Farmacotherapie en andere niet-psychotherapeutische behandelvormen - Soorten psychofarmaca

23 belangrijke vragen over Farmacotherapie en andere niet-psychotherapeutische behandelvormen - Soorten psychofarmaca

Welke indeling van psychofarmaca kan je op basis van historische ontwikkelingen van diverse stoffen doen?

  1. Antipsychotica = neuroleptica
  2. antidepressieve
  3. stemmingsstabilisatoren
  4. anxiolitica
  5. hypnotica
  6. stimulantia

Stemmingsstabilisatoren, werking, indicaties, bijwerkingen

Stemming stabiliseren, bij manie en depressie. Vaak wordt Lithium gebruikt.

Werkingsmechanisme
Ze voeren hun werking waarschijnlijk uit via de ionkanalen in het celmembraan.
- smalle therapeutische index, daarom hoort bepaling van de bloedspiegel bij de reguliere controles.
- lithium wordt uitgescheiden via de nieren > belangrijk voor mensen met nierfunctiestoornissen.

Indicaties
Belangrijkste: bipolaire stoornis, depressie en manie. Als behandeling en onderhoudsdosering.
- schizoaffectieve stoornis
- borderline-persoonlijkheidsstoornis
- additiebehandeling bij antidepressiva
- agressieregulatie
- voorkomend effect op suïcide

Bijwerkingen
Lithium is een zout
- dorst
- veel plassen
- maag- en darmklachten
- droge mond
- acne
- trillen
- moeheid
- psoriasis
- schildklierstoornissen
- geleidingsstroonis van het hart
Regelmatig een ECG is daarom ook noodzakelijk.

Hoe worden pychofarmaca tegenwoordig ook wel genoemd, ipv antidepressivum of antipsychotica

niet op basisv an de aandoening maar meer op basis van het werkingsmechanisme, bv serotonineheropnameremmer of dopamineblokker
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is kenmerkend voor antipsychotica?

  • Dit zijn stoffen met een kalmerende en onverschilligmakende (neuroleptiserende) werking. Ze 'normaliseren
  • onrustige en angstige patienten > worden gesedeerd (gekalmeerd)
  • geremde patienten > worden geactiveerd
  • Patienten beschrijven vaak een gevoel van distantie ten opzichte van eigen beleving. Lichte vorm van depersonalisatie of emotionele afvlakking. Hierdoor vinden sommige mensen het niet prettig.    

Hoe wordt een geneesmiddel meestal omschreven

de stofnaam met een kleine letter (haloperidol)
merknaam met een hoofdletter en een *: (Haldol*).
bij middelen waarbij het patent is verlopen die onder veerschillende merknamen verkrijgbaar zijn, wordt enkel de stofnaam gegeven.

Stimulantia, indeling, werking, indicaties en bijwerkingen. Methylfenidaat (Ritalin, concerta, medikinet),
Atomoxetine (Strattera) (reboundeffect)

Stimulerende werking op het brein, leidt tot vermindering overactiviteit en tot verbetering van de aandacht en concentratie.

Indeling
Methylfenidaat (Ritalin, concerta, medikinet)
Atomoxetine (Strattera) 

Werkingsmechanisme
Ritalin, methylfenidaat: werkzaam via de dopaminerge zenuwcellen, dopamine werkt op de frontale processen en motoriek.
- rem- en filterfunctie wordt door methylfenidaat versterkt.

In rust zorgt het voor een stimulerende werking, daarom wordt het niet gegeven aan het einde van de middag of 's avonds.  
Korte halfwaardetijd.

Strattera, atomoxetine: remmen de heropname van noradrenaline.

Indicaties: ADHD

Bijwerkingen
Amfetamines: <eetlust, gewichtsvermindering, slaapproblemen, trillen, hoofdpijn, droge mond, toename van somberheid en angstklachten.
Er kan een reboundeffect optreden aan het einde van de dag: symptomen komen in versterkte mate terug.

Atomoxetine: misselijkheid, buikpijn, griepgevoel, < eetlust, hoge RR, onrust, prikkelbaarheid, duizeligheid, vermoeidheid, > HF.

Op basis van de chemische structuur kunnen antipsychotica worden onderverdeeld in 2 groepen, welke?

  1. Typische antipsychotica
    • Haloperiodol, Flufenazine, Flupentixol
  1. Atypische antipychotica
    • aripiprazol, clozapine, olanzapin, risperidon


de atypische middelen hebben een ander bijwerkingsprofiel. Dit heeft te maken met een selectievere beïnvloeding van het dopaminesysteem. Hierdoor ontstaan er minder bewegingsstoornissen als bijwerking.

Wat is een nieuwe ontwikkeling in de psychofarmaca?

Om medicijnen niet te benoemen op basis van aandoening, zoals antidepressiva of antipsychotica omdat deze medicijnen ook bij andere stoornissen gebruikt kunnen worden.

In plaats daarvan spreken op basis van werkinsmechanismen (serotonineheropnameremmer of dopamineblokker)

Wat wordt beschreven in het Farmacotherapeutisch Kompas

Alle in Nederland gereistreerde farmaca, hun eigenschappen, bijwerkingen, gebruikte doeringen en indicaties, staan beschreven in hierin.
(belgie: Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie)

Op welke manier werkt antipsychotica?

Antipsychotica blokkeren verschillende dopaminereceptoren in het centrale zenuwstelsel. Dopamine komt veel voor in het brein. Dopaminereceptoren zitten met name in prefontale cortex en basale ganglia, dus bewegingaansturing. Blokkade hierin afname psychotische kenmerken

Welke bewerkingen hebben antipsychotica?

  • Parkinsonachtige klachten, zoals tremoren, stijfheid van de spieren en bewegingsarmoede.
  • de atypische antipsychotica als veel voorkomende bijwerking ontregeling van glucose en vetmetabolisme
  • antipsychotica leiden niet tot gewenning of tolerantie.
  • het is een veilig geneesmiddel in die zin dat 10 keer te veel innemen niet leidt tot dodelijke gevolgen.

Worden antidepressiva alleen gebruikt bij behandeling van depressieve stoornissen?

Vroeger was dit wel zo, maar tegenwoordig is gebleken dat ze ook bruikbaar zijn behandeling van diverse angststoornissen, obsessieve-compulsieve stoornissen, eetstoornissen.

Wat zijn atypische antipsychotica

in vergelijking met de typische middelen een ander bijwerkingsprofiel. Dit betreft met name selectievere beïnvloeding van het dopaminerge receptorsysteem en minder beïnvloeding van andere neurotransmittersystemen, zoals de cholinerge en histaminerge receptorsystemen. Klinische heeft dit tot gevolg dat er minder sprake is van bewegingsstoornissen.

Wat is het verschil tussen middelen met een hoge potentie en middelen met een lage potentie?

antipsychotica met een lag potentie hebben een gering effect op de dopaminereceptoren. Om die reden worden ze nogal eens voorgeschreven om sedatie (kalmering) tewee te brengen bij (onrustige) geagiteerde patienten.
Die met een hoge potentie, die met name D2-receptoren blokkeren, worden bij de behandeling van psychosen toegepast.

Daarnaast verschilt per antipsychoticum in hoeverre er ook andere receptoren worden geblokkeerd. Dit verklaart het verschil in bijwerkingen.

Op welke wijze wordt de meest passende antidepressiva gekozen?

Dit wordt gedaan op basis van interacties met de patient, mogelijke bijwerkingen, eerdere ervaringen met geneesmiddelen.

Wat zijn de belangrijkste indicaties voor antipsychotica

  • ernstige stoornissen in denken en waarneming, m.n. wanen en hallucinaties
  • toestandenv an grote onrustig bij organiche syndromen zoals dementie, delier
  • bipolaire stoornis, acute manie alsook onderhoudsehandeling ter recidiefpreventie
  • addititbehandeling (=toevoeging bij andere medicatie) bij ocd
  • overige, meer zelfdzame niet psychiatrische aandoeningen zoals gilles de la tourette en ziekte van hntington

Wat is de werking van antidepressiva?

  • Ze kunnen bij mensen met een depressieve stoornis de depressieve klachten verminderen, maar bij mensen zonder depressieve stoornis, verbeteren ze de stemming niet.
  • in 50 tot 75 % is de werking effectief
  • placebo is in 30 tot 40% effectief gebleken

Welke bijwerkingen treden op bij gebruik van antidepressiva?

  • Eerste paar weken gevoel van gejaagdheid en onrust, doordat de patient actiever wordt terwijl de stemming nog niet verbeterd is. dit kan samengaan met toename van suicidale gedachten.
  • maag-darmklachten
  • misselijkheid
  • hoofdpijn
  • onrustig slapen
  • seksuele functiestoornis


Antidepressiva leiden niet tot gewenning of tolerantie!

Welke bijwerking bij blokkade van de histaminereceptoren

  • sufheid
  • gewichtstoename

Hoe wordt een antipsychotica ingenomen

  • oraal, tablet, smelttablet
  • depot, in spierbundel. een oplossing van een geneesmiddel in een olieachtige of waterige substantie. Het geneesmiddel wordt langzaam afgegeven aan de bloedbaan. zorgt voor ene vrij constante concentratie van het geneesmiddel in de bloedbaan
  • bij delier soms via infuus

Welke types antidepressiva

  • werkzaam via noradrenalinereceptor
  • werkzaam via serotoninereceptor


beiden receptoren uitgebreid aanwezig in het brein:
  • in cortex
  • amygdala
  • hippocampus
  • hypothalamus
  • striatum

Deze gebieden zijn betrokken bij stemmings-en angstregulatie, maar ook bij seksuele functies en impulsregulatie.

Een andere manier van antidepressiva indelen, vooral op historische overwegingen

  • TCA tricyclische antidepressiva
  • selectieve serotonineheropnameremmers SSRI
  • MAOremmers Monoamineoxidaseremmers

Wat voor bijwerkingen bij antidepressiva?

De eerste paar weken kan er onrust en gejaagdheid optreden. Patient wordt actiever maar de stemming is nog niet verbeterd.
Dit kan samengaan met het induceren of een toename van doodsgedachten en suïcidaliteit!!

de bijwerkingen zijn te herleiden tot  de neurotransmittersystemen waarop zij werkzaam zijn.

SSRI: meer serotonerge bijwerkingen

tricyclische en moderne: werken op meerdere systemen en kunnen dan ook naast bijwerkingen op het serotonerge systeem ook op meerder tegelijk geven. bv noradrenaline, histamine

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo