Startpagina / Samenvattingen / Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht / model-auteursrecht-bvie

Tekeningen en modellen - Verhouding tot andere vormen van bescherming - Auteursrecht en modelrecht in een hand

4 belangrijke vragen over Tekeningen en modellen - Verhouding tot andere vormen van bescherming - Auteursrecht en modelrecht in een hand

Wat is het doel van de regeling van art. 3.28-3.29 BVIE (samenloop)?

Om te voorkomen dat derden zo min mogelijk geconfronteerd worden met verschillende rechtssubjecten.

Art. 3.28 lid 1 BVIE de overdracht van het auteursrecht heeft alleen betrekking op de auteursrechtelijke bevoegdheid het kunstwerk als element van het model te verveelvoudigen en openbaar te maken. Alle overige auteursrechtelijke bevoegdheden blijven bij de maker van het kunstwerk.Wil een derde de tekening afbeelden op posters of sokken dan heeft hij toestemming van de tekenaar nodig. Die auteursrechten zijn niet aan de derde deposant overgedragen; alleen het 'desbetreffende' auteursrecht.

Welk vermoeden ligt besloten in art. 3.28 lid 2 BVIE?

De deposant van een model wordt vermoed tevens de houder te zijn van het desbetreffende auteursrecht. Dit vermoeden geldt echter niet tegenover de werkelijke ontwerper of zijn rechtverkrijgende. Die kan bewijzen dat aan hem het auteursrecht op het model toekomt.

Wat bepaalt art. 3.29 BVIE?

Dat de ontwerper die in opdracht of in dienstbetrekking een model heeft gemaakt, niet alleen het modelrecht aan de werkgever of de opdrachtgever toekomt, maar ook het auteursrecht.