Kwaliteit in het onderwijs - Borgen van kwaliteit
22 belangrijke vragen over Kwaliteit in het onderwijs - Borgen van kwaliteit
Het is voor scholen van groot belang dat ze inzicht hebben in de kwaliteit van hun onderwijs. Er zijn drie belangrijke zaken die constant gemeten worden. Welke?
2. Het tweede onderdeel dat gemeten wordt, is de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Door middel van observatielijsten wordt vastgesteld hoe die ontwikkeling verloopt.
3. Als laatste wordt gekeken naar het welbevinden van de leerlingen.
Het is erg belangrijk dat leerlingen les krijgen in een veilige omgeving, waarin ze zichzelf kunnen zijn.
De resultaten van meetmomenten worden bestudeerd en als het nodig is, wordt er bijgestuurd. Als er naar aanleiding van het meten moet worden bijgestuurd, kan de school gebruikmaken van de?
De overheid heeft zeer algemeen beschreven wat leerlingen moeten leren op de basisschool en Voorgezet onderwijs en MBO. Hoe heten deze termen?
- De laatste drie klassen Voortgezet onderwijs zijn er eindtermen geformuleerd.
- Voor het MBO is heel specifiek opgeschreven wat studenten moeten leren binnen een bepaalde studie. Dat staat in de kwalificatiedossiers.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Een kerndoel heeft niet zoveel waarde voor het onderwijs. Dat komt omdat een kerndoel zo breed is opgezet, dat het voor scholen lastig is om duidelijk krijgen wat zij aan leerlingen moeten leren. Waarom is het opgezet?
Voorbeeld kerndoel 5 Nederlands:
De leerlingen leren naar inhoudt en vorm teksten schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verchaffen.
Voor welke vakken heeft de overheid kerndoelen opgesteld?
- Engels
- Friese taal
- Rekenen/ wiskunde
- Oriëntatie op jezelf en de wereld
- Kunstzinnige oriëntatie
- Bewegingsonderwijs
Welke zaakvakken bevat Oriëntatie op jezelf en de wereld?
- Geschiedenis
- Natuur en techniek
Met het ontwikkelen van kerndoelen toont de regering aan wat ertoe doet in het onderwijs en waar de lessen over moeten gaan.
De overheid zegt met deze kerndoelen niet alleen waar scholen aan moeten werken, maar ze geven ook aan welke onderdelen minder belangrijk zijn. Om de kerndoelen om te zetten in werkbare leerplannen, heeft de overheid het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling opgezet. Hoe heet dit centrum?
Het SLO maakt leerlijnen bij elk kerndoel.
Voor de bovenbouw van de vmbo, de havo en het vwo zijn eindtermen opgesteld. Wat staat hierin?
Het is belangrijk dat de vaardigheden die de leerlingen leren goed aansluiten bij het vervolgonderwijs en bij de vraag van bedrijven en instanties.
De eindtermen worden opgesteld door het ministerie van onderwijs, maar dat gebeurt wel in overleg met allerlei verschillende partijen. Dat kunnen vak deskundigen, vertegenwoordigers van universiteiten en hogescholen of werkgeversorganisaties zijn.
Voor het mbo heeft de overheid kwalificatiedossiers opgesteld. Wat staat hierin beschreven?
- In dit dossier staat heel specifiek beschreven wat studenten aan het mbo moeten leren.
- Opleidingen kunnen aan de hand van kwalificatiedossiers hun opleiding inrichten en educatieve uitgeverijen schrijven hun boeken op basis van de kwalificatiedossiers.
Wat vormt de basis van het onderwijs in Nederland?
Wat voor gevolgen heeft het aanpassen voor de kerndoelen, eindtermen en kwalificatiedossiers?
Rekenen en taal worden bijna niet aangepast.
Het kan zijn dat er een kerndoel techniek wordt aangepast.
- Voor de eindtermen en de kwalificatiedossiers geldt dat deze steeds worden aangepast, om ervoor te zorgen dat de opleidingen goed aansluiten op de wensen van de maatschappij. Hier wordt goed over nagedacht, omdat de impact van die veranderingen groot is.
Het is voor scholen niet te doen om kerndoelen om te zetten in overzichtelijke lessen. Wie heeft van de regering de opdracht te gekregen om de kerndoelen om te zetten in leerplannen?
Zij hebben als wettelijke taak landelijke leerplankaders te ontwikkelen voor het onderwijs.
In de praktijk noemen we die leerplankaders leerlijnen.
SLO heeft bij elk kerndoel een leerlijn ontwikkeld. In die leerlijn staat wat leerlingen moeten kunnen als ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt.
Wat is voor leerkrachten en onderwijsassistenten belangrijk?
Het zijn niet alleen de leerkrachten en onderwijsassistenten die werken met deze leerlijnen. Wie nog meer?
Ook ontwikkelaars van leerlingvolgsystemen zoals het CITO gebruiken leerlijnen.
Met behulp van de kerndoelen die opgesteld zijn door de regering heeft het SLO namens die regering vastgesteld wat goed onderwijs is voor de groepen 5 en 6 op het gebied van schrijfonderwijs. Hoe kun je dit toetsen?
Om dat te kunnen toetsen, maken scholen gebruik van een leerlingvolgsysteem.
Scholen zijn verplicht om een dergelijk systeem te gebruiken.
Uit internationale onderzoeken (PISA) blijkt dat Nederlandse leerlingen op het voortgezet onderwijs steeds minder goed presteren op het gebied van taal en rekenen in vergelijking met andere landen. In 2007 werd daarom de commissie Meijerink ingesteld die onderzoek gedaan heeft naar het niveau dat leerlingen op een bepaalde leeftijd moet hebben bereikt.
En welk niveau de kinderen moeten behalen. Welke niveaus zijn dat voor Taal en Rekenen?
- 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs
- 1F: praktijkonderwijs
- 2F: mbo-niveau 1, 2, 3 en vmbo
- 3F: mbo-niveau 4 en havo
- 4F: vwo
Rekenen:
- 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs
- 1F: praktijkonderwijs
- 2F: mbo-niveau 1,2,3 en vmbo
- 3F: mbo-niveau 4, havo en vwo
Sinds het jaar 2014 en 2015 hebben basisscholen de wettelijke verplichting om gebruik te maken van leerlingvolgsystemen. Welke zijn er?
Bekende leerlingvolgsystemen zijn Cito LVS, IEP LVS en Boom LVS
Wat is het doel en idee achter een leerlingvolgsysteem?
Door prestaties van de leerling te vergelijken met eerdere prestaties van heel veel andere leerlingen, kan men vaststellen of de ontwikkeling van de leerling goed verloopt.
Het leerlingvolgsysteem wordt niet alleen gebruikt voor het volgen van individuele leerlingen, waar nog meer voor?
Bijvoorbeeld als zij onder het landelijk gemiddelde scoren.
Scholen zijn verplicht om de gegevens van het volgsysteem te delen met de Inspectie van Onderwijs.
De toetsen die de leerlingen moeten maken zijn methode onafhankelijk. Wat betekent dit?
Deze toetsen worden gebruikt om vast te stellen of een leerling de stof uit de methode beheerst.
De toetsen van het leerlingvolgsysteem hebben een ander doel. Deze toetsen moeten het niveau van de leerling aangeven.
De resultaten van het leerlingvolgsysteem worden op verschillende niveaus gebruikt. Welke?
Directie en boven schoolse directie: om vast te stellen wat de kwaliteit van het onderwijs van de school is. De kwaliteit van de leerkrachten meten. En meerdere scholen vergelijken.
Inspectie van onderwijs: Alle scholen sturen hun resultaten van het leerlingvolgsysteem naar de Inspectie van het Onderwijs. Naast deze resultaten bekijkt de Inspectie ook andere informatie.
De Inspectie van Onderwijs gebruikt de resultaten van de leerlingvolgsystemen om een beeld te schetsen van het onderwijs in Nederland. Waarvoor?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden