Respiratory disease - Longcarcinoom
23 belangrijke vragen over Respiratory disease - Longcarcinoom
In welke twee typen kunnen longcarcinomen worden onderverdeeld, en wat is het verschil?
Kleincellige verspreiden zich vroeg in hun ontwikkeling.
Niet-kleincellige zijn vaker gelokaliseerd.
Hoe is de sterfte onder patiënten met bronchiale carcinomen?
In de UK is bronchiaal carcinoom de derde meest voorkomende doodsoorzaak, na ischemische hartziekten en cerebrovasculaire ziekten.
Wat zijn symptomen van een bronchiaal carcinoom?
- Hoesten:
- Kortademigheid: centrale tumoren blokkeren luchtweg; bij uitademen kortademig; een secundaire COPD
- Hemopthysis:
- Pijn op de borst: wanneer pleura zijn aangedaan
- Piepen:
- Gekke 'paarden' stem:
- Zenuwcompressie
- Finger clubbing
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de risicofactoren voor het krijgen van een longcarcinoom?
- Sigaret roken, inclusief meeroken (>90% van de longkanker)
- Milieu:
- blootstelling aan radon
- asbest
- polycyclische aromatische koolwaterstoffen
- ioniserende straling
- beroepsmatige blootstelling aan arseen, chroom, nikkel, aardolieproducten en oliën - Gastheerfactoren:
- al bestaande longziekte, zoals pulmonaire fibrose
- HIV infectie
- genetische factoren
Waar metastaseren bronchiale carcinomen veelal heen?
Wat zijn de belangrijkste alarmsymptomen bij een longcarcinoom?
Wat zijn lokale effecten van een longcarcinoom?
- Hoesten (na drie weken röntgen)
- Kortademigheid
- Hemoptysis (ophoesten bloed)
- Pijn op de borst
- Piepen
- Hese stem
- Zenuwcompressie
- Terugkerende infecties
- Bronchiaal carcinoom
- superior vena cava obstructie
- Tracheale tumoren
Welke vormen van longkanker metastaseren makkelijk en welke amper?
Adenocarcinoom: meestal metastasen, naar pleura, lymfeklieren, brein, botten
Grootcellig carcinoom: vroege metastasen
Kleincellig carcinoom: vroege metastasen, bevinden zich centraal
Wat zijn niet-metastatische extrapulmonale effecten van een longcarcinoom?
- Metabole effecten
- Endocrien (10%, meestal kleincellig)
- Neurologisch (2-16%)
- Vasculair en hematologisch (zeldzaam)
- Skelet
- Cutaan (zeldzaam)
Hoe wordt de diagnose en het vaststellen van het stadium van bronchiaal carcinoom gesteld?
- X-Thorax: een normale foto kan misleidend zijn omdat de ziekte in een centrale structuur (mediastinum oid) zit.
- CT: ook lever en bijnieren op metastasen checken, wanneer lymfevaten >1cm is vergroot
- PET-CT: verre metastasen worden aangetoond en voor mediastinale betrokkenheid
Diagnose en stadiëring van een longcarcinoom
- Röntgen (duidelijk bewijs voor kanker of niet-specifieke verschijningen)
- CT (uitbreiding ziekte)
- PET-CT (metastasen worden gemarkeerd)
- vezeloptische bronchoscopie (bepalen bronchiale anatomie en verkrijgen van biopten en cytologische monsters)
- Percutane aspiratie en biopsie (perifere longlaesies kunnen niet worden gezien door de vezeloptische bronchoscopie)
- Endobronchiale echo (stadiëreing van de longkanker, visualiseren meeste mediastinale knopen, fijne naald aspiratie)
- Met-echo-begeleide supraclaviculaire knoop monsterneming
- Door-video-geassisteerde thoracoscopische chirurgie(biopsie en drainage)
- Andere niet beeldvorming onderzoeken, zoals bloedonderzoek voor anemie, biochemie van de lever, hypercalciëmie en hyponatriëmie
Waar bevinden zich veelal de primaire tumoren wanneer zich een secundaire tumor in de longen bevindt?
Ontwikkelen metastasen in de long zich in de parenchym of in de bronchi?
Wat zijn de bekendste paraneoplastische fenomenen?
- Ectopische adrenocorticotrofine syndroom
- syndroom van een inadequate ADH secretie
- Hypercalciëmie
Welk soort tumoren veroorzaken een pulmonair infiltraat?
Wat zijn voorkeursorganen van metastasen?
- mediastinum
- hals-, oksel of intra-abdominale knopen
- lever
- bijnieren
- botten
- hersenen
- huid
Welke benigne longtumor komt het meest voor?
Op X-thorax is een scherp begrensde structuur te zien. De groei is erg langzaam.
Wat zijn de indicaties voor een chirurgische behandeling?
- Vroeg stadium, niet-kleincellige longkanker (stadium I, II, en af en toe IIIa)
- curatief voornemen
Welke mediastinale tumoren komen veel voor?
Wat zijn indicaties voor een radiotherapeutische behandeling?
- voldoende longfunctie
- vroeg stadium niet-kleincellig
- goed alternatief voor chirurgische behandeling, vergelijkbare uitkomsten
- als chirurgie niet mogelijk is door co-morbiditeiten - symptomen verzachten
- aan het eind van chemotherapie om de behandeling te versterken bij kleincellig longkanker.
Is metastasectomie of radiotherapie effectiever tegen longkanker?
Wat zijn de indicaties voor chemotherapie?
- verbetert de respons op radiotherapie bij niet-kleincellig en verlengd de levensduur
- bij kleincellig
Wat zijn indicaties voor moleculaire diagnostiek en targeted therapy?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden