Schizofrene stoornissen - Kenmerken van schizofrene stoornissen
15 belangrijke vragen over Schizofrene stoornissen - Kenmerken van schizofrene stoornissen
Noem symptomen aan van schizofene patienten:
2.Afwending van de realiteit
3.Desintegratie; desorganisatie
4.Warrig worden van de communicatie en het denken
5.Grens- en onderscheidvervanging
6.Wanen
7.Hallucinaties
8.Stuporen
9.Mutisme
10.Grimassen
11.Manierisme, perseveratie, na-aperij
Wat houdt afwending van de realiteit in?
Wat houdt desintegratie; desorganisatie in?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt warrig worden van de communicatie en het denken in?
Wat houdt grens- en onderscheidvervaging in?
Wat houden 'wanen' in?
Wat houden hallucinaties in?
Wat houden stuporen in?
Wat houden grimassen in?
Wat houdt manierisme, perseveratie, na-aperij in?
Wat schrijft de DSM-III over wanen?
2.Gedachte-uitzending: zijn gedachten worden (eventueel per radio) uitgezonden, zodat anderen er kennis van kunnen nemen.
3.Gedachte-inplanting: gedachten die niet de zijne zijn, worden in zijn hoofd geplant.
4.Gedachteontrekking: bepaalde gedachten zijn hem ontnomen; anderen kunnen er nu over beschikken.
5.Andere bizarre wanen (duidelijk absurd, fantastisch of onaannemelijk).
6.Somatische, grootheids-, religieuze, nihilistische of andere wanen, die geen achtervolging of jaloezie impliceren.
7.Op hallucinaties gebaseerde wanen.
Noem de stadia van schizofrene stoornis:
-Het uitbreken van een schizofrene psychose.
-Na het verdwijnen van de schizofrene verschijnselen kan de betrokkene nog een tijdlang op een te laag plan functioneren.
Wat zijn de symptomen van een lagere niveau van functioneren?
2.Opvallend slechtere vervulling van sociale rollen.
3.Opvallend excentriek of vreemd gedrag, zoals verzamelen van rommel, tegen zichzelf praten, hamsteren van voedsel.
4.Verslechteringen van de persoonlijke hygiene en zelfverzorging.
5.Afstomping, vlakheid of onproportionele gevoelsuitingen.
6.In conversatie oppervlakkig blijven, afdwalen, vaag, overprecies, veel beeldspraak gebruiken.
7.Eigenaardige of bizarre denkbeelden of magisch denken (bijgelovigheid, helderziendheid, telepathie, zesde zintuig).
8.Ongewone zintuiglijke belevingen, zoals terugkerende illusies, het bespeuren van personen of krachten die er niet zijn.
Wat zegt de DSM IV over schizotypische persoonlijkheidsstoornis?
Wanneer krijg je volgens de DSM III en IV de diagnose schizofrenie?
Dat de schizofrene aanval, voor- en nastadium meegerekend, ten minste een half jaar heeft geduurd.
Wanneer kenmerkende symptomen duidelijk aanwezig zijn, maar minder dan een half jaar, wordt er gesproken van schizofreniforme stoornis.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden