Leertheoretische modellen van psychopathologie - Klassieke conditionering: het leren van betekenissen - Een cognitieve visie op klassieke conditionering

14 belangrijke vragen over Leertheoretische modellen van psychopathologie - Klassieke conditionering: het leren van betekenissen - Een cognitieve visie op klassieke conditionering

Wat was Tolman's opvatting over klassieke conditionering?

Het leren van een samenhang tussen 2 prikkels (bijv. bel en voedsel samen of kort na elkaar aanbieden

Hoe zag Tolman conditionering? en hoe wordt zijn opvatting genoemd?

Later ontstond het cognitief alternatief van Tolman. De S - S opvatting, namelijk dat de CS een beeld (representatie) uitlokt van de UCS. Bijvoorbeeld door het gezamenlijk aanbieden van de bel en voedsel wordt bij de hond het beeld van voedsel in zijn hersenen geactiveerd, bij het horen van de bel.

Uit welke elementen bestaat een interne representatie van een UCS?

  1. stimuluskarakteristieken: kleur vorm geur.
  2. responskarakteristieken: geheel van reacties die in het verleden optraden bij confrontaties met de stimulus
Het denken aan een citroen roept niet alleen het uiterlijk op (geel, elips), maar ook de gedachte aan de zuurheid en daarmee activatie van de speekselklieren
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn om conditionering plaats te laten vinden?

  1. Temporele contiguiteit tussen CS en UCS (het gezamenlijk optreden van de stimuli)
  2. Perfecte contingentie tussen de prikkels (logische samenhang; het toedienen van de UCS is volledig afhankelijk van de voorafgaande aanbieding van de CS)
  3. Kansberekening: mensen (proefdieren) berekenen hoe groot de kans is dat na een CS een UCS optreedt. Dit is een onbewust proces. Een schijnbaar paradox, dat mensen gevoelig zijn voor betekenistoekenning, contingenties (logische samenhang)

Welke paradox werd verklaard door de voorwaarde van het hebben van een verassingskarakter?

De paradox dat mens en dier in hun betekenistoekenning aan prikkels gevoelig zijn voor contingentie, hoewel ze zich hiervan vermoedelijk niet bewust zijn

Welke invoed heeft de representatieopvatting op het onderscheid tussen de UCS en de UCR?

Het is eigenlijk niets meer dan een kunstmatige opsplitsing van wat door de betrokkene veelal als een eenheid wordt gezien
De hond ziet de angstreactie en het voelen van pijn niet als afzonderlijke sensaties, maar als een totale pijnlijke en beangstigende gebeurtenis

Hoe zag Watson conditionering en hoe wordt zijn opvatting genoemd?


De behaviorist Watson, reduceerde deze opvatting tot een zuivere stimulus - respons visie. Hij beschouwde conditionering als het tot stand komen van een nieuwe verbinding tussen een stimulus (CS) en een respons (CR). Dit wordt aangeduid als de S-R opvatting. Prikkels krijgen een nieuwe betekenis

Wat is het verschil tussen het blokkeringseffect en het hogere-orde-conditioneringsexperiment?

Het verschil is dat in de tweede fase bij het blokkeringseffect wel de UCS wordt aangeboden en bij het hogere-orde-experiment wordt in de tweede fase alleen de CS aangeboden zonder UCS

Wat houdt conditionering van de gehele context in?

Dit houdt in dat wanneer de UCS niet iedere keer vooraf wordt gegaan door de CS (wanneer er dus niet perfecte contingentie is) de gehele context wordt geconditioneerd in plaats van een meer specifieke CS-conditionering 

Wat is een andere naam voor blokkeringseffect?

Cue competition effect

Hoe verandert de betekenis van de controverse tussen S-R en S-S door de representatieopvatting?

Het gaat niet meer om een tegenstelling tussen een behavioristische en een cognitieve visie, maar de vraag is onder welke voorwaarden de CS de representatie van de stimuluskenmerken activeert, wanneer de responskenmerken worden geactiveerd en wanneer beiden worden geactiveerd

Verschil tussen het blokkeringseffect en hogere-orde conditionering?

Bij hogere-orde conditionering wordt in de tweede fase niet ook nog de UCS aangeboden > De oorspronkelijke CS fungeert hier nu als UCS

Wat is een belangrijke voorwaarde voor het werken van het blokkeringseffect?

Dat er in de tweede fase geen verassingselement aan te pas komt
(Als de schok in de tweede fase bijvoorbeeld veel sterker of zwakker is dan in de eerste fase zorgt het verrassingselement alsnog voor conditionering van de lichtflits (wordt nu geassocieerd met een sterkere of zwakkere schok). In geval van de zwakkere schok vindt er inhibitorische conditionering plaats (Denk aan Rescorla-Wagnertheorie)

Interne representaties cognitieve psychologie tegenwoordig in complexe geheugenstructuren leveren 2 karakteristieken. Welke?

Stimuluskarakteristieken en responskarakteristieken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo