Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen - Hoe raakt iemand verslaafd?

18 belangrijke vragen over Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen - Hoe raakt iemand verslaafd?

Welke factoren spelen een invloed bij verslaving en in welke mate?

Genen zijn voor 50% verantwoordelijk, met name in de hoeveelheid die iemand gaat gebruiken. Daarnaast spelen omgevingsfactoren een grote rol in wanneer en of iemand begint met gebruiken.

Hoe spelen genetische en omgevinsfactoren een rol bij verslaving en in welke mate?

Genen zijn voor 50% verantwoordelijk, met name in de hoeveelheid die iemand gaat gebruiken. Daarnaast spelen omgevingsfactoren en de ontwikkelfase een grote rol in wanneer en of iemand begint met gebruiken.

VB. Genetisch kwestbare individuen vergroten kans op psychose door de te blowen tijdens de adolescentie

Hoeveel procent van de cliënten met een psychische stoornis heeft volgens de GGZ ook een verslaving

Naar schatting 50%
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een deel van de genetische verslaving verloopt via persoonlijkheid. Via welke 2 routes verloopt dit?

1. Externaliserende route: sensatiezucht en impulsiviteit.
2. Internaliserende route: negatief affect, angst en depressie.

Internaliserende route start vaak op oudere leeftijd, routes zijn te onderscheiden in aanloop naar de verslaving.

Wat bepalen omgevingsfactoren in verslaving?

Of en wanneer iemand begint.
De genetische factoren voorspellen hoeveel iemand gebruikt en of hij probleem verslavingsgedrag vertoont

Hoe is het verloop van de twee routes

  1. Externaliserende route begint vaak in de adolescentie, vooral in interactie met vrienden
  2. internaliserende route begint op latere leeftijd

Een deel van de genetische kwetsbaarheid voor verslaving verloopt via persoonlijkheid. Via welke 2 routes verloopt dit en leg deze uit.

1. Externaliserende route: sensatiezucht en impulsiviteit. (spannend om middelen te gebruiken) - vaak bij jongens en adolescentie
2. Internaliserende route: negatief affect, angst en depressie. Eerst terughoudend in middelengebruik, maar als ze merken dat middelengebruik negatieve emoties vermindert dan escaleert het gebruik.

routes zijn te onderscheiden in aanloop naar de verslaving. Als er eenmaal verslaving ontwikkeld is ervaren beide groepen negatieve gevoelens en ontstaat bij beiden het idee dat middelengebruik dit negatieve gevoel opheft.

Welke 2 soorten processen spelen een rol bij verslaving en bij wie?

1. Bewuste processen: bv door gebruik verdwijnen problemen tijdelijk. Vooral bij mensen met sterke zelfregulerende processen.

2. Automatisch processen: onbewuste neiging, vooral bij mensen met zwakke zelfregulerende processen.

Voor veel genetische factoren geldt dat hun effecten afhangen van de omgevingsfactoren en in sommige gevallen ook van hun 'timing'.

Leg uit

Effecten van middelengebruik tijdens zwangerschap hangt af van wanneer er wordt genomen.

Welke 2 soorten cognitieve processen spelen een rol bij verslaving en bij wie?

1. Bewuste processen: Bewuste cognities als 'door drinken wordt het gezelliger of verdwijnen problemen' zijn voorspellers voor later ge bruik. Vooral bij mensen met sterke zelfregulerende processen.

2. Automatisch processen: onbewuste automatische neiging, vooral bij mensen met zwakke zelfregulerende processen.

Wat is het verband tussen zelfregulatie en bewuste en automatische gedachten

Bij mensen met een relatief zwakke zelfregulatie zijn de automatische processen sterkere voorspellers van het gedrag, terwijl dat bij mensen met sterke zelfregulerende processen juist de bewuste overtuigingen zijn

Wat zijn implementatie intenties bij verslavingen

Het kan helpen om mensen implementatie-intenties te laten formuleren bij verslaving. Dat zijn voornemens in een specifieke als-dan-vorm. Hierdoor neemt de kans toe dat het voornemen daadwerkelijk het gedrag beïnvloedt.

Waar gaat het om bij de externaliserende route, rond welke leeftijd speelt dit een rol?

Uitdaging, nieuwsgierigheid en gevoelens van opwinding, komt vooral voor bij jongeren

Deel van genetische kwetsbaarheid verloopt via persoonlijkheid. Er zijn twee routes die beide andere cognities en omstandigheden van gebruik kennen. Welke in Externaliserend en internaliserend?

Extern: uitdaging, nieuwsgierigheid, gevoelens van opwinding. Dit komt vooral bij jongens voor en ontwikkelt zich vaak tot problematisch patroon.

Intern: ontstaat op latere leeftijd. Angst en negatieve gevoelens zorgt voor terughoudendheid met beginnen, maar zodra ze begonnen zijn kan het escaleren en kom je in een cirkel van negatieve bekrachtiging

Waar gaat het om bij de internaliserende route, rond welke leeftijd speelt dit een rol?

Ontstaat vaak op latere leeftijd, angst en negatieve gevoelens spelen hier een rol

De routes (externaliserend en internaliserend) wanneer zijn deze goed te onderscheiden en wanneer zijn deze niet te onder scheiden?

Vooral in aanloop naar verslaving.

Als iemand verslavingsproblmatiek heeft ontwikkeld, ervaart iedereen negatieve gevoelens

Wat voor effect heeft een zwakke of sterke zelfregulatie

Relatief zwakke zelfregulatie: automatische processen zijn sterke voorspellers voor gedrag
Sterke zelfregulatie: bewuste overtuigingen hebben effect

--> dit heeft effect op de behandeling

Verwachte effecten en gerelateerde motieven voor gebruik ontstaan vooral door operante leerprocessen. Leg uit.

Uitkomst van gedrag (gezelligheid) wordt gekoppeld aan gedrag (bier drinken).

Interventies die hierop gericht zijn om verwachting te ontkrachten zijn niet effectief op lange termijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo