Werkbegeleiding
48 belangrijke vragen over Werkbegeleiding
Er is een duidelijk verschil tussen het opdoen van kennis tijdens lessen op school en het leren in de praktijk. Wat zijn de kenmerken van leren in de praktijk?
- In de praktijk vervult de leerling een rol in het uitvoeren van de doelstelling binnen de organisatie. Daarnaast heeft men ook nog de rol van student. Vooral in het begin zal het erg moeilijk zijn evenwicht tussen deze twee rollen te vinden.
Waar ligt het accent op bij een kennismakingsgesprek?
De procedure voor een kennismakingsgesprek kan er als volgt uitzien:
2. Je legt het doel en de procedure van het gesprek uit.
3. De leerling vertelt over zijn achtergrond.
4. De leerling vertelt welk beeld hij heeft van de stageplaats.
5. Je geeft een korte samenvatting over het doel, de organisatie, werkwijze en doelgroep van de organisatie.
6. Tot slot: er wordt niet lang stil gestaan bij aspecten die tijdens de rondleiding kunnen worden aangetoond. Indien de rondleiding vooraf plaats vindt, kan hier tijdens het gesprek op terug worden gegrepen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke 2 gesprekken komen voor in de introductieperiode:
2. introductiegesprek.
Aandachtspunten voor de opstelling van de begeleider voor het kennismakings- en introductiegesprek zijn steeds:
- Blijf bij het geven van informatie zo objectief mogelijk (geen interpretaties, conclusies en voorkeuren op de leerling overdragen).
- Sluit aan bij het niveau wat de leerling op dat moment heeft.
- Stel de leerling regelmatig in de gelegenheid vragen te stellen.
Procedure kennismaking gesprek:
1. begeleider stelt zich voor.
2. uitleggen procedure.
3. leerling verteld achtergrond.
4. leerling verteld beeld stageplek ( of je vraagt ernaar).
5. begeleider geeft korte uiteenzetting.
6. onderscheid duidelijk maken> tussen taken DA en leerling.
7. niet te lang stilstaan bij zaken die je tijdens rondleiding kunt uitleggen.
8. geef leerling kans om op info te reageren.
9. ivm leren op werkplek> praten over praktijkopleidingsboek, maken verslagen, leeractiviteiten, wijze van begeleiding, evaluatie en mogelijkheden.
10. geef uiteenzetting van introductie programma komende periode.
11. afsluiten met korte evaluatie.
Bij het vaststellen van de planning moet er met een aantal factoren rekening worden gehouden:
2. De (on)mogelijkheden van de werkplek
3. De vastgestelde doelen mogen niet in strijd zijn met de doeleinden van het assisterende beroep.
4. De vastgestelde doelen mogen niet in strijd zijn met de doeleinden van de organisatie.
Waarom is het belangrijk om bij kennismakingsgesprek de procedure gesprek uit te leggen aan leerling:
- structuur> leerling weet welke vragen wanneer, voorkomt rommeligheid.
Wat hebben functioneringsgesprekken als doel tijdens de stageperiode?
Een bevredigend leerproces wordt gegarandeerd door wederzijdse verantwoordelijkheid.
Waarom is het belangrijk om te weten wat de leerling voor beeld heeft over stageplek:
- voorkomen dat overbodige info wordt gegeven.
Bij het maken van een praktijkwerkplan gaat de leerling uit van de volgende punten:
Leerdoelen, opdrachten en verslagen, eventueel vergaderingen bijwonen.
- De specifieke organisatie±
Elke organisatie heeft specifieke activiteiten die de leerling moet leren om daar optimaal te functioneren.
- Beschikbare tijd:
Brutotijd: duidt op de gehele stageperiode
Nettotijd: duidt op de reële leertijd
- Beginsituatie:
Het werkplan moet afgestemd zijn op de aanwezige kennis en ervaring van de leerling.
Persoonlijke leerdoelen dienen ook te worden opgenomen in het praktijkwerkplan.
- Evaluatie- en beoordelingsmomenten:
De leerling kan in zijn planning aangeven wanneer deze gesprekken worden gevoerd.
Aandachtspunten t.a.v. houding begeleider tijdens kennismakingsgesprek:
- info zo objectief mogelijk laat leerling zelf tot conclusies komen.
- sluit aan bij kennisniveau en behoeften leerling.
- geef regelmatig gelegenheid tot stellen vragen.
Na hoeveel weken is een leerling over het algemeen in staat om een praktijkwerkplan op te stellen?
Van welke andere gesprekken maakt het introductie gesprek deel uit:
Aandachtspunten tijdens vaststellen planning stage:
- individuele (on)mogelijkheden leerling.
- (on)mogelijkheden afdeling.
- zorg dat vastgestelde doelen niet in strijd zijn met doeleinden assisterend beroep.
- vast gestelde doelen niet in strijd met doeleinden afdeling/organisatie.
Wat is het verschil tussen open en gesloten vaardigheden?
- Bij een open vaardigheid bestaat enige vrijheid om de uitvoering aan te passen aan de behoefte van de patiënt.
Na het vaststellen van de planning is het belangrijk om tijdens stage:
- is communicatie goed tussen leerling en collega's/begeleiders.
- voorkom storingen communicatie door heldere afspraken.
Waarom is het belangrijk om na het introductiegesprek te evalueren:
-aandachtspunten omgang werkbegeleider en leerling.
Gesprekspunten die centraal kunnen staan tijdens het introductiegesprek t.a.v. het leerproces:
- praktijkervaring leerling tot nu toe.
- planning begeleidingsgesprekken.
- planning praktijkopdrachten/praktijktoetsen.
- t.a.v. leerproces zaken die van belang kunnen zijn voor deze stage.
- welke aspecten denkt leerling te kunnen leren op deze afdeling.
Men heeft twee vormen van evalueren als het gaat om leren in de praktijk. Welke zijn dit?
Hierbij gaan we na in hoeverre het gestelde leerdoel is bereikt. We letten hierbij op kennis, kunde en houdingsaspecten.
2. Procesevaluatie:
Hierbij gaan we na hoe het resultaat tot stand is gekomen. Hoe is de begeleiding van de leerling geweest de afgelopen periode?
Gesprekspunten die centraal kunnen staan tijdens het introductiegesprek t.a.v. het werken op de werkplek:
- leerling bekend met regels t.a.v. organisatie afdeling.
- leerling bekend met overlegmomenten ten behoeve zorgverlening.
- hoe kijkt leerling aan tegen komende periode.
- zijn er specifieke afdeling gebonden leeraspecten.
Om het evaluatieproces goed te laten verlopen, moeten we ons aan bepaalde regels houden. Hieronder staan een aantal voorbeelden:
2. De evaluatie dient volgens een bepaalde procedure te verlopen die bij beide partijen bekend is.
3. Zorg dat de criteria op basis waarvan je evalueert duidelijk zijn.
4. Zorg dat er conclusies worden getrokken en dat het niet blijft bij constateringen.
5. Werk de conclusies uit in afspraken.
6. De gemaakte afspraken moeten duidelijke en uitvoerbaar zijn.
7. Spreek een tijdstip af waarop wordt terug gekomen op de gemaakte afspraken.
Korte omschrijving praktijkwerkplan:
Er zijn drie manieren om problemen bij de beoordeling te kunnen aanpakken. Welke zijn dit?
- De relatie tussen beoordelen en begeleiden verbeteren.
- De kwaliteit van het beoordelingsgesprek verbeteren.
Bij de beoordeling over de houding van de leerling is het vaak lastig om objectief te blijven. Iedereen ziet dit toch net weer iets anders. Om bepaalde criteria omtrent dit onderwerp vast te leggen, kan dit helpen om zo objectief mogelijk te blijven.
Als het bijvoorbeeld gaat over de houding van de leerling ten opzichte van de patiënt, kan men de volgende criteria vaststellen:
2. De leerling kan een eerste contact leggen.
3. De leerling kan op een correcte manier de patiënt te woord staan.
Wat kun je doen om de relatie tussen beoordelen en begeleiden te verbeteren?
Wat is het agogische aspect tijdens een medisch technische handeling:
Er wordt onderscheid gemaakt in een drietal verschillende modellen voor een evaluatie- of beoordelingsgesprek. Welke zijn dit?
De begeleider deelt de beoordeling mee en doet zijn best deze te laten accepteren.Verder geeft de begeleider adviezen mee over mogelijke verbeteringen.
2. Het tell and listen gesprek
De begeleider deelt de beoordeling mee. Daarnaast heeft de leerling ruimte zijn mening te geven en zijn gevoelens te uiten. De begeleider gaat hier echter niet over in discussie.
3. Het problem-solving gesprek
Er vindt een overleg plaats waarbij gezamenlijk naar een oplossing voor het probleem wordt gezocht. De begeleider stimuleert de leerling met oplossingen te komen.
Welke van de drie modellen is voor evaluatie- en beoordelingsgesprekken over het algemeen het meest geschikt?
In dit model heeft de begeleider uitdrukkelijk de rol van begeleider. Bij de andere twee modellen heeft men meer de rol van deskundige.
Bovendien zijn er bij dit model meer mogelijkheden voor het tot stand brengen van wederzijdse feedback.
2 soorten evalueren leerling:
- productevaluatie > doel bereikt> kennis/kunde/houding> welk product is afgeleverd.
- procesevaluatie> tot stand komen> genoeg begeleiding gevraagd gekregen.
Regels voor een goed verloop evaluatieproces:
- procedureverloop bekend bij iedereen
- doel evaluatie en criteria duidelijk.
- constateringen moeten lijden tot conclusies.
- conclusies uitwerken in duidelijk/uitvoerbare afspraken.
- tijdstip afspreken terugkomen op afspraken.
Procesevaluatie> wanneer wordt geëvalueerd:
- volgens opleidingseisen> vastgestelde momenten.
- relatie leerling/werkbegeleider> eind stage dag
Waarvoor dient een tussentijdse procesevaluatie:
- is iedereen tevreden of moeten er dingen worden veranderd> werkwijze, planning, samenwerking evt. bijsturen.
Productevaluatie> wat wordt geëvalueerd:
- was de leerling in staat de kennis te reproduceren in relatie tot psychomotorische en agogische aspecten van de handeling.
- elke doelstelling apart waar zitten de knelpunten.
Vragen begeleider tijdens voorbereiding beoordelingsgesprek:
- kan ik wel beoordelen.
- hoe omgaan met angst.
- hoe omgaan met slechte beoordeling brengen & omgaan met emoties.
- hoe zo objectief mogelijk beoordelen.
- hoe observeer ik wat van belang is.
Opdrachten/doelstellingen zullen de volgende aspecten bevatten:
- kennis/ inzicht om bepaalde DA taken te kunnen verrichten.
- vaardigheid in invoeren taken.
- houding in werk t.o.v > patiënten en artsen.
- samenwerking met collega's
- 3+4 moeilijk te beoordelen, probeer openlijk te bespreken en eigen voorkeuren niet mee te laten wegen.
Welke fouten kun je maken bij observeren/beoordelen:
- Projectie>uzelf als uitgangspunt nemen.
- Sequentie-effect.
- Centrale tendentie-effect.
- Halo/horn effect.
- Hanteren vooroordelen.
- Niet onderkennen fasetypische eigenschappen.
- Niet onderkennen gecamoufleerde eigenschappen.
- Generaliseren als gevolg van incidentele ervaringen.
(PSyCHo HaNNG)
Hoe relatie tussen beoordelen/begeleiden verbeteren:
-gericht op ontwikkeling leerling als persoon/DA.
-werkbegeleider is hier begeleider>> geen beoordelaar !!
Model voor voorbereiding evaluatiegesprek:
- naam,cursusgroep,leerjaar.
- overzicht leerdoelen.
- verslag laatste evaluatiegesprek>afspraken,conclusies,aandachtspunten.
2. rustige plek, niet gestoord worden.
3. op tijd aanwezig.
4. zorg voor voldoende tijd en bewaak deze.
Model uitvoering evaluatie gesprek:
- aandacht voor stemming leerling> non verbale signalen.
- geef aan> doel gesprek/verwachtingen.
- geef aan gesprekspunten + evt inbreng leerling> bepaal samen volgorde.
- vraag leerling iets te zeggen over 1e punt.
- samen tot oorzaak problemen komen door actief luisteren/ stimulerende vragen stellen.
- oorzaak gevonden> samen afspraken verbetering> leerling stimuleren zelf oplossing bedenken> stap niet in rol deskundige oplosser.
- maak afspraken mbt aanpak> stel z.n. doelen bij.
- evaluatie> ervaring gesprek beiden. punten vergeten? noteer afspraken en vergeten punten voor volgende keer.
- noteer eigen indruk/observatie.
Onvoldoende functioneren hoeft niet altijd aan de leerling te liggen kan ook zijn:
Modellen voor evaluatie en beoordelingsgesprek:
- tell&sell> beoordeling meegedeeld, leerling laten accepteren, advies voor evt verbeteringen toekomst.
- tell&listen> beoordeling meegedeeld, leerling mening gevoelens uiten, werkbegeleider gaat niet in op discussie en beslist.
- problemsolving> onderling overleg, zoeken oplossing problemen, leerling centraal, begeleider stimuleerd zelf bedenken vragen, begeleider helpt bij zelf formuleren mening oplossing.
(PTT) voorkeur voor problemsolving.
Informatie over werkgedrag leerling moet gericht zijn op de volgende doelstellingen:
negatieve informatie> verbetering gedrag.
Bij info uitwisselen(Feedback) let als begeleider op volgende aspecten:
- relatie werkbegeleider/leerling gebaseerd op vertrouwen/wederzijdse waardering.
- geven info werkgedrag leerling> rekening houden met behoeften leerling.
- geef op beschrijvende manier> niet invullen waarom.
- richt op gedrag wat kan veranderen.
- geef concrete/ recente voorbeelden> ook positieve.
- vraag leerling commentaar> sta ervoor open.
- ga niet in verdediging bij kritiek.
- luister actief.
Wat je niet moet doen bij het brengen van slecht nieuws:
- bij voorbaat verdedigen.
- verontschuldigen voor nieuws.
- lang verhaal houden.
- mooier voorstellen dan het is.
Voordelen voor juist brengen van slecht nieuws:
- minder bedreigend> lang verhaal lang onzekerheid.
- verhoogd kans op felle,hevige reactie> niet leuk> maar snelle uiting emoties> sneller verlost.
Mogelijke reacties leerling bij slecht nieuws gesprek:
- Zielig doen> alles zit tegen, altijd pech.
- Ontkenning>niet te geloven.
- Agressie> kwaad, beschuldigingen.
- Verdriet
- Verdediging>elk argument bestrijden.
- Dichtklappen
(ZOAls VVD)
Hoe ga je om met mogelijke reacties leerling op slecht nieuws gesprek:
- je kunt het niet geloven? je wordt er stil van?
-leerling moet zelf aangeven wanneer hij toe is aan oplossing zoeken.
-frustratie te hoog afsluiten en later verder gaan.
-duidelijk uitleg/argumenten> beste vermogen overbrengen/bespreken.
-leerling zelf verantwoordelijk voor verandering. kan niet dwingen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden