Farmacotherapie en andere niet-psychotherapeutische behandelvormen - Psychofarmacologische interventies

21 belangrijke vragen over Farmacotherapie en andere niet-psychotherapeutische behandelvormen - Psychofarmacologische interventies

Wat doe het lichaam met het middel = farmacokinetiek - absorptie, verdeling, metabolisme, uitscheiding

Absorptie: oraal, anaal, veneus, musculair etc.

Verdeling: het middel moet zich verspreiden over het lichaam. De bloed-hersen-barrière is hierin een bescherming. Middelen die sterk aan bloedeiwitten gebonden zijn verlaten moeilijk de bloedbaan en passeren moeilijker de hersenen.

Metabolisme: afbraak, meestal door de lever door het p450-systeem. De mate waarin er verschillende p450-enzymen aanwezig zijn verschilt per persoon door etniciteit en erfelijkheid.
- belangrijke waarde is de halfwaardetijd

Uitscheiding     

Geef een korte omschrijving van de geschiedenis van de volgende psychofarmaca: chloralhydraat, broomkali, barbituraten, lithium, chloorpromazine.

  • chloralhydraat: het eerste gefabriceerde kalmerende middel (1832), vervanger van morfine
  • broomkali: goedkope vervanger van chloralhydraat, gebruikt bij diepe-slaaptherapie
  • barbituraten: de eerste slaapmiddelen
  • lithium: behandeling van manie
  • chloorpromazine: behandeling van onrust en psychose, oorspronkelijk ontwikkeld voor allergische reacties

Waar gaan psycho-farmcologische interventies altijd mee gepaard?

  • voorlichting over de ziekte
  • voorkomen, beloop, patho-etiologische factoren en de behandelingsmethoden daarvan (psycho-educatie)
  • ondersteunende psychotherapie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Geef een korte omschrijving van de geschiedenis van de volgende psychofarmaca: chloralhydraat, broomkali, barbituraten, lithium, chloorpromazine, haloperidol, imipramine, MAO-remmers en chloordiazepoxide?

  • chloralhydraat: 1e gefabriceerde kalmerende middel (1832), vervanger van morfine bij zenuwziekten
  • broomkali +/-1850): goedkope vervanger van chloralhydraat, ook gebruikt bij diepe-slaaptherapie
  • barbituraten (1900): de eerste slaapmiddelen
  • lithium (1949) : behandeling van manie (cavia's waren kalmer)
  • chloorpromazine (195): behandeling van onrust en psychose, 
  • Haloperidol: antipsychoticum (1958, Paul Janssen)
  • Imipramine: eerste tricyclische antidepressivum
  • MAO-remmers (1958): monoamineoxidaseremmers - antidepressiva
  • chloordiazepoxide (librium): eerste anxiolyticum

Wat zijn de effecten van het geneesmiddel op het lichaam = farmacodynamiek. Hoe bewerkstelligen medicamenten hun effect en wat is de dosis-respons curve?

Effecten van geneesmiddelen door:
- binding aangaan met receptoren op het celmembraan, waardoor bepaalde fysiologische veranderingen binnen de cel geïndiceerd worden.
- het geneesmiddel blokkeert een receptor, waardoor hij voorkomt dat andere stoffen op de die receptor werking uitoefenen.

Dosis-respons curve: hoeveelheid van een bepaalde stof en het effect hiervan.
- smalle therapeutische index: effectieve concentratie van het middel in het bloed ligt dicht bij de toxische bloedspiegel.

Wat waren rond vanaf 1800 de eerste stappen richting farmacotherapieën?

De eerste stappen waren de ontwikkeling van kalmerende middelen, zoals chloralhydraat, broomkali en rond 1900 de barbituraten. Rond 1949 werd de kalmerende werking van het zout kalium ontdekt.

Wat voor therapieën kunnen nog gegeven worden bij psychofarmacologishe interventies. Naast ondersteunende therapie

  • gedragstherapie
  • cognitieve therapie
  • interpersoonlijke pschotherapie

daarnaast sociale strategieën: herstel van dagstructuur en dag en nachtritme
re-integratie in gezin en maatschappij

Klinische werkingsprincipe, waar moet de behandelaar rekening mee houden?

a. Wat doet de stof in het lichaam
- metabolisme
- hoe lang voorgeschreven voordat effecten verwacht worden
- bijwerkingen
- interacties met andere medicatie

b. Kennis hebben van het nut van de behandeling

c. Beoordelen op medicamenten invloed hebben op het cognitief functioneren (autorijden etc)

d. Welke psychiatrische stoornissen kunnen interacteren met de medicatie (vergiftigingswaan > med innemen)     

e. Kennis van de huidige lichamelijke toestand van de cliënt

Vanaf 1950 maakte de psychofarmacologie een enorme vlucht. Wat wat hiervan de reden?

De ontwikkeling van het eerste antipsychoticum (Largactil). Hierop volgende in 1958 Haldol en in 1957 tevens de eerste antidepressiva (Imipramine).

Welke stoffen vallen buiten de psychofarmaca?

Stoffen die processen buiten de hersen beinvloeden zoals bv schildklierhormoon en cortisol.

Wat zijn de categorieën in de psychofarmaca en hoe worden deze benoemd?

- antipsychoticum
- neuroleptica
- antidepressiva
- stemmingstabilisatoren
- anxiolytica
- hypnotica
- stimulantia

Verdeling is gebaseerd op de historische verdeling.

Nieuwe ontwikkeling = psychofarmaca niet benoemen op basis an aandoening, maar op basis van werkingsmechanisme.

Welk effect heeft de ontwikkeling van psychofarmaca gehad op het onderzoek naar psychiatrische stoornissen?

Het gaf een stimulans in het onderzoek naar de rol van verschillende neurotransmitters en neurale netwerken bij psychiatrische stoornissen.

In de eerste helft van de 20e eeuw introduceerde de medische wetenschap verschillende neurobiologische therapieën:

  • ECT
  • insulinecomatherapie
  • psychochirurgie

Wat waren de eerst gefabriceerde middelen (psychofarmaca)

  • 1832-chloralhydraat-kalmerend middel  (ipv morfine bij zenuwziekten)
  • +/- 1850- broomkali- vervanger. Werd ook gebruikt bij diepeslaaptherapie en bij psychotische en manische patienten
  • 1900- barbituraten-slaapmiddelen
  • 1949-lithium- bij behandeling van manie
  • 1950-chloorpromazine Largactil- tegen allergische reacties. Ontdekten dat men een kunstmatige winterslaap kon veroorzaken. Daarna wereldwijde toepassing bij hevige onrust en psychose
  • 1958-haldol-paul jansen
  • 1957- thomas kuhn- imipramine- tricyclische antidepressiva
  • etc

De effecten van neurobiologische therapieën uit de eerste helft van 20e eeuw (tot 1950) waren weinig empirisch onderbouwd. Waar leidde het toe?

Revolutie!

Toen alleen opsluiten in gesticht, dwangbuizen of gebruik van warmwaterbaden.

Tot 1950.

Chloralhydraat werd gebruikt, wat was dit voor een stof?
Broomkali, wat was dat?

Waarvoor werd Broomkali gebruikt?

Chloralhydraat: kalmeringsmiddel.

Broomkali: goedkope vervanger van chloralhydraat.
Gebruikt bij diepeslaaptherapie om psychotische en manische mensen te behandelen.

Hoe werd lithium in de eerste helft van 20e eeuw gevonden (tot 1950)?

Bij toeval. Cavia's kregen het middel ingespoten om een andere reden en toen zagen ze dat de dieren rustiger werden.

Toen werd het middel voor manie gebruikt

Vanaf tweede helft van 20e eeuw maakte de psychofarmaca een enorme vlucht door.

Waarin?

Onderzoeksgebied en klinische praktijk

Vanaf tweede helft van 20e eeuw maakte de psychofarmaca een enorme vlucht door.

Waarin?

Onderzoeksgebied en klinische praktijk


Antipsychoticum chloorpromazine werd ontdekt, waarvoor was het middel in eerste instantie bedoeld?

Een middel tegen allergische reacties. Later werd ontdekt dat deze stof een kunstigmatige winterslaap kon veroorzaken. Dus middel voor hevige onrust en psychose

Voortbouwend op het succes van antipsychoticum chloorpromazine (largacitul) werden effectieve psychofarmaca gesynthetiseerd.

Men kan zeggen dat alle belangrijke farmaca in 1950 hoe zijn ontdekt? Wat gebeurt er in de volgende 25 jaar (tot 1975)?

Bij toeval ontdekt, volgende 25 jaar werd er aandacht besteed aan het voortzetten van onderzoek om effectiviteit vast te stellen en soortgelijke verder te onderzoeken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo