Classificiatie II - Noordhoff

7 belangrijke vragen over Classificiatie II - Noordhoff

Een clinicus krijgt een cliënt op bezoek voor wie het vermoeden van ADHD bestaat. Hij heeft hier een aantal vragenlijsten voor klaarliggen waarbij de cliënt vragen over zichzelf moet beantwoorden en de omgeving vragen over hem moet beantwoorden, een strooptest (testen van impulsbeheersing) en een aantal aandachtstests. Verder gaat hij in gesprek met de cliënt aan de hand van een aantal vooraf vastgestelde onderwerpen. Deze werkwijze en diagnostische methoden bieden de clinicus altijd genoeg om naderhand wel of niet ADHD te kunnen vaststellen.

Niet waar


Een psycholoog kan een bepaalde diagnostische methode bij iedereen op dezelfde manier met dezelfde inhoud toepassen (gestandaardiseerd), of de wijze en de inhoud van de informatievergaring aanpassen aan de cliënt en/of de omstandigheden (niet-gestandaardiseerd).

Jill komt bij de psychiater. De psychiater stelt haar op haar gemak en vraagt wat de aanleiding is voor haar komst. Jill noemt meerdere redenen. De psychiater laat haar kiezen waar zij het als eerste over wil hebben en gaat in op onderwerpen, gevoelens en gedachten die Jill zelf aandraagt. Ook mag Jill voor de volgende afspraak bepalen waar zij het over wil hebben en wat zij wil bereiken. De psychiater gebruikt de antwoorden van Jill om het gesprek vorm en diepgang te geven.

Niet waar

Er bestaan verschillende typen interviews, die zich van elkaar onderscheiden in vorm en inhoud. In een open of ongestructureerd interview zijn de vorm en de inhoud van het gesprek vrij. Zowel de psycholoog als de cliënt kan in principe ieder gespreksonderwerp aansnijden en daarover uitweiden. Bij een semigestructureerd interview liggen de vragen vast en is er een instructie voor het beoordelen van de antwoorden.

De cliënt, Inge, schrijft een verhaal op over hoe zij haar jeugd heeft beleefd. Na een gesprek hierover stelt de clinicus vast dat er bij Inge sprake is van een onveilige hechtingsstijl.Welke informatie heeft de clinicus vergaard bij Inge?

Kwalitatief, categorieël en retrospectief
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoewel er enkele gestandaardiseerde observatie-instrumenten bestaan, komen de ongestructureerde observatie en het gebruik van dagboekjes het meest voor.

Waar

Het is mogelijk dat de intelligentie (IQ) van een cliënt in kortere of langere tijdspanne is achteruitgegaan.

Waar

Wat er wordt gerapporteerd in een psychologisch rapport, hoe het wordt gerapporteerd en aan wie zijn belangrijke zaken voor een psycholoog om rekening mee te houden. De belangen van de cliënten dienen te allen tijde voorop te staan en niet te worden geschaad. Om die reden zijn ethische aspecten van het rapporteren opgenomen in de beroepscodes van psychologieverenigingen.Wat zijn voorbeelden van beroepscodes?

Beroepscode voor Psychologen
Ethical Principles of Psychologists and code of conduct
Algemeen standaard testgebruik

Wat doen de neuropsychologische tests?

Neurocognitieve tests kunnen door een testbatterij veel informatie opleveren over de samenhang tussen hersenfuncties en probleemgedrag. Zo meet de Bourdon-Wiersma-test de volgehouden aandacht (concentratie), de 15-Woorden Test inprenten en kortetermijngeheugen en de Wisconsin Card Sorting Test de executieve functies (cognitieve functies die nodig zijn voor het uitvoeren van planmatig gedrag).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo