Psychoanalytische benaderingen van Psychopathologie - VI - Noordhoff

12 belangrijke vragen over Psychoanalytische benaderingen van Psychopathologie - VI - Noordhoff

Onbewuste processen en geheugenprocessen hangen nauw met elkaar samen.


Stelling:
Het impliciete geheugensysteem maakt gebruik van talige symbolen en heeft betrekking op feiten, ideeën en autobiografische gebeurtenissen die herinnerd (en verdrongen) worden.

Onjuist

Het expliciete geheugensysteem maakt gebruik van talige symbolen en heeft betrekking op feiten, ideeën en autobiografische gebeurtenissen die herinnerd (en verdrongen) worden. Het impliciete geheugensysteem komt tot uitdrukking in automatismen in denken, voelen en doen, die hun oorsprong hebben in preverbale ervaringen van voor het derde, vierde levensjaar maar waaraan feitelijke herinneringen nog niet kunnen bestaan.

Overdracht en tegenoverdracht zijn kernconcepten uit de psychoanalytische behandeltheorie.


Stelling:
De (non-verbale) houding van de patiënt tegenover zijn behandelaar wordt overdracht genoemd.

Juist

Overdracht en tegenoverdracht zijn kernconcepten uit de psychoanalytische behandeltheorie. Onbewuste processen manifesteren zich ook in de klinische setting. De (non-verbale) houding van de patiënt tegenover zijn behandelaar wordt overdracht genoemd. Tegenoverdracht heeft betrekking op de houding van de therapeut tegenover de patiënt.

Welke uitspraak over tegenoverdracht is niet waar?

Aanvankelijk zag Freud tegenoverdracht als manifestatie van onopgeloste problematiek van de cliënt.

Aanvankelijk zag Freud tegenoverdracht als manifestatie van onopgeloste problematiek van de therapeut en was hij van mening dat tegenoverdracht het therapeutische proces in gevaar kan brengen. In latere opvattingen wordt benadrukt dat tegenoverdracht ook een reactie kan zijn op de problematiek van de patiënt. Het monitoren door de therapeut van zijn tegenoverdrachtsgevoel is een belangrijk instrument om te begrijpen wat er in de innerlijke wereld van de patiënt gebeurt. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart





Jorn is net zes jaar geworden en wil alles samen met zijn moeder doen. Hij brengt al zijn vrije tijd met haar door en wil later met haar trouwen. Van zijn vader wil hij momenteel niets weten. Alles wat zijn vader zegt vindt hij stom en hij voelt een grote jaloezie ten opzichte van zijn vader als deze aandacht aan zijn moeder geeft.







Stelling:
Er is sprake van het positieve oedipuscomplex.


Juist

In de oedipale fase komt de driehoeksrelatie (moeder, vader, kind) centraal te staan. Het oedipuscomplex wordt beschouwd als een scharnierpunt in de emotionele ontwikkeling. Het kind heeft een hartstochtelijke gerichtheid op de ouder van het andere geslacht en een intense vijandigheid naar de ouder van de eigen sekse. Dit heet het positieve oedipuscomplex. Bij het negatieve oedipuscomplex zijn de verlangens gericht op de ouder van hetzelfde geslacht en de vijandigheid op de ouder van het andere geslacht.

Don wordt op de werkvloer gepest door Jack en Thomas. Wanneer hij merkt dat zijn toetsenbord het niet doet omdat zij er koffie in hebben laten lopen, voelt hij een bijna onbedwingbare drang om hun kamer in te lopen en hen in elkaar te slaan. Maar Don weet dat het niet gepast is om collega's in elkaar te slaan. Hij beheerst zich, maakt zijn toetsenbord schoon en gaat weer aan het werk.


Welke functie zorgt ervoor dat Don drang voelt om zijn collega's in elkaar te slaan?


Es of Id (Het)

Het Es is een driftmatige motor, de psychische energie van een persoon. Het trekt zich niets aan van de werkelijkheid en is alleen gericht op spanningsreductie (collega's in elkaar willen slaan). Het Boven-Ik vertegenwoordigt morele waarden en idealen en heeft de functie van geweten en zelfkritiek (het is niet gepast om collega's in elkaar te slaan, mogelijk verlies ik dan mijn baan). Het Ik bemiddelt tussen de aanspraken van het Es, de bevelen van het Boven-Ik en de eisen van de externe werkelijkheid (beheersen, toetsenbord schoonmaken en weer aan het werk gaan).

Er zijn verschillende primitieve en rijpe afweervormen. De eerste afweervormen werden beschreven door Anna Freud. Zoek de termen bij de juiste afkortingen.

Er zijn verschillende primitieve en rijpe afweervormen. De eerste afweervormen werden beschreven door Anna Freud. Regressie is terugval naar een eerder doorgemaakt stadium van de psychologische ontwikkeling. Reactievorming is dat een onacceptabele wens of impuls in zijn tegendeel wordt omgezet. Projectie is dat impulsen, gedachten of gevoelens bij jezelf worden ontkend en aan een ander worden toegeschreven. Rationalisering is een zelfrechtvaardiging door je gedrag, motieven en gevoelens fraaier en verstandiger voor te stellen dan ze zijn en ontkenning is dat wensen, gedachten en gevoelens tot uitdrukking worden gebracht en spontaan weer woorden teruggenomen.

Ronald Fairbairn introduceerde de term objectrelatiepsychologie.

Juist

Ronald Fairbairn introduceerde de term objectrelatiepsychologie. Het uitgangspunt is dat mensen al vanaf hun eerste levensdagen relationeel georiënteerd zijn en dat relationele ervaringen in de kindertijd de basis leggen voor de innerlijke structuur. Uit ontelbare interacties ontstaan innerlijke representaties van de relaties tussen het zelf, de ander en hun onderlinge gevoelsbetrekking. Deze innerlijke representaties worden objectrelaties genoemd. Het gaat om interacties zoals deze zijn ervaren en geïnternaliseerd; ze hoeven niet te stroken met de feitelijke interpersoonlijke interacties. 

Stelling:
De projectieve identificatie van Melanie Klein bleek volgens later onderzoek hetzelfde te zijn als de Freudiaanse notie van projectie.

Onjuist

In de Freudiaanse notie van projectie wordt datgene wat met niet van zichzelf verdraagt aan een andere persoon toegeschreven. Het door Melanie Klein geïntroduceerde afweermechanisme projectieve identificatie gaat een stap verder. Het verschil met projectie is dat de omvang van het geprojecteerde en de nauwe relatie met het geprojecteerde blijft bestaan (de betrokkene identificeert zich met wat hij weg heeft geprojecteerd). Een voorbeeld is het controleren van de partner bij het verlangen om zelf vreemd te gaan.

Welke uitspraak over persoonlijkheidsorganisaties is niet waar?
Kernberg onderscheidt:


de driftpsychologie van de egopsychologie en de objectrelatiepsychologie

Otto Kernberg sloeg een brug tussen de drift- en egopsychologie en de objectrelatiepsychologie en onderscheidde drie persoonlijkheidsorganisaties op ordinale schaal die met een vloeiende overgang de ernst van persoonlijkheidspathologie aangeeft: de neurotische, de borderline en de psychotische. Daarnaast onderscheidde Kernberg drie aspecten van persoonlijkheid: kwaliteit van de identiteit (van geïntegreerd naar onsamenhangend), kwaliteit van de dominante afweerstijl (van rijp naar primitief) en kwaliteit van realiteitstoetsing (van intact naar gestoord).

Welke uitspraken over zelfpsychologie zijn waar?

Heinz Kohut introduceerde de zelfpsychologie. De zelfpsychologie richt zich op zelfwaardering (de affectieve kleur van het zelfgevoel), zelfcontinuïteit (de stabiliteit van het zelf in de tijd) en zelfcohesie (hoe externe relaties nodig zijn voor het ontwikkelen en in stand houden van de samenhang van het zelf). Kohut observeerde spiegeloverdracht bij narcistische problematiek. Dit betekent dat de cliënt wil dat de therapeut hem bevestigt en bewondert. Ook observeerde hij idealiserende overdracht bij narcistische problematiek. Dit betekent dat de cliënt de therapeut beleeft als een sterke, almachtige (ouder)figuur waar troost en kalmering van uitgaat.

Stelling:
Mentaliseren betekent dat je er besef van hebt dat je eigen doen en laten, en dat van anderen, wordt gemotiveerd door innerlijke toestanden zoals gedachten, gevoelens en verlangens.

Juist

Mentaliseren betekent dat je er besef van hebt dat je eigen doen en laten, en dat van anderen, wordt gemotiveerd door innerlijke toestanden zoals gedachten, gevoelens en verlangens. Als je iemand ziet fronsen, zie je niet alleen dat hij zijn voorhoofd samentrekt maar ook of hij geïrriteerd of verbaasd is. Mentaliseren (in de filosofie en cognitieve psychologie wordt gesproken van 'theory of mind') ontwikkelt zich in de eerste vier tot zes levensjaren als de primaire verzorgers zelf over mentaliserend vermogen beschikken. 

Het psychoanalytisch denken maakt een onderscheid tussen twee vormen van persoonlijkheidspathologie: conflict- en ontwikkelingspathologie. Welke uitspraak over deze behandelvormen is incorrect?


Conflictpathologie heeft zijn oorsprong in de adolescentieperiode.

De psychoanalytische behandelvormen variëren op de dimensies inzichtgevend-steunend, kortdurig-langdurig en hoog frequent-laag frequent. Conflictpathologie heeft zijn oorsprong in de kindertijd en is traditioneel het domein van inzichtgevende, duidende interventies. In het model van de ontwikkelingspathologie wordt persoonlijkheidspathologie begrepen vanuit tekorten in de persoonlijkheidsontwikkeling (met name emotionele afstemming tussen primaire omgeving en kind in eerste levensjaren) en is ontwikkelingspathologie traditioneel het domein van steungevende interventies. Ontwikkelingspathologie en conflictpathologie sluiten elkaar niet uit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo