Reglementen en GPS

35 belangrijke vragen over Reglementen en GPS

SRW:  nachttekens Zeesleepboot?

Extra toplicht bovenop het voorste toplicht en een wit heklicht

BPR: welk licht voert een sleepboot?

  • Geel heklicht (een sleeplicht)
  • wanneer 2 of meer sleepboten gezamenlijk 1 of meer schepen slepen/assisteren, moet elke sleepboot een 3e toplicht voeren.

Welke verlichting (motor of zeil)schip tot 7 m?

Rondomschijnend wit licht
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke verlichting motorschip tussen 7 en 12 m?

  • Toplicht, heklicht en boordlichten OF
  • rondomschijnend witlicht (toplicht & heklicht ineen) en de boordlichten

Welke verlichting motorschip > 50 m

  • 2 toplichten (voor de laagste, achter de hoogste,
  • heklicht en
  • boordlichten 

Welke verlichting zeilschip tot 20 m?

Boordlichten en heklicht (dus geen toplicht)
NB zeilschepen hebben NOOIT een toplicht.

Welke verlichting zeilschip > 20 m?

  • rood rondomschijnend licht boven een groen rondomschijnend licht bovenin de mast
  • boordlichten
  • heklicht
LET OP: geen toplicht

Beperkt manoeuvreerbaar schip: lichten 's nachts, tekens overdag?

  • 's nachts: rood wit rood (tussen 2 rode lampen zie je een wit lichtpuntje)
  • overdag: zwarte bol - zwarte ruit - zwarte bol

Welke tekens/lichten heeft een Loodsboot?

Nederlandse loodsboot:
  • overdag: blauwe vlag met een witte ' L' en grote letters 'Pilot' op de zijkant.
  • 's nachts: rondomschijnend licht wit boven rood (witte pet met rode neus eronder)
Belgische loodsboot:
  • overdag: blauwe vlag met witte letter 'P' van 'Pilot'.

Geluidseinen: bij koerswijziging, achteruit en attentie?

  • 1 korte stoot: schip gaat naar stuurboord
  • 2 korte stoten: schip gaat naar bakboord
  • 3 korte stoten: slip staat achteruit
  • 1 lange stoot: attentiesein (mistsein bij slecht zicht)
  • 2 lange stoten: schip ligt gestopt, loopt geen vaart door water
  • 1 lange stoot gevolgd door 2 korte stoten: moeilijk manoeuvreerbaar schip (bij beperkt zicht)
  • 1 lange stoot gevolgd door 3 korte stoten: het laatste schip van de sleep

Westerschelde gebied, welke schepen varen er en welke verplichting marifoon?

  • Er varen alleen hele grote zeeschepen
  • Plezierboten mogen er alleen varen mits aan eisen wordt voldaan
  • grote schepen zijn uitgerust met marifoon
  • indien ten anker of aan de grond: schip moet marifoon uitluisteren en ankerwacht houden
  • kleine schepen met marifoon zijn ook verplicht de marifoon te gebruiken voor verkrijgen van inlichtingen van walstations en andere schepen
  • Ankerwacht houden: verplicht voor alle schepen die ten anker liggen

SRW, welke vereisten voor recreatie vaart?

  • U moet 6 km/u varen of voldoende krachtige gebruiksklare motor hebben, ook tegen de stroom in
  • altijd een radarreflector hebben, ook met goed zicht
  • met de zeilboot de motor stand-by zetten, deze moet onmiddellijk kunnen starten
  • verboden voor surfers, deze hebben geen motor aan boord 
  • schepen die in de vaargeul varen hebben voorrang

Welke simpele vaarregel in SRW?

Alles wat plezier maakt moet aan de kant. (Kleine schepen hebben plezier, hup, aan de kant.)

SRW: wat is de definitie van een klein schip?

Een schip korter dan 20 meter. Een klein schip mag de doorvaart van een ander schip niet belemmeren.

Bovenmaats zeeschip, tekens overdag en 's nachts

Een bovenmaats zeeschip is te groot, te lang en/of te diep. Dag en nachttekens als het schip door zijn diepte beperkt is in zijn manoeuvreerbaarheid, t.w.
  • overdag: zwarte cilinder
  • 's nachts:  3 rode lichten

SRW: Welke schepen moeten een radarreflector voeren en hoe hoog?

Alle schepen, ook roeiboten, minimaal 4 m hoog of zo hoog mogelijk.

SRW: Uitwijkregels bij geen stroom en wel stroom:

Indien 2 schepen bij een bocht:
  • bij geen stroom: het schip dat de binnenbocht heeft moet wachten.
  • bij wel stroom: het schip dat voor stroom vaart heeft voorrang. Het schip dat tegen stroom vaart kan veel makkelijker stoppen

Examenvraag: moet het tegenstroom varende schip gaande houden tot dat de tegenligger gepasseerd is of moet het voorstroom varende schip gaande houden tot dat de tegenligger gepasseerd is?

Het gaat om de term 'gaande houden': het tegenstroom varende schip mag niet stoppen, maar moet net zoveel gas geven dat deze t.o.v. De oever stil blijft. Deze moet dus gaande houden tot de tegenligger is gepasseerd.

SRW: Groot en klein (20 meter), wie gaat voor?

Grote schepen gaan voor kleine schepen
  • als een klein schip in de vaargeul vaart en er komt een groot schip van buiten de vaargeul: grote schip heeft voorrang!

Examenvraag: in het voorzorgsgebied op de rede van Vlissingen loopt een denkbeeldige lijn van een punt 600 m ten zuiden va het westelijke havenhoofd van de koopmanshaven naar een punt van 600 m ten zuiden van het rode licht van de buitenvoorhaven van het kanaal door Walcheren. Waartoe dient deze lijn:
  1. om oost- en westgaand verkeer te scheiden
  2. om een vrije baan te maken voor het veer Vlissingen-Breskens
  3. om te zorgen dat alle scheepvaart tenminste 600 m uit de wal blijft.

1. Om oost- en westgaand verkeer te scheiden.

Wat betekent een geel schitterlicht dat brandt op de radartoren van Vlissingen?

Er komt een schip uit de Sardijngeul of het Oostgat
  • deze schepen zien elkaar niet, want er staan hele grote gebouwen tussen. De schipper die de Westerschelde uit vaart, ziet aan het gele schitterlicht dat er een andere schipper aan komt. Bij grote zeeschepen is voorrang niet van belang.

SRW: Wie moet luisteren naar de kapitein?

Alleen de bemanning.
  • Op zee moeten ook de passagiers naar de kapitein luisteren.

Hoe kun je zien dat een schip bezig is met duikwerkzaamheden?

  • Overdag: Aan de blauw-witte vlag: dit is de internationale seinvlag voor de letter A. 'duiker onder water'
  • 's nachts te dekens van een beperkt manoeuvreerbaar schip: rood, wit, rood. De schipper kan uitwijken maar doet het niet.

Wat is de internationale seinvlag voor de letter 'A'?

De blauw-witte vlag.

SRW: speciale ankergebieden, welke verplichtingen heb je daar?

Verplicht wacht lopen en marifoon uitluisteren indien aan boord.

Wat moet je aan boord hebben van een schip?

Geldend vaarreglement van het vaargebied waar je bent.
  • Mag zowel digitaal als papier, mits het op ieder moment geraadpleegd kan worden.

Verschil voorrangsregels SRW en BPR

  • SRW: klein schip moet altijd wijken voor een groot schip
  • BPR: grote schepen mogen medewerking verlangen van kleine schepen in bepaalde gevallen.

BPR: voorrangsregel hoofdvaarwater / nevenvaarwater

Hoofdvaarwater (snelweg) en nevenvaarwater (B-weg):
  • het grote schip gaat ALTIJD voor als deze op het hoofdvaarwater vaart. Het is niet relevant dat het grote schip stuurboordwal vaart.
  • In alle andere situaties: een schip vanuit een nevenvaarwater mag medewerking verlangen van een schip dat op het hoofdvaarwater vaart. 

BPR: mag een klein schip medewerking verlangen als deze uit een haven of nevenvaarwater komt?

  • Ja,  bij het invaren of oversteken van een hoofdvaarwater dan wel bij het invaren van een haven of nevenvaarwater, mag deze medewerking verlangen van een ander klein schip.
  • artikel 6.16 lid 2 BPR

BPR: hoe is het als een groot schip uit een nevenvaarwater of haven komt?

  • Een groot schip mag bij uitvaren van een haven of nevenvaarwater en het daarbij invaren of oversteken van een hoofdvaarwater dan wel bij het invaren van een haven of nevenvaarwater medewerking verlangen van een ander schip.
  • art. 6.16 lid 4 BPR

Examenvraag: op de Waddenzee komen 2 betonde vaargeulen bij elkaar. Klein zeilschip vaart met zeil over bakboord. Groot zeilschip vaart met zeil over stuurboord. Er ontstaat gevaar voor aanvaring. Wat bepaalt het BPR?

Groot zeilschip komt uit nevenvaarwater en mag bij invaren van hoofdvaarwater medewerking verlangen van klein zeilschip.
Groot schip heeft dus geen voorrang!

Examenvraag: u vaart van de Oostbuitenhaven van Terneuzen naar de haven van Vlissingen. Met hoeveel en welke reglementen krijg je te maken?

3
  • SRKGT
  • SRW (Westerschelde)
  • haven van Vlissingen: BPR: deze geldt in alle zeehavens

Uit hoeveel satellieten bestaat het GPS systeem?

24 satellieten.
deze draaien in 6 elliptische banen rond de aarde.

XTE (Cross Track Error)

  • Als u door wind of stroom van de koers wordt geblazen, dan blijft de pijl naar het gekozen Way Point wijzen.
  • XTE kan u ook laten zien hoeveel graden u van de koers afwijkt

Examenvraag: Op de GPS staat: Time 10:00 SOG 4 mile, ETA: 12:00 wat is de DIST?

Tijd 10 uur, snelheid over de grond: 4 mijl, verwachte aankomsttijd: 12 uur. Afstand is dus 8 mijl.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo