Angststoornissen - Behandeling - psychologische behandeling: cognitieve gedragstherapie
17 belangrijke vragen over Angststoornissen - Behandeling - psychologische behandeling: cognitieve gedragstherapie
Waarom worden er zelfregistratie opdrachten gegeven aan mensen met een angststoornis?
- Er wordt een beeld gecreëerd over de aard en de frequentie van de problemen en de omstandigheden waarin ze zich voordoen.
- helpt casus conceptulatie op te stelen
- vaak is er al een vermindering van angt/probleemgedrag
Welke 2 doelen hebben registratieopdrachten?
- Een beeld geven van de aard en frequentie van de problemen, en de omstandigheden
- Input voor casusconceptualisatie
Bovendien leidt zelfregistratie tot afname van angst en probleemgedrag.
Wat is het doel van registratieopdrachten bij angststoornissen?
2. Het leveren van gegevens die gebruikt kunnen worden om de casusconceptualisatie op te stellen.
Registratie leidt in sommige gevallen zelf al tot afname van de klachten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn sequentiële en referentiële verbanden binnen de betekenisanalyse? Leg het uit in termen van terninologie BA. Geef een voorbeeld van beide. Welke interventies zijn dan van toepassing?
Referentieel: de situatie activeert de herinnering aan een eerdere gebeurtenis. CS roept een herinnering aan een eerdere gebeurtenis op (US/UR), die herinnering roept destijds gevoelde angst op (CR)
Sequentieel: Sociaal contact (CS) -> afwijzing verwacht (US/UR) --> angst (CR)
Refentieel: Contact met leeftijdsgenoten (CS) -> herinnering vernedering in de klas (US/UR) --> destijds gevoelde angst wordt geactiveerd (CR)
Interventies:
- sequentieel -> exposure
- referentieel -> cognitieve herstructurering, EMDR
Wat wordt er geanalyseerd met een betekenis en functienanalyse
Wat is betekenisanalyse (BA)?
CS (hond) -> US/UR (gebeten worden) -> CR (angst)
Wat is het verschil in gebruiksdoeleinden van de functieanalyse of de betekenisanalyse?
2. De betekenisanalyse wordt gebruikt voor analyse van probleemgedrag (vermijdings- veiligheidsgedrag) en de negatieve gevolgen hiervan.
Wat zijn sequentiële en referentiële verbanden? Welke interventies zijn dan van toepassing?
Referentieel: de situatie activeert de herinnering aan een eerdere gebeurtenis
Interventies:
- sequentieel -> exposure
- referentieel -> cognitieve herstructurering, EMDR
Wat is functieanalyse (FA)?
Context (Sd) -> Gedrag (R) -> Sr-pos en Sr-min
Uit welke 2 soorten verbanden kan de betekenisanalyse bestaan?
2. Referentiële verbanden: een situatie activeert de herinnering aan een eerdere gebeurtenis. Zo kan contact met leeftijdsgenoten (CS) doen denken aan een vernedering voor de klas (US/UR) en daardoor angst oproepen (CR).
Bij de meeste angststoornissen spelen vooral sequentiële associaties een rol.
Wat is vermijdingsgedrag en noem de twee soorten
Welk type verband in de betekenisanalyse van angststoornis komt het meeste voor bij angststoornissen?
Welke basisinterventies binnen CGT zijn er voor angststoornissen?
- PE
- Registratie
- Relaxatie
- Cognitieve herstructurering
- Exposure (in vivo, imaginair, interoceptief)
- Responspreventie
- Vaardigheidstraining
- Transfer of change / terugvalpreventie
Waarop is de functieanalyse gebaseerd?
Wat is functieanalyse (FA)? Geef voorbeeld met terminologie aan de hand van niet wille vliegen vanwege neerstorten terwijl het gezin wel wilt vliegen
Context (Sd) -> Gedrag (R) -> Sr-pos en Sr-min
Iemand doet R in context Sd, omdat hij positieve consequenties verwacht (Sr-pos), ook al leidt dat tot negatieve consequenties (Sr-neg).
Iemand wil op vakantie (Sd), maar vermijdt vliegen (R), omdat hij neerstorten moet voorkomen (Sr-pos), ook al leidt dit tot conflict met gezin (Sr-neg)
Wat is vermijdingsgedrag en veiligheidsgedrag? Leg dit uit aan de hand van mijn eigen angst voor dode dieren
Veiligheid: voorkomen van optreden gevoel door bepaald gedrag te doen. (alertheid voor dode dieren op straat zodat ik ze kan vermijden, ogen dicht doen)
Basisinterventies binnen CGT voor angststoornissen.
- Psycho-educatie
- Registratieopdrachten
- Relaxatietechnieken
- Cognitieve herstrucurering
- Exposure
- Responspreventie
- Vaardigheidstraining
- Transfer, Change, Terugvalpreventie
Wat is dit allemaal?
- Info over angst(stoornissen), cognitief model geven van angst en behandelopties bespreken.
- Registratie van ernst en frequentie gedrag
- Ontspanning/ademhalingsoefeningen
- Socratische dialoog of gedachteschema, gedragsexperiment
- In vivo: bloostelling situatie/object
Imaginair: bloostelling herinnering
Interoceptief: blootstelling lichamelijke sensatie - Niet uitvoeren veiligheidsgedrag
- Sociale vaardigheidstraining, probleemoplossing
- Stimuleren, evalueren en toepassen geleerde buiten de therapie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden