Merkenrecht - Nietigheid inschrijving

11 belangrijke vragen over Merkenrecht - Nietigheid inschrijving

Bij wie ligt volgens de wet het initiatief tot nietigverklaring?

Bij de belanghebbende en soms het Openbaar Ministerie. De doorhaling zelf kan alleen door de rechter worden uitgesproken, hetzij na nietigverklaring van de inschrijving, hetzij na vervallenverklaring van het recht.

Wat bepaalt art. 2.30 lid 1 BVIE?

Dat de nietigverklaring of de vervallenverklaring van een depot uitsluitend het merk in zijn geheel kan betreffen, dus niet een bestanddeel daarvan. Wel kan een gedeeltelijke nietig- of vervallenverklaring worden uitgesproken indien de grond daartoe slechts een gedeelte van de ingeschreven waren of diensten betreft ex art. 2.30 lid 2 BVIE.

Waar staan de gronden die tot een nietigheid van een depot kunnen leiden?

In art. 2.28 BVIE, dit betreft een limitatieve opsomming.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe wordt de nietigheid ingeroepen?

Wil men uitdrukkelijk nietigverklaring en een uitspraak strekkend tot doorhaling van inschrijving, dan is wel een daarop gerichte vordering nodig.
Het inroepen kan steeds geschieden door iedere belanghebbende en in bepaalde gevallen ook door het OM. Als eenmaal de nietigverklaring door de rechter is uitgesproken, dan is het aan de meest gerede partij de doorhaling van de inschrijving te bewerkstelligen ex art. 1.14 BVIE. het BBIE zal daartoe pas overgaan nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

Aan wie komt de bevoegdheid toe om een beroep te doen op een nietigheidsgrond?

Iedere belanghebbende en het Openbaar Ministerie, maar ook indirect betrokkenen, zoals verenigingen van merkhouders of consumentenorganisaties.

Wat zijn de termijnen om een beroep te kunnen doen op een nietigheidsgrond?

- gronden 1 - 8: geen termijn
- grond 10: 3 jaar
- gronden 9, 11 en 12: 5 jaar
Na verstijken termijn vervalt de mogelijkheid tot nietigheid, wel kan nog een verbod tot gebruik van het recht worden afgedwongen.

Waarop hebben de nietigheidsgronden 1 t/m 8 betrekking?

Op de absolute ontoelaatbare merken.

Welk belang wordt met deze nietigheidsgrond beschermd?

Men vreesde dat zonder de blokkade de reputatie van het vervallen collectieve merk zich in de ogen van het publiek op het nieuwe merk zou vastzetten en dat misleiding bij het publiek zou kunnen ontstaan, wanneer de herinnering aan het collectieve merk en met name aan de karakteristieken die dit merk beoogde te onderscheiden, voortleeft.

Wat is de ratio dat een nog geen twee jaar geleden vervallen individueel merk de nietigheid van de inschrijving van een overeenstemmend merk bewerkstelligen?

Te voorkomen dat een derde profijt trekt van een mogelijk door nalatigheid of overmacht verloren gegaan recht. Men spreekt in dit verban ook wel van het verbod van lijkenpikkerij.

Wat beoogt de nietigheid van een merk dat verwarring kan stichten met een algemeen bekend merk in de zin van art. 6bis UvP?

De bestrijding van een vorm van merkenpiraterij, d.w.z. het occuperen van een algemeen bekend merk in een land voordat de merkhouder in dit land reeds bescherming voor dat merk heeft verkregen.

Kan de positie van derden een rol spelen?

Ja, bij een aantal gronden en oudere rechten van derden kunnen een rol spelen. Op grond van art. 118 Rv kan de derde worden gedagvaardigd tot deelneming. Bijv. rechten van derde houders van eerdere inschrijvingen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo