Merkenrecht - Verdragen

9 belangrijke vragen over Merkenrecht - Verdragen

Wat regelen art. 4.7 en 4.8 BVIE?

Art. 4.7 BVIE bepaalt dat onderdanen van landen die niet bij het UvP zijn aangesloten en die in het Beneluxgebied woonachtig zijn of aldaar zijn gevestigd, een beroep op het verdrag kunnen doen.
Art. 4.8 BVIE zegt dat de voorschriften van het verdrag voorrang hebben boven die van het BVIE. Men kan hier op de zogenaamde self-executing bepalingen van het verdrag rechtstreeks een beroep doen.

Hoe is het recht van voorrang geregeld?

In art. 4 UvP: hierin wordt voorrang gegeven voor octrooiaanvragen en merken. Degene die in een van de verdragsstaten een merk deponeert, kan op dit recht een beroep doen indien hij zijn merk binnen zes maanden in een of meer andere verdragsstaten deponeert. Dan wordt zijn recht in die andere landen geacht te zijn ontstaan op de dag van het eerste depot in het land van oorsprong.

Waar is nog meer het recht van voorrang geregeld?

Art. 2.6 BVIE, dit artikel verlangt dienaangaande dat het beroep wordt gedaan bij het depot of bij een bijzondere verklaring.
De voorrang zelf is geregeld in art. 2.2 BVIE, alwaar bij de bepaling van de rangorde van de depots uitdrukkelijk wordt verwezen naar de in het UvP vastgestelde rechten van voorrang. Het voorrangsrecht op grond van art. 4 UvP kan afzonderlijk, dus los van het Beneluxrecht, worden overgedragen. Ingevolge art. 2.6 lid 2 BVIE geldt het voorrangsrecht ook voor dienstmerken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat regelt art. 11 UvP? b

Het bepaalt dat de verdragsstaten een tijdelijke bescherming zullen verlenen aan merken die op officiële, of officieel erkende, tentoonstellingen in een van die landen tentoongesteld worden.

Wat bevat art. 6septies UvP?

Een speciale voorziening voor het geval een agent of vertegenwoordiger van een merkhouder diens merk zonder toestemming op eigen naam in een van de verdragsstaten deponeert. In dat geval mag de merkhouder zich tegen gebruik en inschrijving verzetten, cq. doorhaling of overdracht van de inschrijving verlangen.
Op grond van at. 2.28 lid 3 sub b jo. art. 2.4 sub f BVIE kan een kwader trouw verricht depot gedurende vijf jaar de nietigheid daarvan worden ingeroepen.

Waarvan is sprake in art. 6bis UvP?

Van een speciale bescherming van algemeen bekende merken. Hiermee zijn merken bedoeld die in het binnenland nog niet (door gebruik en/of depot) beschermd zijn, maar aldaar wel algemeen bekend zijn als het merk van een ander.

Wat zegt art. 6ter UvP?

Het verbod van gebruik of depot als merk van vlaggen, wapens en andere staatsemblemen van verdragsstaten alsmede officiële controle- en waarborgtekens.

Wat legt art. 7bis UvP de aangesloten landen op?

De verplichting om collectieve merken te beschermen (art. 2.34 e.v. BVIE).

Wat betreft art. 6quater UvP?

De overdracht van een merk in die landen waarbij het merk alleen samen met de onderneming kan worden overgedragen (art. 2.31 lid 1 BVIE geldt niet binnen de Benelux).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo