Merkenrecht - Verval van het recht

15 belangrijke vragen over Merkenrecht - Verval van het recht

Waar staan de gronden van verval?

Artikel 2.26 BVIE.

Wat is het effect van de vervallenverklaring door rechter?

Het heeft hetzelfde effect als de nietigverklaring: de rechter spreekt de doorhaling uit van de inschrijving, waardoor het vervallen verklaarde recht is verkregen, waarna de meest gerede partij het BBIE kan verzoeken de inschrijving door te halen.

Wanneer vervalt het recht automatisch?

Indien de geldigheidsduur van het Beneluxinschrijving (behoudens 10 jaar verlenging) is verstreken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer vervalt een internationaal depot?

Ook als het recht wordt doorgehaald.

Hoe wordt afstand gedaan van de bescherming van een internationaal depot in Beneluxgebied?

Ex art 9bis OvM kan de houders van internationale depots de bevoegdheid worden verleend om afstand te doen van bescherming  in een of meer van de bij dat verdrag aangesloten landen.

Wat houdt de bescherming in die een internationaal depot verleent?

Dat is ex art. 6 OvM en Protocol gedurende vijf jaar afhankelijk van de bescherming in het land van oorsprong, welke termijn wordt verlengd indien een voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar in het land van oorsprong ingestelde vordering na afloop van die termijn tot verlies van bescherming leidt.

Is het mogelijk dat merken worden geschrapt uit het register bij niet gebruik?

Ja, ex art. 2.26 sub a BVIE wordt bepaald dat het recht vervalt voor zover gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaar zonder geldige reden geen normaal gebruik is gemaakt van het merk binnen het Beneluxgebied.

Wat geeft art 2.26 lid3 BVIE aan wanneer sprake is van gebruik?

1) gebaseerd op art. 5C lid 2 UvP, regelt dat onder gebruik valt van het merk in de vorm waarin het is ingeschreven wordt gewijzigd
2) beoogt zeker te stellen dat gebruik van exportmerken als gebruik moet worden opgevat
3) onder gebruik valt ook het gebruik door een derde met toestemming van de merkhouder

Kan het verval van het recht wegen niet normaal gebruik hersteld worden?

Ja, ex art. 2.27 lid 2 BVIE, kan de merkhouder het vervallen recht herstellen door na het verstrijken van de termijn van vijf jaar, gedurende welke het merk niet normaal is gebruikt, met het gebruik opnieuw beginnen.

Welke regeling bevat art. 2.27 lid 3 en 4 BVIE?

Een regeling die betrekking heeft op de positie van derden die het merk of een overeenstemmend teken deponeren in de periode waarin achteraf herstelde recht vervallen kon worden verklaard. Het belang van die derde prevaleert boven het belang van de houder van het herstelde recht, die namelijk niet de nietigheid van het depot van die derde en evenmin een gebruiksverbod kan vorderen.

Kan het niet gebruik worden gerechtvaardigd door inroeping van een geldige reden?

Ja, dit moet worden uitgelegd in de lijn van art. 19 lid 1 TRiPs Verdrag, daarin worden als geldige redenen erkend omstandigheden die zich buiten de wil van de merkhouder voordoen en die een belemmering vormen voor het gebruik, zoals invoerbeperkingen op of andere overheidsmaatregelen voor door het merk beschermde producten.

Wat heeft het HvJ EG bepaalt in de Bostongurka-zaak?

Wanneer tussenpersonen optreden bij de distributie aan de consument of de eindverbruiker van een waar waarop een ingeschreven merk betrekking heeft, de betrokken kringen waarvan de zienswijze in aanmerking moet worden genomen om te beoordelen of dit merk in de handel de gebruikelijke benaming van de betrokken waar is geworden, bestaan uit alle consumenten of eindverbruikers en, naar gelang van de kenmerken van de markt van de betrokken waar, uit alle beroepsbeoefenaars die optreden bij de afzet van deze waar.

Wat is het gevolg als een merk is verworden tot een soortnaam, maar dat dit niet te wijten is aan toedoen of nalaten van de houder?

Het recht blijft in stand, maar zal de bescherming gering zijn als gevolg van het resterende zwakke onderscheidend vermogen.

Welke vervalgrond is opgenomen in art. 2.26 lid 2 sub c BVIE?

Dat bepaalt dat het recht vervalt voor zover het merk door het gebruik dat ervan wordt gemaakt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven tot misleiding van het publiek kan leiden, met name omtrent de aard, de hoedanigheid of de geografische herkomst van de waren of diensten.
Ex art. 6:194 BW kan het gebruik van een misleidend merk kan worden tegengaan m.b.v. 6:194 BW (misleidende mededeling).

Wie kan als belanghebbende ex art. 2.27 lid 1 BVIE worden gezien?

Degene die door instandhouding van het betreffende merkrecht zou kunnen worden geschaad in een belang dat het BVIE beoogt te beschermen. Volgens het BenGH kan niet als belanghebbende worden aangemerkt degene die door het inroepen van het verval - ook al zijn de voorwaarden daartoe vervuld - op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval in zijn verhouding tot de ander onbehoorlijk zou handelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo