The assessment and management of insomnia: an update
6 belangrijke vragen over The assessment and management of insomnia: an update
Wat is slapeloosheid en wat is de prevalentie?
- Prevalentie: 10% van de slapeloosheid is een aanhoudende aandoening, waarbij 74% symptomen meldt gedurende ten minste een jaar. Het komt vaker voor bij vrouwen en neemt toe met leeftijd.
Het 3P-model benadrukt waarom insomnia bij sommige individuen voorkomt en hoe acute insomnia kan veranderen in chronische insomnia. Wat houdt het 3P model in?
- Precitipating factoren = dragen bij aan ontstaan acute insomnia
- Perputating factoren = dragen bij aan het in stand houden van van insomnia en leiden tot chronische insomnia
Wat kunnen we zeggen over de effectiviteit van niet-medicamenteuze behandelingen? Noem drie punten
• Effectief voor de brede bevolking
• Even effectief als farmacologische behandelingen (betere persistentie op lange termijn)
• Minimale bijwerkingen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Voor het diagnosticeren en differentiëren van insomnia kunnen slaapdagboeken, actigrafieën, polysomnografieën en vragenlijsten gebruikt worden. Voor het behandelen kan cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-I) gebruikt worden. Deze therapievorm blijkt op korte termijn net zo effectief te zijn als medicatie en op lange termijn zelfs effectiever. CGT-I heeft drie belangrijke kenmerken. Licht deze toe
- Gedragscomponenten: zoals stimuluscontrole (aangeleerde opwinding vanuit frustratie/angst leren kalmeren) en slaaprestrictie (minder slapen, maar beter slapen)
- Cognitieve componenten: Maladaptieve overtuigingen, verwachtingen en gedachten over slaap worden aangepakt
Wat kunnen we zeggen over medicamenteuze behandelingen bij slapeloosheid? Noem twee kenmerken
• PAM voor GABA-receptor
• Zal tolerantie en afhankelijkheid opbouwen
Wat zijn andere gebruikte medicijnen bij slapeloosheid? Noem er minimaal drie
• Melatoninereceptoragonisten = een hormoon dat van nature wordt aangemaakt om te kunnen slapen (aangemaakt in het donker)
• Selectieve H1-antagonisten (histamine) = het beste voor mensen die tegen het einde van de nacht wakker worden
nacht (bijwerking: sedatie overdag)
• Orexinereceptorantagonisten = orexines bevorderen wakker/opwinden (maar: sedatie overdag)
• Antidepressiva = blokkeert NE, H1 en acetylcholine en SE → slaperigheid
• Antipsychotica = antagonist van neuroreceptoren: DO, H1, SE cholinerge en adrenerge
• Anticonvulsiva = verminderen de afgifte van glutamaat en NE
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden