Diabetes mellitus and other disorders of metabolism - Diabetes Mellitus

41 belangrijke vragen over Diabetes mellitus and other disorders of metabolism - Diabetes Mellitus

Hoe wordt glucose opgenomen in de hersenen?

Glucose opname in de hersenen is niet afhankelijk van insuline. De glucose die gebruikt wordt is geoxideerd tot koolstofdioxide en water.

Hoe verschilt de werking van insuline in tijden van vasten en na de maaltijd?

Tijdens het vasten zorgt insuline voor de regulatie van glucoseafgifte door de lever. Na de maaltijd zorgt insuline dat glucose wordt opgenomen door vetweefsel en spieren.

Welke vier GLUT transporters zijn er en wat zijn de verschillen?

  • GLUT 1: niet-insuline gestimuleerde opname van glucose, overal
  • GLUT 2: glucosetransport beta cel in, ook in nieren en lever
  • GLUT 3: niet- insuline gestimuleerde opname van glucose hersenen/placenta
  • GLUT 4: insuline gesimuleerde opname van glucose in vet en spieren, overal
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Uit welke ketens bestaan insulinereceptoren?

Dit is een glycoproteïn dat een dimeer is. Deze bestaat uit twee alfa-ketens en twee beta-ketens. De alfa-ketens hebben de bindingsplaats voor insuline. De beta-ketens steken door het celmembraan.
Wanneer de insuline bindt aan de alfa-keten, induceert dit bij de beta-ketens een verandering. Hierdoor worden de tyrosine kinase en andere cascades in werking gezet. Hierdoor is er migratie van de GLUT4 transporter naar het oppervlak en kan er meer glucose de cel in komen.

Welke transcriptiefactoren worden in verband gebracht met Diabetes Mellitis type 2?

In Europeanen met DM2 wordt transcriptiefactor TCF7-L2 het meest gezien, terwijl in Aziaten met DM2 juist KCNQ1 wordt gezien.
Ondanks dat er wel een relatie is tussen deze transcriptiefactoren en DM2, is maar een klein deel erfelijk.

Hoe ziet de acute presentatie van jongeren met Diabetes Mellitis er uit?

Zij presenteren zich met de klassieke triade van symptomen:
  • Polyurie: door osmotische diurese wanneer de bloedglucoselevels de treshold van de nieren overschrijden.
  • Dorst: door verlies van veel vocht en elektrolyten
  • Gewichtsverlies: door verlies van vloeistoffen en versnelde afbraak van vet en spieren door insuline deficiëntie

Met welke complicaties van Diabetes Mellitis presenteren patiënten zich vaak?

  • staphylococcus huidinfecties
  • candida infecties vulva
  • retinopathie (veelal gezien door opticien)
  • polyneuropathie; tintelingen, doofheid
  • erectie dysfuctie mannen
  • arteriele ziekte; myocardinfarct

Hoe kan het HbA1c gehalte helpen bij het diagnosticeren van diabetes?

HbA1c geeft het aantal geglucoseerde heamoglobinemoleculen aan in procenten. Dit HbA1c gehalte kan de bloedglucose aangeven over de afgelopen vier weken. Een waarde >6,5% wordt gezien als diagnostisch voor diabetes. Een waarde 5,7-6,4% geeft een verhoogd risico op diabetes aan.
Volgens de WHO kan deze HbA1c worden gebruik bij de diagnostiek.

Waaruit bestaat een dieet van een Diabetespatiënt (in de ideale situatie)?

  • laag in suiker (maar niet suikervrij)
  • hoog zetmeelgehalte (voedsel met laag-glyceamische index
  • hoog in vezels
  • laag in vet (vnl. verzadigde vetten)

Waarom hebben voedingsmiddelen met een laag glyceamische waarde voorkeur boven de hogere glycaemische indexen?

Omdat de laag glycaemische index voedingsproducten voor een vlakkere piek in de bloedsuiker zorgen en er dus minder schommelingen zijn.

Waar moeten patiënten die willen gaan sporten en die insuline of sulfonylureasen gebruiken op gewezen worden?

Zij moeten gewezen worden op het feit dat er 6-12 uur na het sporten een verhoogde kans is op hypoglyceamie.

Welk effect heeft metformine anders dan sulfonylurea of insuline?

Alle middelen zijn even effectief in het verminderen van microvasculaire risico's en in glucose controle. Echter is uit studies gebleken dat metformine ook een voordelig effect heeft op de reductie van het cardiovasculaire risico. Dit effect kan niet geheel verklaard worden.

Hoe werken de thiazolidinediones ofwel de glitazones? Welke worden in de praktijk ook daadwerkelijk gebruikt?

Thiazolidiniones verlagen de insuline resistentie door nucleaire receptoren te remmen die het vetmetabolisme en de insuline actie beinvloeden. Het werkingsmechanisme is nog niet geheel duidelijk.
Enkel pioglitazone wordt nog gebruikt, gezien andere varianten zorgden voor lever- of nierproblemen. Ongewilde effecten van pioglitazone zijn gewichtstoename van 5-6 kilo, het vasthouden van vocht en hartfalen.

Waarop werken de Dipeptidyl peptidase-4 (DPP4) inhibitors? Wanneer worden deze voorgeschreven?

Deze zorgen voor een verhoging van het incretin effect. De peptide hormonen die verantwoordelijk zijn voor dit effect, GIP en GLP-1, worden namelijk minder snel afgebroken door DPP4 omdat deze geremd worden. Hierdoor kunnen zij langer werken en zal het effect groter worden.
Vooral bij beginnende DM2 worden deze DPP4-inhibitors voorgeschreven, gezien er dan nog insulineproductie is. DPP4-inhibitors hebben een matig effect op het verlagen van de bloedspiegel en zijn gewichts-neutraal. Ook zijn er weinig bijwerkingen. Misselijkheid is het meest gezien.

Welk voordelige effect hebben GLP-1 agonisten voornamelijk?         

Deze zorgen naast het reguleren van de bloedsuiker ook voor een gewichtsafname. Hierdoor is het een goed alternatief voor insuline in patiënten met overgewicht.

Hoe werken middellang en langwerkende insulinen?

Deze worden gemaakt van dezelfde menselijk insuline als kortwerkende insulinen, alleen wordt hier zink of protamine uit vissensperma aan toegevoegd om de werking te verlengen.
De meest gebruikte vorm in de NPH (isophane insuline) welke het voordeel heeft dat deze gemixt kan worden met insuline tot een stabiele mix. Het meest gebruikt is de 30% oplossing met 70% NPH.

Hoe ziet het behandelschema van Diabetes type 2 patiënten er uit?

Enkel medicamenteuze behandeling in zinloos als het eet- en beweegpatroon niet wordt veranderd. Voor bloeddrukregulatie wordt veelal een angiotensine converting enzyme (ACE-remmer) of een angiotensine II-receptor antagonist gegeven. Ook een laag gedoseerde aspirine of statine kan helpen.
Het belangrijkste onderdeel is het veranderen van het leefpatroon; meer bewegen en gezonder eten.
Voor verdere behandeling zie overzicht.

Waar worden insulineinjecties gegeven?

Deze worden gegeven in het vet onder de huid in het abdomen, de dijen of in de bovenarm. Absorptie is sneller vanaf het abdomen dan vanaf de arm en is het langzaamst vanuit de dijen. De gehele lengte van de naald wordt gebruikt.
De gebieden moeten worden afgewisseld om lypohypertrofie (vetbultjes) te voorkomen.

Wat zijn nadelen van insulinetherapie?

  • Plaatselijke lipohypertrofie op de prikplek
  • Insulineresistentie kan ontstaan, hierdoor hebben patiënten steeds meer nodig
  • Gewichtstoename, vooral als de hoeveelheid insuline ineens wordt verhoogd
  • Hypoglycemie (bloedsuiker <3,0 mmol/L)

Hoe kan de kans op nachtelijke hypoglycemie worden verminderd?

  • Voor het slapengaan moet een snack genomen worden
  • De patiënten die twee keer per dag insuline spuiten kunnen deze splitsen zodat zij de spuit kunnen nemen voor het slapengaan in plaats van voor het avondeten.
  • De dosis insuline voor het eten verlagen zodat deze minder sterk doorwerkt gedurende de nacht
  • Een snelwerkende insuline kan vervangen worden door een langzaamwerkende insuline.
  • Een insulinepomp geeft steeds kleine hoeveelheden af en kan zo een hypoglycemie voorkomen.

Wat kan men doen bij een milde hypoglycemie?

De patiënt moet zorgen dat hij altijd glucose of snoepjes bij zich heeft. Wanneer hij de hypo voelt aankomen, moet hij deze innemen.

Wat kan men doen bij een ernstige hypoglycemie?

Deze resulteert vaak in een coma. Patiënten moeten een label o.i.d. bij zich dragen waarop staat dat ze diabeet zijn, zodat de hulpdiensten hiermee rekening kunnen houden.
Bewusteloze patiënten moet intramusculair glucagon (1mg) of intraveneus glucose (25-50ml van 50% glucose oplossing) gevolgd door een 0,9 saline om het bloedvat te sparen toegediend worden.

Welke psychosociale problemen lopen patiënten met Diabetes Mellitis vaak aan?

  • weinig medeleven omdat de ziekte immers niet zichtbaar is
  • verlies van controle over gedrag bij hypoglycemie kan lastig zijn
  • slecht zelfbeeld
  • eetstoornissen (30-40% in jonge meisjes)
  • niet innemen van medicatie

Hoe ziet de diagnostiek en behandeling van diabetische ketoacidose er uit?

Diagnose wordt gesteld op basis van:
  • hyperglycemie: dipstick urine test en veneus bloedsample ter controle
  • ketonemie (>6 mmol/L) of hevige ketonurie: centrifugeren bloed en dipstick
  • acidose (pH<7,35).


Wanneer blijkt dat er sprake is van een ketoacidose moet snel gehandeld worden.
Er moeten verschillende dingen gedaan worden:
  • Volumeverlies moet worden aangevuld met 0,9% saline oplossing. Het volumeverlies is namelijk 5-7L met 500mmol natrium
  • Elektrolytenverlies moet worden aangevuld. Vaak kalium.
  • De zuur-base balans moet worden hersteld. Goede nieren doen dit zelf.
  • Vervangen van insuline: vaak kleine dosis.
  • Bloedglucose monitoren
  • Onderliggende oorzaak zoeken


Veel voorkomende problemen bij behandeling zijn:
  • hypotensie (volumeverlies aanvullen)
  • coma
  • cerebraal oedeem
  • hypothermie (<33 graden C)
  • DVT, pneumonie

Wat is hyperosmolaire hyperglycemie en bij wie wordt het gezien?

Wanneer er een hyperglycemie ontstaat zonder significante ketose, is er sprake van hyperosmolaire hyperglycemie.
Dit is kenmerkend voor ongecontroleerde diabetes type 2. Patiënten presenteren zich op middelbare leeftijd en zijn veelal nog niet gediagnosticeerd met DM2.
Uitlokkende factoren zijn glucoserijke vloeistoffen, medicatie (thiazode diuretica, steroiden) en bijkomende ziekte.

Bij presentatie zijn kenmerken van ernstige uitdroging present: retardatie of coma. De verminderde mate van bij bewust zijn is direct gerelateerd aan de mate van hyperosmolariteit.

De behandeling is hetzelfde als voor ketoacidose.

Waarom is de mortaliteit van hyperosmolaire hyperglycemie vele malen hoger dan van diabetische ketoacidose?

De mortaliteit van hyperosmolaire hyperglycemie is 20-30%, tegen die van ketoacidose van 5%. Een van de oorzaken is dat patiënten met hyperosmolaire hyperglycemie (DM2) vaak ouder zijn en dus kwetsbaarder.

Wat zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in diabetici?

  • cardiovasculaire problemen (60-70%)
  • nierfalen (10%)
  • infecties (6%)

Via welke mechanismen leidt diabetes tot schade aan het lichaam?

Hoewel de exacte mechanismen niet bekend zijn, is wel bekend wat de gevolgen zijn van hyperglycemie. Namelijk:

  • Niet-enzymatische glycolysatie: allerlei moleculen (heamoglobine, collageen, LDL, tubuline in perifere zenuwen) worden geglycolyseerd waardoor ontstekingen ontstaan.
  • Polyol pathway: glucose zorgt voor verhoogde intracellulaire aldose reductase waardoor ophoping van sorbitol en fructose ontstaat. Hierdoor veranderd de vasculaire permeabiliteit, celproliferatie en capillairstructuur.
  • Abnormale microvasculaire bloedstroom

Op welke macrovasculaire aandoeningen hebben diabetici meer kans?

  • De kans op een beroerte is twee keer zo aannemelijk
  • Een myocardinfarct komt 3-5 keer zo vaak voor
  • Amputatie van voet komt 50 keer zo vaak voor
  • Atherosclerose

Op welke microvasculaire aandoeningen hebben diabetici meer kans?

  • Ziekte van de ogen( staar, retinopathie) (90%)
  • Ziekte van de nieren (nefropathie, albuminurie)
  • Ischemische ziekten
  • Infecties
  • Neuropathie

Hoe groot is de kans dat een diabetes patiënt een oogaandoening ontwikkeld?

Ongeveer 90% van de DM1 patiënten zal een oogaandoening ontwikkelen Echter zal deze in een klein deel zich ontwikkelen tot een retinopathie.

Waneer is lasertherapie geinduceerd bij diabetische retinopathie?

Wanneer er zichtbare vaten ontstaan in de 'disc'. Er is direct lasertherapie nodig omdat deze varianten een slechte prognose hebben.

Waardoor ontstaat nefropathie bij diabetes patiënten?

In het beginstadium is er sprake van hypertrofie van de nier en een verhoogde GFR.
Later wordt de afferente arteriole gedilateerd terwijl de efferente arteriool gelijk blijft. De intraglomerulaire druk wordt hierdoor sterk verhoogd waardoor de glomerulaire capillairen verder beschadigd raken.

Hoe kan neuropathie ontstaan bij Diabetes?

Door hyperglycemie is er een verhoogde formatie van sorbitol en fructose in Schwann cellen. Ophoping van deze suikers verstoord de functie van deze cellen waardoor eerst vertraagde signaaltransductie en later neuropathieën kunnen ontstaan.

Hoe kenmerken neuropathieën zich in den beginsel?

Veelal hebben patiënten in het begin niets in de gaten of interpreteren zij de symptomen niet als een neuropathie.
In het begin is er sprake van verminderd vibratiegevoel, pijnsensatie (diep voor oppervlakkig) en temperatuurgevoel. Later klaagt de patiënt over het gevoel te hebben 'op watten te lopen' en kan hij zijn evenwicht verliezen in het donker of tijdens het wassen van het gezicht.
De handen zijn minder vaak aangedaan dan de voeten.
Een van de eerste zichtbare kenmerken is eeltformatie onder het metatarsaalgewricht als gevolg van disbalans en veranderingen in de voet.

Is een neuropathie als gevolg van diabetes vaak symmetrisch of asymmetrisch?

Veelal zijn deze symmetrisch.

Wat is een kenmerk van aangedane handgewrichten? Bij wie komt dit voor?

Gewrichtsaandoeningen zijn vaak het gevolg van diabetes op jonge leeftijd. Wanneer men de patiënt vraagt de handen te vormen als bij een gebed, valt op dat de metacarpopharingeaal en de intraparyngeaal niet naar elkaar toe bewogen kunnen worden.

Wanneer moeten diabetici stoppen met medicatie wanneer ze geopereerd worden?

Insuline gebruikers moeten een dag voor de operatie stoppen met hun lang of middellange werkende insuline. Deze wordt dan vervangen door oplosbare insuline.
Diabetci die een andere therapie krijgen dan insuline moeten twee dagen voor de operatie stoppen met hun medicatie. Degene met ernstige hyperglycemie worden net als insulinegebruikers behandeld met oplosbare insuline.
Gedurende de operatie krijgen alle diabetici (behalve die met milde hyperglycemie) insuline, glucose en kalium toegediend door een continu infuus.

Wat is het risico van een slecht gereguleerde glucosespiegel gedurende de eerste weken van de zwangerschap?

Congenitale malformaties.

Welk medicamenteuze middel bij diabetici mag gebruikt worden tijdens de zwangerschap?

Metformine kan zonder risico gebruikt worden.

Wat zijn oorzaken van hypoglycemie in de niet-diabetici?

Wanneer de lever minder glucose gaat vrijmaken kan hypoglycemie ontstaan. Oorzaken hiervan zijn:
  • vermindering van hepatische glucogenolyse en gluconeogenese onder invloed van insuline
  • uitputting van de hepatische glycogeenreserves door slecht eten, vasten, inspanning of in gevorderde leverziekte
  • verminderde gluconeogenese (door bv alcohol inname)


Ook insulinomas, tumoren van de pancreas eilandjes, kunnen zorgen voor hypoglycemie doordat ze heel veel insuline produceren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo