gericht en heeft de persoon geen psychische stoornis. In andere gevallen bestaan de problemen naast een psychische stoornis.

waarmee wordt de algemene beoordeling van het functioneren vast gesteld?

met de GAF.

wat zijn de klachten tav de dsm?

  1. dat een klacht pas bestaat als er een dsm diagnose is
  2. de inschatting vd clinicus speelt een rol bij totstandkoming vd diagnose
  3. dsm is categorieel en doet geen recht aan diversiteit en gradatie van symptomen.
  4. diagnostische criteria zijn ontstaan uit consensus van psychiaters en niet verkregen door empirisch onderzoek
  5. vaak komen stoornissen samen voor (angst en depressie) waardoor plaatsen in elkaar uitsluitende categorieën niet lukt.
  6. onderscheid tussen normaal en abnormaal functioneren is een probleem
  7. levensloopperspectief ontbreekt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo