Samenvatting: Kwaliteitsregistraties En Indicatoren

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kwaliteitsregistraties en indicatoren

• 1 Reflecteer op bestaande kwaliteitsmetingen van de zorg in Nederland

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1.1 Definitie en meten van kwaliteit van zorg

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn belemmerende en bevorderende factoren in gedragsverandering? Welke rol speelt groepsdynamiek hierin?

  Veranderen gaat lastig, mensen hangen vaak vast aan gewoontes, overtuigingen, machtsverhoudingen, status, etc.
  
  Een kleine groep bedenkt iets, en een andere groep, early adapters, nemen het redelijk makkelijk over. Zodra 20% dit doet, neemt men aan dat het wel verder gaat rollen, maar het blijft onderhoud vragen, anders ebt het nieuwe gedrag weer weg.
  
  Richt je niet primair op de achterblijvers; het is effectiever om eerst een kritieke massa te creëren met de welwillenden.

• WIe zijn de actoren in het domein van kwaliteit in de gezondheidszorg?

  Landelijk zijn er afspraken gemaakt over waaraan de kwaliteit van zorg aan moet voldoen. Bij deze afspraken zijn allerlei partijen betrokken.
  Wie zijn de nu de actoren die zich bezighouden met het thema Kwaliteit van zorg?
   
  De belangrijkste vier actoren zijn:
  1. de overheid in de vorm van het ministerie van VWS en de inspectie maar ook het zorginstituut en de Nederlandse zorgautoriteit NZA
  2. De zorgverleners en de ziekenhuizen met hun bestuurders
  3. De patiënten en de patiëntenorganisaties die de patiënten vertegenwoordigen
  4. En als vierde partij de zorgverzekeraars.

• Wie bepaalt wat de kwaliteit van zorg is in Nederland?

  Ziekenhuizen zijn volgens de kwaliteitswet verplicht zelf de kwaliteit van hun zorgverlening te meten. 
  
  

  • Verzekeraars,
  • zorgaanbieders,
  • patiëntenorganisaties en de
  • Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

  bepalen gezamenlijk waaraan deze kwaliteit moet voldoen. 
  Zij stellen vragen op en bepalen de norm waaraan het antwoord moet voldoen. Bijvoorbeeld het aantal spontane bevallingen, het percentage patiënten met doorligwonden of de sterftecijfers. De vragen zijn zo opgesteld dat de antwoorden een indruk kunnen geven van de kwaliteit van de verleende zorg in het voorafgaande jaar.
  Welke informatie moet worden aangeleverd staat op de Transparantiekalender

• 1.1.3 Kwaliteitsmanagement systemen

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een kwaliteitsmanagementsysteem in de zorg? Wat doet het? Van wie moet het?

  Wat is het: Onder een kwaliteitsmanagementsysteem wordt verstaan dat het systeem de kwaliteit systematisch bewaakt, beheerst en waar zo mogelijk verbeterd.
   
  Wat doet het? In de kwaliteitswet staat verder dat de zorgaanbieder systematisch gegevens over de kwaliteit in de zorg moet verzamelen en registreren om te toetsen in hoeverre verantwoorde zorg is verleend.
  
  
  Van wie moet dit? Iedere zorginstelling in Nederland moet een kwaliteitssysteem bezitten. Dit is aangegeven in de kwaliteitswet zorginstellingen.  De zorginstelling is vrij in de keuze van het kwaliteitsmanagementsysteem.  De basis van veel kwaliteitssystemen is de PCDA-cyclus.

• Welke systeemsoorten bestaan er op het gebied van kwaliteitsmanagement per aandachtsgebied?

  Patiëntveiligheid:
  

  • HKZ-keurmerken (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector, gebaseerd op ISO 9001)
  • NIAZ-accreditatie (gebaseerd op de NKI-model voor bedrijfsvoering)
    

  
  
  Patiëntveiligheid en zorgkwaliteit:
  

  • JCI-accreditatie

  
  
  Kwaliteitsmanagement:
  

  • ISO 9001-certificering. Wordt op zichzelf weinig in de zorg gebruikt

  
  
  Bedrijfsvoering:
  

  • INK met INK-onderscheiding

  
  
  Deze systemen kunnen in een organisatie naast elkaar gebruikt worden, bijvoorbeeld voor verschillende onderdelen.

• Wat is de mening over het verband tussen accreditaties en kwaliteit volgens het artikel van Harbers? Is het verplicht?

  De meningen zijn verdeeld. Het vraagt heel veel  administratie, en kost gemiddelde anderhalf miljoen of meer. Het is ook niet echt aangetoond dat een accreditatie direct verband houdt met een continu hoger niveau van kwaliteit, veiligheid of lagere mortaliteit of ligduur. Instellingen zijn niet verplicht om zich te laten accrediteren. Verzekeraars gaan er inmiddels vanuit, dat ieder ziekenhuis aan kwaliteitsverbetering doet, zoals in de Kwaliteitswet is vastgelegd.  Het is voor hen dus geen vereiste meer.

• 1.2 1B: Inventariseer het 'kwaliteit van zorg'- landschap

• 1B: 'Inventariseer het 'kwaliteit van zorg'-landschap' gaat over:

  • overzicht van het landschap aan kwaliteit van zorg initiatieven.
  • verschillende partijen/actoren die actief zijn bij het uitvragen en aanbieden van informatie over de kwaliteit van zorg en

  • met welk doel zij deze informatie verzamelen.   

• 1.2.1 Actoren van kwaliteitsinformatie in de zorg

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vierde actor: patiënten

  De 4e groep actoren in de patiënt, ook vertegenwoordigd door patiëntenorganisaties en De Nederlandse Patiënten en Consumentenfederatie (NPCF)
  sans-serif
  Doelen: ondersteunen in het vinden van informatie over behandelingen, zorgverleners etc
  
  

  • Overheid: www.kiesbeter.nl
  • www.ZorgkaartNederland.nl (Zorgkaart) (NPCF)
  • www.thuisarts.nl
  • www.nvz-kwaliteitsvenster.nl
  • sites van specifieke patiëntenverenigingen.       

  
  
  Patiënten- en consumentenorganisaties hebben ook zitting genomen in stuurgroepen die met ondersteuning Zichtbare Zorg indicatoren ontwikkelden en uitvragen.
  
  De NPCF publiceert jaarlijks de sterftecijfers van ziekenhuizen

• 1.3 1C: Beoordeel de voor- en nadelen van kwaliteitsmetingen

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• 1C3: Lilforth: Waarom moet je niet meten op uitkomstindicatoren als je kwaliteit wil verbeteren?

  Toeval, verschillen in case-mixberekening, interpretatieverschillen, definitieverschillen, registratieverschillen, niet geregistreerde case-mixverschillen EN de kwaliteit van zorg bepalen samen de uitkomst. Ook kan er gegamed worden om een ranglijst te beïnvloeden.

• 1.3.3 Variatie

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Handout Variatie: Hoe beoordeel je de kwaliteit van een indicator? Stappenplan!

  Wertwert