Leertheoretische benaderingen van Psychopathologie - Noordhoff

10 belangrijke vragen over Leertheoretische benaderingen van Psychopathologie - Noordhoff

Welke uitspraak over Thorndike, Pavlov of Skinner is onjuist?

Onder invloed van Pavlov werd instrumentele conditionering later synoniem voor operante conditionering.

De procedure die Thorndike aanduidde (de proef waarbij de kat aan een touw leert trekken om zijn voedsel te verkrijgen), wordt instrumentele conditionering genoemd. De procedure die Pavlov aanduidde wordt klassieke conditionering genoemd (honden gaan kwijlen na het horen van een bel). Onder invloed van Skinner werd instrumentele conditionering later synoniem voor operante conditionering (rat heeft een pedaaltje om over voedsel te beschikken). Skinner ontwierp een alternatieve proefopstelling die bekend raakte als de Skinner-box.

Belangrijke elementen van zowel instrumentele als klassieke conditionering worden verkort opgeschreven. Zoek de termen bij de juiste afkortingen: S & O & OR & E & OP & VP.

onvoorwaardelijke prikkel: OP
discriminatieve prikkel: S
onvoorwaardelijke reactie: OR
uitkomst: O
voorwaardelijke prikkel: VP
respons: R

Welke uitspraak over de propositionele theorie is onjuist?

Het is van de leertheorieën een invloedrijke associatietheorie.

De propositionele theorie is meer dan een associatietheorie. Terwijl een associatie gebeurtenissen alleen met elkaar verbindt, doet een propositie (hypothese) ook een uitspraak over de aard van het verband (als ik een bel hoor, zal ik voedsel krijgen). De theorie verklaart conditionering via geheugen- en redeneerprocessen (die bijvoorbeeld worden ingeroepen om schaken of ander complex gedrag te verklaren). Het leren vindt plaats door middel van het opslaan van een hypothese of propositie in het geheugen en het vertrouwen in deze hypothese.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Appetitieve conditionering kan ons helpen bij het begrijpen van onder meer verslaving. Er zijn belangrijke gelijkenissen tussen verslaving en verstoord eetgedrag.


Welke uitspraak over dit onderwerp is niet waar?

Spruitjes zijn een voorbeeld van appetitieve conditionering.

Verslaving en verstoord eetgedrag worden gekenmerkt door craving en preoccupatie met het product. De theorie verklaart dat VP's (chocola) geassocieerd raken met de inname van het product, OP (inname chocola). De VP's (zien van chocola) kunnen craving (VR), verlangen om het te eten, gaan uitlokken. Spruitjes zijn enkel een appetitief wanneer iemand deze lekker vindt of heel graag wil eten omdat hij erge honger heeft. Wanneer iemand spruitjes heel vies vindt, kan het zelfs aversief zijn. 

Welke uitspraak met betrekking tot aversieve conditionering en Watson is niet waar?

Acquisitie treedt niet op als een VP wordt opgevolgd door een aversieve OP.

Een beroemde gevalsstudie van Watson, grondlegger van het behaviorisme, was die met de 11 maanden oude kleine Albert. Hij liet Albert spelen met een ratje waar hij niet bang voor was. Maar later, iedere keer als Albert het ratje wilde aanraken, liet hij hem schrikken door een hard geluid. Dit was het bewijs dat initieel neurale gebeurtenissen die gepaard gaan met een akelige of gevaarlijke gebeurtenis angst zullen uitlokken en dat acquisitie dus ook optreedt als een VP wordt opgevolgd door een aversieve OP.

Lennart is de nieuwe trainer van een badmintonteam bestaande uit Mart, Bob en Koen. Mart heeft altijd alleen maar complimenten gehad van zijn vorige trainer en geen kritiek. Bob is altijd gekleineerd door zijn vorige trainer en heeft nooit te horen gekregen wat hij goed deed. Koen werd altijd genegeerd door zijn vorige trainer als zijn trainer een slechte dag had.
Lennart start zijn eerste training. Als hij ziet dat de jongens geen serieuze instelling hebben, scheldt hij hen alle drie ongegeneerd uit.


Wie heeft met betrekking tot ervaringen in het angstleren waarschijnlijk het sterkste latente inhibitie-effect?

  • Mart

Het latente inhibitie-effect verwijst naar de observatie dat conditionering trager verloopt indien de VP vooraf enkele keren wordt aangeboden zonder dat de OP is aangeboden. Kinderen die een aantal keer bij de tandarts zijn geweest zonder iets akeligs beleefd te hebben, hebben een kleinere kans op tandartsangst wanneer zij vervolgens wel iets akeligs beleven bij de tandarts. Aangezien Mart alleen nog maar positieve ervaringen heeft, zal het latente inhibitie-effect bij hem waarschijnlijk het sterkste zijn. 

Welke uitspraak over de tweefactorentheorie is onjuist?

Deze werd beschreven door Pavlov.

Het hoofdsymptoom van angststoornissen is vermijdingsgedrag en een klassieke verklaring voor vermijdingsgedrag werd door Mowrer beschreven in de tweefactorentheorie. De eerste factor is klassieke conditionering (opwekken van angst; een feestje met nieuwe mensen leidt tot een negatieve beoordeling) en de tweede factor is instrumentele conditionering en komt in het spel bij vermijdingsgedrag. Het cruciale inzicht van Mowrer is dat het vermijdingsgedrag bekrachtigd wordt door de daling van angst die erop volgt (niet naar het feestje gaan betekent geen negatieve beoordeling van anderen).

Wat is geen voorbeeld van conditionering van valentie?

Een appetitieve OP die voorafgaat aan een appetitieve VP zal valentiewaarde krijgen voor een persoon.

Voorbeelden van conditionering van valentie zijn negatieve valentie (een VP die voorafgaat aan een aversieve OP zal niet alleen de aanwezigheid van deze OP voorspellen, maar zelf ook een negatieve valentie krijgen) en positieve valentie (een VP die voorafgaat aan een appetitieve OP zal een positieve valentie krijgen). Een concreet voorbeeld van negatieve valentie is dat iemand met extinctie-ervaringen met smetvrees weet dat het geven van een hand hem niet ziek maakt maar het geven van een hand toch nog steeds onaangenaam blijft vinden.

Welke uitspraak over spontaan herstel is niet waar?

Spontaan herstel werd ontdekt door Watson.

Spontaan herstel werd ontdekt door Pavlov en is een belangrijke bevinding omdat het laat zien dat uitdoving een voorbijgaand fenomeen is en bewijst dat de VP-OP-associatie nog in het geheugen aanwezig is. De huidige consensus is nu dan ook dat extinctie nieuw leren inhoudt: de VP wordt niet gevolgd door de OP zonder dat de VP-OP-associatie verdwijnt. De contextafhankelijkheid van het uitdovingseffect is overvloedig aangetoond.1

Welke uitspraak over DRO is onjuist?

DRO staat voor 'do, react, outcome'.

DRO staat voor 'differential reinforcement of other behaviors'. Dit is een methode om ongewenst instrumenteel gedrag te verminderen door meer gewenst gedrag te bekrachtigen. Deze techniek heeft als voordeel dat het duidelijk is wat het gewenste gedrag is. Vaak worden bestraffing en DRO in combinatie gebruikt. In sommige verslavingsklinieken kunnen cliënten privileges verdienen door clean te blijven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo