Samenvatting: Klo Deeltentamen 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van KLO deeltentamen 2
-
WG-5 verwardheid
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/03/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn predisponerende factoren voor ontregeling van het cerebraal functioneren?
-dementie, alcohol, psychiatrische stoornissen, polyfarmacie, gehoor- visus beperkingen, hoge leeftijd, slaap tekort, ondervoeding en voedingsstoornissen -
Wat is een delier, welke twee vormen bestaan er?
= acuut ontstane (uren tot dagen) vermindering van het bewustzijn -> uiting van diffuse cerebrale ontregeling met altijd een somatische oorzaak- Hyperactieve en een hypoactieve vorm
- 's avonds erger dan overdag
- desorientatie, gestoord kortetermijngeheugen, agitatie, hallucinaties
-> heeft altijd een somatische oorzaak! - Hyperactieve en een hypoactieve vorm
-
Welke somatische oorzaken kunnen en delier geven en wat zijn symptomen van een delier?
Infectie -> vaak, metabool, cerebraal zelden- geheugenstoornissen
- niet herkennen van bekenden en hallucinaties
- denkstoornissen
- paranoide gedachten
- angst, radeloosheid, somberheid
- prikkelbaar, motorische onrust of juist apathie
- klachten van onderliggende oorzaak
-
Hoe is dementie te onderscheiden van een delier?
Chronische geheugenstoornis staat op de voorgrond
In tegenstelling tot een delier ontstaat dementie niet acuut maar langzaam, heeft iemand een helder bewustzijn en aandacht, treden geen hallucinaties op, het denken is niet zo zeer verward maar verarmd -> cognitieve stoornis -
Waar wordt een manie door gekenmerkt?
uitgelaten, ontremde en euforische stemming met een toegenomen ondernemingslust en zelfwaardering; verwarde indruk doordat ze niet te volgen zijn, soms ook wanen en hallucinaties
-> bipolair of uitgelokt door medicatie -
Waar is het belangrijk op te letten bij LO?
- uitwendig letsel
- psychische toestand; bewustzijn, affect en gedrag
- cerebrale aandoeningen; lateralisiatie, meningeale prikkeling, hoge bloeddruk
- tekenen van middelengebruik
- voeding en hydratietoestand
- tekenen van infecties
- circulatiestoornissen/hypoxie (oedeem, pols, cyanose)
- afwijkingen in buikonderzoek
-
Welke mogelijkheden heb je bij AO bij iemand die verward overkomt?
Bloed; ontstekingsparameters, elektrolyten, lever en nier-functie, glucose, troponine (myocard infarct)
Urine; nietriettest (vaak delier bij ouderen)
X-thorax of ECG -
Wanneer is iemand wilsonbekwaam of juist bekwaam?
Niet in staat tot redelijke waarneming van eigen belangen -> vertegenwoordiger
Wilsbekwaamheid:- kenbaar maken van keuze
- begrijpen van de relevante informatie
- beseffen en waarderen van betekenis van de informatie voor eigen situatie
- logisch redeneren en betrekken van gekregen informatie bij het overwegen van (behandel)opties
Een arts mag afwijken van positieve wilsverklaringen maar niet van negatieve (bv niet reanimeren) - kenbaar maken van keuze
-
WG-6 mictieklachten
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 13/03/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Welke klachten vallen onder moeilijke mictie, welke niet?
- moeilijk op gang komen = hesitatie
- moeilijk leeg kunnen plassen
- zwakke straal -> nadruppelen
Niet: incontinentie of pijnlijke mictie (90%) -
Uit welke fase bestaat de normale mictie?
De rustfase waarin de blaas gevuld wordt met urine -> 300-400mm bewuste mictiedrang kan worden onderdrukt = continentie -> mictiedrang kan via limbisch systeem worden beinvloed door de m. detrusor in de blaaswand te stimuleren of te remmen -> adequete contractie, ontspanning van de externe sfincter -> urinestroom, bereikt een max en neemt weer af
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden