Samenvatting: Kt1-3 Methodisch Werken
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van KT1-3 Methodisch werken
-
Th. 8 Gesprekstechniek | Communicatie en Organisatie
Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/09/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Noem zes punten die het belang van goede vragen stellen onderstrepen (8.5.2)
- voortgang (voortgang van het gesprek) bevorderen
- interesse tonen
- de ander helpen
- de ander begrijpen
- aan juiste informatie komen
- de structuur vasthouden
-
Wat is spiegelen? (8.5.4)
Spiegelen is het kopiëren van elkaars gedrag, houding, mimiek of toon bij een gesprek. Het is een vorm van non-verbale communicatie.
Kan onbewust gebeuren maar ook bewust ingezet worden (vertrouwen wekken bij cliënt of als een verkooptechniek in geval van de ander overtuigen) -
Wat is het verschil tussen discussiëren, overleggen en debatteren? (8.5.5)
Discussiëren is met elkaar praten over een bepaald onderwerp met het doel elkaar te overtuigen van een bepaald standpunt. Meningen boven tafel krijgen en scherper maken. Meningen kunnen bij een discussie veranderen door inzicht in nieuwe standpunten. Aan het einde van een discussie wordt een conclusie getrokken.
Bij overleggen kan ook informatie gegeven worden en de meningen liggen vaak dichter bij elkaar. Bijvoorbeeld iets regelen of tot overeenstemming te komen met elkaar.
Bij debatteren betrekt iemand een stelling die vervolgens door anderen bestreden wordt. Het gaat erom wie de sterkste argumenten heeft en het debat wint. -
Volgens welke structuur verloopt een discussie? (8.5.5)
- opening door de voorzitter
- inleiding door voorzitter of inleider
- discussie in de groep
- afronding door de voorzitter
-
Wat is de rol van de voorzitter tijdens een discussie? (8.5.5)
- Hij geeft het doel van de discussie aan en wat de uitkomst moet zijn
- leidt het gesprek
- bewaakt voortgang
- zorgt dat iedereen aan het woord komt
- zorgt dat alle feiten en argumenten op tafel komen
- grijpt in indien nodig
Formele voorzitter is onpartijdig. In kleinere teams zie je vaak tussenvorm: voorzitter geeft zo nu en dan wel zijn mening. - Hij geeft het doel van de discussie aan en wat de uitkomst moet zijn
-
Wat is de rol van de inleider? (8.5.5)
- verkent onderwerp nader
- neemt eventueel standpunt in
- houdt objectief verhaal waarin alle belangrijke feiten en mogelijkheden vermeld worden
- eventueel afsluiten met persoonlijke mening of standpunt, wat aanzet kan geven tot de discussie
Daarna neemt voorzitter heft weer in handen en doet voorstel voor de bespreking. - verkent onderwerp nader
-
Th. 9 Tweegesprekken | Communicatie en Organisatie
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/10/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Geef de structuur van het functioneringsgesprek weer (9.3)
- aanloopfase: begroeten en social talk
- planningsfase: doel en werkwijze bepalen, onderwerpen vaststellen
- themafase: onderwerpen bespreken, mogelijkheden tot verbetering bespreken, afspraken maken
- slotfase: samenvatting geven, afspraken herhalen, evalueren van het gesprek
-
Geef de structuur van het kritiekgesprek weer (9.9)
- aanloopfase: korte begroeting
- planningsfase: aanleiding gesprek noemen, rollen, doelen en werkwijze bepalen
- themafase: kritiek direct en duidelijk zeggen, beiden oplossingen bedenken
- slotfase: afspraken maken, afsluiten
-
Th. 17 Observeren | Communicatie en Organisatie
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Noem drie waarnemingsfouten (17.2.1)
- onvolledig (selectief waarnemen)
- verschillend (dezelfde dingen anders waarnemen: subjectief waarnemen)
- onjuist (onjuist waarnemen)
-
Wat is 'continue observatie'? (17.3.1)
Continue observatie is een vorm van vrije observatie. Je observeert groep voortdurend en probeert zoveel mogelijk waar te nemen. Er is wel een doel maar meestal nog niet echt concreet. Letten op gedrag in uiteenlopende omstandigheden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden