Tekeningen en modellen - Vermogensrechtelijke aspecten - Overdracht, overgang en licentie

7 belangrijke vragen over Tekeningen en modellen - Vermogensrechtelijke aspecten - Overdracht, overgang en licentie

Wat is geregeld in art. 3.25 - 3.27 BVIE?

Dat het uitsluitend recht op een tekening of model kan overgaan, worden overgedragen of voorwerp kan zijn van een licentie.

Wat is een vereiste van overdracht?

Dat het schriftelijk moet worden vastgelegd want anders is het nietig.

Wat houdt het samenloop artikel 3.28 lid 3 BVIE in?

Dat overdracht van het modelrecht, tevens overdracht van het auteursrecht op dat model inhoudt (en omgekeerd). Met deze regel wil de wetgever bewerkstelligen dat het modelrecht en het daarmee corresponderende auteursrecht zich zoveel mogelijk in dezelfde hand zullen bevinden, waardoor derden zo min mogelijk geconfronteerd worden met verschillende rechtssubjecten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de strekking van art. 3.26 BVIE, de modelrecht licentie?

Het uitsluitend recht kan ook het voorwerp van een licentie zijn. Voor deze licentie geldt geen vormvereiste. Mondelinge licenties zijn dus geldig. Onder omstandigheden kan er zelfs sprake zijn van een stilzwijgende licentie. De licentie kan exclusief zijn.

Wat is vaak in de licentieovereenkomst geregeld?

Beperkingen in de mogelijkheid het model te verhandelen. Zo kan de modelhouder in de licentieovereenkomst beperkingen opnemen t.a.v. de duur, het territoir of het distributiekanaal.

Wat zijn de mogelijkheden wanneer de licentiehouder (model- en merkenrecht) in strijd met de beperkingen handelt?

In de eerste plaats kan de licentiehouder door de modelrechthebbende op grond van wanprestatie worden aangesproken. Daarnaast bepaalt art. 3.26 lid 2 BVIE dat de licentiehouder ook van modelrechtinbreuk kan worden beticht indien hij in strijd handelt met de bepalingen van de licentieovereenkomst inzake:
a. de duur daarvan;
b. de door de inschrijving gedekte vorm waarin het model mag worden gebruikt;
c. de voortbrengselen waarvoor de licentie is verleend;
d. de kwaliteit van de door de licentiehouder in het verkeer gebrachte voortbrengselen.

Wat regelt art. 3.26 lid 4 BVIE?

De licentiehouder is bevoegd om samen met de modelhouder (als mede-eiser of in tussenkomst) schadevergoeding en winstafdracht en winstafdracht te vorderen. Hij kan deze vorderingen alleen zelfstandig instellen als hij die bevoegdheid van de houder van het modelrecht heeft bedongen. In lid 5 heeft de licentiehouder de bevoegdheid, indien hij daartoe toestemming heeft verkregen van de modelhouder, de nevenvorderingen van art. 3.18 lid 1 BVIE in te stellen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo