Zelftoets cognitieve theorieën

4 belangrijke vragen over Zelftoets cognitieve theorieën

Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen over attentiebiaseffecten bij patiënten met een angststoornis.


IAttentiebiaseffecten treden al op voordat angstpatiënten zich bewust zijn van de inhoud van de stimulus.
IIAngstpatiënten vertonen alleen een attentiebias bij stimuli sie specifiek zijn voor hun stoornis, niet bij algemeen negatief-emotionele stimuli.


a-I en II zijn juist.
b-Alleen I is juist.
c-Alleen II is juist.
d-I en II zijn onjuist.

a-I en II zijn juist.

Binnen het cognitieve paradigma worden verschillende 'denkfouten' onderscheiden (o.a. Beck et al., 1979). Hoe noemt men de denkfout waarbij iemand een situatie op zichzelf betrekt, terwijl deze niets met hem te maken heeft (bijvoorbeeld: het zoontje van een man krijgt ruzie met een buurjongetje, waarna de vader concludeert: het is mijn schuld)?

a-willekeurige abstractie
b- personalisatie
c-emotionele overgeneralisatie
d-illusionaire gevolgtrekking

b- personalisatie

Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen over de cognitieve psychologie.

I- Behalve informatieverwerkingsprocessen bestudeert de cognitieve psychologie ook emoties, motieven en gedrag en besteedt zij aandacht aan fysiologische processen.
II- Net als het behaviorisme staat de experimentele cognitieve psychologie afwijzend tegenover introspectie als methode om mentale processen in kaart te brengen.


I en II zijn juist.
Alleen I is juist.
Alleen II is juist.
I en II zijn onjuist.

I en II zijn juist.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Binnen het cognitieve paradigma worden verschillende 'denkfouten' onderscheiden, waaronder 'emotioneel redeneren'. Met deze denkfout wordt bedoeld dat iemand

a- geneigd is allerlei situaties op zichzelf te betrekken, terwijl deze niets met hem te maken hebben.
b- emotionele oordelen velt in termen van alles-of-niets, zonder nuanceringen.
c- zijn eigen emotionele reactie als bewijs ziet voor de juistheid van zijn oordeel over een bepaalde kwestie.
d- een situatie op impulsieve wijze evalueert op grond van één detail dat uit de context is gelicht.

c- zijn eigen emotionele reactie als bewijs ziet voor de juistheid van zijn oordeel over een bepaalde kwestie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo