Samenvatting: Kpi | 9789043028059 | Bernard Marr, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van KPI | 9789043028059 | Bernard Marr ; [vert. uit het Engels door Vitataal].

• 2 Netttowinstmarge

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is het handig voor managers om de nettowinstmarge te berekenen?

  Dit is handig om de cijfers te vergelijken met het verleden of om het bedrijf te vergelijken met andere bedrijven uit dezelfde bedrijfstak.

• 3 Brutowinstmarge

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt de brutowinstmarge berekent?

  brutowinstmarge = Omzet- Kostprijs / Omzet x 100

  laag %: hoge productiekosten

  hoog %: er kan winst gemaakt worden als productiekosten beheerst worden.

• 4 Operationele winstmarge

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekent een hoge operationele winstmarge?

  Het bedrijf weet de kosten voor bedrijfsvoering goed te beheersen. Als de operationele winstmarge stijgt, dan geeft het aan het bedrijf meer verdient per euro aan omzet of dat de omzet sneller stijgt dan de kosten voor bedrijfsvoering.

• Hoe meet ik de operationele winstmarge?

  Operationele winstmarge = Bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering / Omzet x 100

  Bedrijfsresultaat = EBIT (inkomsten voor rente en belasting aftrek/ earnings before interest and tax) = nettowinst

   

  !! De omzet is te lezen uit de brutowinst 

• 6 Omzetgroeipercentage

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Wie zijn er geinteresseerd in de omzetgroeipercentage?

  - het hoger management: zij kunnen kijken of doelstellingen worden gehaald en hoe goed de strategie werkt.

  - Investeerders: aanhoudende omzetgroei is essentieel voor beursgenoteerde bedrijven, om aantrekkelijk te blijven voor investeerders

  - Analisten: zij kijken naar de omzetgroei t.o.v. de vorige periode

  Dergelijke analyses geven een goed beeld van de omzetgroei van een bedrijf in de loop van de tijd en dus van de prestaties van het bedrijf, vooral vergeleken met concurrenten.

• 7 Aandelenrendement - Total shareholder return (TSR)

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is aandelenrendement, hoe bereken je het?

  aandelenprijs aan het eind van de periode - aandelenprijs aan het begin van de periode + dividend / aankoopkoers van het aandeel.

• 9 Rendement op de investering - Return on investment (ROI)

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 2 soorten ROI zijn er?

  Micro ROI: deze  richt zich op elementen van een project of programma waar een bedrijf bij betrokken kan raken. De meeste van deze initiatieven hebben een kort tijdsbestek (max. 1 jaar)

  Voorbeelden van Micro ROI: winkelpromotie, drukwerkreclame programma, directmailprogramma

  Macro ROI: deze heeft betrekking op de algehele prestaties van grote bedrijfsbrede initiatieven

  Voorbeelden zijn: toevoegen van een nieuwe assemblagelijn, opzetten eigen vloot vrachtwagens of het bouwen van een nieuwe productiefaciliteit.

• 12 Rentabiliteit eigen vermogen - Return on equity (ROE)

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is rentabiliteits % van het eigen vermogen?

  Wat is de winstgevendheid op je eigen vermogen?

  Nettoresultaat /  eigen vermogen x 100 = rentabiliteits %

• 15 Werkkapitaalbenadering - Work capital ratio

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zegt een groot werkkapitaal over een bedrijf?

  Er is meer succes, omdat ze kunnen uitbreiden en hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren.

• Wat zegt een laag werkkapitaal over een bedrijf?

  Bedrijven met een negatief kengetal kunnen een tekort hebben aan fondsen om te groeien: dit soort bedrijven ziet zich gedwongen om te lenen, wat op de lange termijn de kaspositie verzwakt en de groeimogelijkheden nog meer onder druk zet.