Rheumatology and bone disease - Auto-immuun reumatische ziekten - Benaderen van de patiënt
8 belangrijke vragen over Rheumatology and bone disease - Auto-immuun reumatische ziekten - Benaderen van de patiënt
Epidemiologie SLE:
- prevalentie
- vrouwen : mannen
- verschil etnische groepen
- 9:1
- hogere prevalentie bij Afrikaanse/Caribbeaanse vrouwen (1:250) (aantekeningen 200/100.000 = 1:500)
Welke bloedscreeningen zijn aan te raden bij patiënten met musculaire skeletproblemen (waaronder gewrichten)?
- Vol bloed onderzoek (Hb, leukocyten en bloedplaatjes)
- CRP
- Bot- en lever waarden
Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van SLE?
- erfelijkheid
- genetica
- sex hormonen
- medicatie
- UV licht
- blootstelling aan het Epstein-Barr virus
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke antilichamen moeten worden getest wanneer er iemand komt met musculaire skeletproblemen (waaronder gewrichtspijn)?
- Reumafactoren (RF): in 70% van de gevallen met reumatoïde artritis is RF aanwezig, ook bij Sjögren (90%) en polyomyelitis (50%)
- Anti-citrullinated peptide antilichamen (ACPA): bij 80% van de patiënten met reumatoïde artritis, kan in vroege fase helpen wanneer RF negatief is.
- Antinucleaire antilichamen (ANA's): aantonen van Systematische Lupus Erythematosus (SLE)
- Anti-double-stranded DNA (dsSNA) antilichamen: voor SLE
- Anti-extractable nucleair antigen (ENA) antilichamen (anti-Ro, anti-RNApolymerase)
- Anti-neutrofiel cytoplasmatische antilichamen (ANCA's): bij vasculitis
- Antifosfolipiden antilichamen
- Immuuncomplexen
Welke klinische verschijnselen kunnen worden gezien bij SLE en geef aan hoe vaak deze globaal voorkomen?
- Gewrichtsklachten (90%)
- Huidklachten (85%): fotosensitiviteit, vlindererytheem, vasculitis, purpura, urticaria
- Vermoeidheid (75%)
- Bloedproblemen (75%): anemie, leucopenie, lymfopenie, trombocytopenie.
- Problemen in het zenuwstelsel (60%): variërend van polyneuropathie tot psychoses.
- Koorts (50%)
- Depressie
- Gewichtsverlies (50%)
- Longklachten (50%)
- Nierziekten (30%)
- Hartklachten (25%)
- Raynaud's fenomeen (20%)
- Buikpijn (20%)
- Myositis (<5%)
Hoe wordt SLE gediagnosticeerd?
- Vlindervormig erytheem in het gelaat
- Discoïde huiduitslag
- Fotosensitiviteit
- Orale ulcera
- Artritis
- Serositis
- Nierafwijkingen
- Neurologische afwijkingen
- Hematologische afwijkingen
- Immunologische afwijkingen, bestaande uit anti-dsDNA-antilichamen óf anti-Sm-antilichamen óf antifosfolipideantilichamen.
- Antinucleaire antilichamen (ANA)
Niet bij elke SLE-patiënt zijn echter vier classificatiecriteria te onderscheiden. Dan kan wel de diagnose worden gesteld aan de hand van diagnostische criteria. Deze omvatten de auto-antistoffen.
Hoe is het beloop en de prognose voor SLE?
Welke auto-antilichamen spelen belangrijke rol bij SLE?
- anti-dsDNA
- anti-Sm
- antifosfolipiden (verhoogde stolling)
- antilichamen tegen bloedcellen
Deze hoeven niet allemaal aanwezig te zijn. Anti-Sm komt alleen bij SLE voor, maar is helaas lang niet altijd aanwezig.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden