Samenvatting: Kom | 9789464142532 | Mortelmans, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van KOM | 9789464142532 | Mortelmans & Neels
-
3 De kwantitatieve onderzoekscyclus
-
3.2 een start in de wetenschapsfilosofie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is volgens Kuhn een paradigma?
= geen theorie, maar een denkmodel, een raamwerk waarbinnen wetenschappelijk werk verricht wordt. Een paradigma stuurt wetenschappers eigenlijk in hun werk. Een paradigma bepaalt immers wat er bestudeert wordt, het soort vragen dat er gesteld wordt en het soort antwoorden dat mogelijk is op die vragen en de interpretaties die kunnen gegeven worden vd resultaten. Bovendien biedt een paradigma niet enkel een denkkader maar ook een denkstijl. -
3.3 wetenschapsfilosofische uitbreidingen in de sociale wetenschappen
-
Welke 5 verschillende basisfilosofen bestaan momenteel binnen de wetenschapsfilosofie?
- Naturalisme
- constructivisme
- de kritische theorie
- het pragmatisme
- het postmodernisme
- Naturalisme
-
Wat is het naturalisme (of post-positivisme)?
= erfgenaam vh positivisme van August Compte.
Basis vd strekking is dat enkel zintuigelijke waarneming in staat is om wetenschappelijke kennis te produceren. Waarnemingen leiden vervolgens tot theorieën en algemene (natuur)wetten..
vb: Durkheim over zelfmoord: sociale cohesie van sl beargumenteerde hij, bepaalt mee het zelfmoordgehalte in sl. -
3.5 de rol van theorie in het sociaalwetenschappelijk onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn kenmerken van hypothesen?
- Komst voort uit literatuur/theorie
- moet een (deel)antwoord zijn op je onderzoeksvraag
- moet empirisch toetsbaar zijn
- moet toetsbaar geformuleerd worden
- bevat de directionaliteit (grotere X leidt tot lagere Y)
- Komst voort uit literatuur/theorie
-
Welke 2 (woordelijke) vormen van hypothesen bestaan er?
- KORT
- variabele X beïnvloedt variabele Y
- LANG
- verschillende kenmerken van X zijn gerelateerd aan kenmerken van Y
- KORT
-
Welke verschillende gradaties van theorieën bestaan er? (DENZIN)
- Ad hoc classificatiesysteem - bv open vraag klasseren
- Taxonomie - bv samenhangende ordening
- Conceptuele schema's - samenhangend schema vd werkelijkheid
- Theoretisch systeem - volledig uitgewerkt conceptueel schema waaruit hypothesen afgeleid kunnen worden
- Empirisch-theoretisch systeem - zelfde als 4 maar met band tussen empirie en theorie
-
Welke verschillende reikwijdtes van theorie bestaan er volgens DENZIN & MERTON
- Grand Theory = theorie die een allesomvattend verklaringsmodel heeft vd samenleving en die van een hoog abstractieniveau is
- Middle-range Theory = theorie over specifieke sociale verschijnselen waaruit concrete hypothesen afgeleid kunnen worden
- Grand Theory = theorie die een allesomvattend verklaringsmodel heeft vd samenleving en die van een hoog abstractieniveau is
-
Wat is sociaalwetenschappelijk onderzoek? Wat zijn de kernelementen van sociaalwetenschappelijk onderzoek?
- Theorie
- Observatie
- Cyclisch wetenschapsproces
- Theorie
-
3.6 de kwantitatieve onderzoekscyclus
-
Leer de kwantitatieve onderzoekscyclus
Hoofdstuk 3.6 -
3.7 het onderzoeksplan
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.7
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe ziet deel 2 van de probleemstelling (de onderzoeksvraag) er uit?
Bovenal: een onderzoeksvraag is een VRAAG!
kwantitatieve onderzoeksvragen zijn doorgaans: WAT, WIE, WAAR of HOE GROOT- vragen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Kom
-
Surveys opzetten - soorten surveys
-
Surveys opzetten - deelname waarborgen en verhogen (social Exchange theory
-
Steekproeftechnieken, representativiteit en bias
-
Kwantitatieve meetinstrumenten - schalen
-
Kwantitatieve meetinstrumenten - vignetten
-
De vraag begrijpen
-
Informatie hebben om de vraag te beantwoorden
-
De relevante informatie vertalen naar de vorm die de vraag vereist
-
Vragenlijsten omzetten in data - data-invoer
-
Vragenlijsten omzetten in data - de opbouw van een database
-
Vragenlijsten omzetten in data - werken met databases
-
Analyse van (repeated) crosssectoins & longtudinale data: basisprincipes - samenhang tussen nominale en/of ordinale variabelen - controle voor een derde veranderlijke: fabelsplitsing