KLO - duizeligheid
20 belangrijke vragen over KLO - duizeligheid
Wat kun je afleiden uit het begin en beloop van de duizeligheid?
b. Continu (bijwerking medicatie),
c. Steeds recidiverend afhankelijk van houding of beweging (BBPD, orthostatische hypotensie)
Wat kun je afleiden uit de duur van de duizeligheid?
b. Bij orthostatische hypotensie, vasovagale aanvallen en aritmieën duren aanvallen meestal minuten.
c. Een aanhoudend licht gevoel in het hoofd komt vaak voor bij angststoornissen en bij duizeligheid als bijwerking van medicatie.
Wat kun je afleiden uit de vraag: heeft u nog last van andere klachten?
b. Wanneer sprake is van begeleidende angstklachten tijdens de duizeligheid kan ook sprake zijn van een angst- of stemmingsstoornis [60].
c. Hartkloppingen (meestal bij paniekaanval, soms gevolg van ritmestoornis).
d. Oorsuizingen of afname gehoor (passen vooral bij ziekte van Ménière, eventueel ook bij acusticusneurinoom).
e. Nieuwe hoofdpijn, dubbelzien, gestoorde spraak of ataxie (CVA of TIA) [65].
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat kun je afleiden uit de vraag: is er iets wat de klacht erger maakt?
b. Opstaan vanuit liggende of zittende houding (bij orthostatische hypotensie en ook bij desequilibrium).
c. Inspanning (eventueel bij hartafwijking).
Wat kun je afleiden uit de vraag: hoe beïnvloedt de klacht het dagelijks functioneren?
Welke drie verschillende duizeligheid zijn er?
- Licht in het hoofd, door een lage bloeddruk,;
- Bewegingsonzekerheid
Bij bewegingsonzekerheid (desequilibrium) zijn er vrijwel altijd verschillende bijdragende factoren. Het is daarom zinvol systematisch een aantal mogelijkheden na te lopen:
- loopstoornissen (bijv. in het kader van M. Parkinson) en;
- aandoeningen van de cervicale wervelkolom kunnen bijdragen aan het gevoel van desequilibrium.
- Steeds meer onderzoekers zijn tegenwoordig van mening dat chronische duizeligheid bij ouderen kan worden beschouwd als een geriatrisch syndroom vergelijkbaar met delier of incontinentie: meerdere factoren dragen bij aan het daadwerkelijk manifest worden van een klacht, terwijl er zelden één sluitende verklaring kan worden gevonden [49].)
Wat is Begnigne parozismale positieduizeligheid (BPPD)?
Duurt vaak rond de 40 sec.
Duizeligheidsklachten verminderen bij herhaling beweging.
- Valt onder draaiduizeligheid
- Perifere oorzaak
- Vaak
Wat is de ziekte van ménière?
Daarnaast mogelijk vol gevoel oor, misselijk en braken.
Aandoening begint één oor.
- Draaiduizeligheid
- Perifere oorzaak
- Zelden
Wat vestibulaire migraine?
Soms uitgelokt door hoofdbewegingen of optokinetische stimuli (vb. drukke winkelstraat)
- Perifere oorzaak
- Draaiduizeligheid
- Soms
Wat zie je bij CVA/TIA?
De klachten ontstaan acuut.
Er kan tevens een parese of sensibiliteitsstoornis in een of beide lichaamshelften of een homonieme hemianopsie aanwezig zijn.
- Draaiduizeligheid
- Centraal
- Soms
Wat is een neurinoom van de N. acusticus (vestibulocochlearis) ?
Eenzijdig, progressief gehoorverlies optreedt, evenals oorsuizen, later gevolgd door een licht gevoel in het hoofd, een onstabiel gevoel en soms draaiduizeligheid.
- Draaiduizeligheid
- Centraal
- Zelden
Wat is een Bacteriële labyrintitis. Acute of chronische ontsteking otitis media.
- Draaiduizeligheid
- Perifeer
- Zelden
Welke medicatie zorgt voor draaiduizeligheid?
Wat zijn vasovagale klachten?
De klachten treden meestal op tijdens stressvolle periodes, na langdurig staan, bij hevige emoties, bij honger of oververmoeidheid of in bepaalde omstandigheden.
- Licht in het hoofd
- Soms
Wat zie je bij hartziekten (ritme- en geleidingsstoornissen) zoals aortastenose cardiomyopathie?
- Licht in het hoofd
- Zelden
Wat zie je bij ernstig bloedverlies of extreme anemie?
- licht in het hoofd
- zelden
Wat zie je bij psychische problemen?
- Licht in het hoofd
- Soms
Welke vraag is belangrijk om te stellen bij de ziekte van ménière?
- Symptomen:
o Terugkerende aanvallen welke uren duren
o Gehoorverlies en tinitus treedt op, initieel reversibel, daarna permanent.
De algemene vragen lijken op de vragen zoals vorige vraag, maar doordat er andere oorzaken zijn, zijn er een aantal specifieke vragen die gesteld moeten worden bij een licht gevoel in het hoofd.
Heeft patiënt een psychiatrische voorgeschiedenis?
Ervaart de patiënt een licht gevoel in het hoofd bij opstaan?
Welke medicatie gebruikt de patiënt?
Een licht gevoel in het hoofd of het gevoel bijna flauw te vallen kan het gevolg zijn van onvoldoende cerebrale perfusie (presyncope) door bijvoorbeeld pathologie van het hart. Anemie kan ook een oorzaak zijn van licht gevoel in het hoofd. Een aantal cardiale aandoeningen, zoals aortastenose of cardiomyopathie, uit zich in flauwvallen bij inspanning.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden