Handelsnaamrecht - Inhoud en omvang van het recht - Handelsnaam en merk

3 belangrijke vragen over Handelsnaamrecht - Inhoud en omvang van het recht - Handelsnaam en merk

Wat verbiedt art. 5a Hnw?

Een handelsnaam te voeren die een merk is waarop een ander recht heeft, dan wel een handelsnaam die van zodanig merk slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover daardoor bij het publiek verwarring omtrent de herkomst van waren te duchten is.

Wat heeft her HvJ bepaalt over handelsnamen?

Dat in art. 6 lid 1 sub a Richtlijn 89/104 (art. 2.23 BVIE) tevens handelsnamen vallen. Dat betekent dat het merkenrecht niet de mogelijkheid biedt het gebruik van een handelsnaam te verbieden voor zover er sprake is van een eerlijk gebruik in nijverheid en handel.Hierbij is het 'eerlijk gebruik' in wezen een uitleg van de verplichting tot loyaliteit ten opzicht van de gerechtvaardigde belangen van de merkhouder (art. 17 TRIPs-verdrag).

Kan een merkhouder met een jonger merkrecht een rechthebbende op een oudere handelsnaam het gebruik ervan verbieden?

Nee, ex vaste rechtspraak en art. 16 lid 1 TRIPPs-Verdrag: moeten bestaande eerdere rechten door het merkrecht onverlet worden gelaten. Beroept de merkhouder zich op art. 2.20 lid sub d BVIE, dan kan de eerdere gebruiker van de handelsnaam zich beroepen op de in dat artikel genoemde geldige reden.
Het omgekeerde geval waarin de gebruiker van een oudere handelsnaam zich wil verzetten tegen een overeenstemmend en verwarring stichtend jonger merk, is noch in het BVIE, noch in de Handelsnaamwet geregeld. Tegen het gebruik van een inbreukmakend merk kan de handelsnaamhouder thans uitsluitend krachtens art. 6:162 BW optreden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo