Samenvatting: Kwantitatieve Inhoudsanalyse
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kwantitatieve Inhoudsanalyse
-
1 moeilijke kaarten
Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1.1 Introductie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn dimensies van inhoud?
- geschreven inhoud (tekst)
- verbalen inhoud (audio)
- visuele inhoud (beeld) -
Welke drie elementen maken het tot een kwantitatieve inhoudsanalyse?
Je analyseert;
- systematisch (volgens de wetenschappelijke volgorde)
- objectief (geen subjectiviteit inbouwen)
- repliceerbaar (zo transparant mogelijk noteren)
Inhoudskenmerken kunnen varieren van manifest tot latent --> zijn altijd te meten en kwantificeren/in cijfers uit te drukken. -
Wat zijn de grondleggers van kwantitatieve inhoudsanalyse?
- Bernard Berelson; inhoudsanalyse voor communicatie onderzoek
- OLe Holsti; inhoudsanalyse voor sociale wetenschap
- Klaus Krippendorff: de methode. -
Op welke gebieden wordt een inhoudsanalyse zoal toegepast?
- zichtbaarheid
- Bias (representatie)
- 'gevaarlijke' inhoud
- Nieuwsframes
- Nieuws over gezondheid
- Sociale media
- Films en series
- Inhoud voor kinderen -
Wat is het vierde argument voor het belang van inhoudsanalyse?
4. Het is toegankelijk, niet opdringerig en longitudinaal
- Het is toegankelijk; (je hebt gemakkelijk toegang tot media-boodschappen, het is laag in kosten, en mediaboodschappen geven altijd toestemming)
- Het is niet opdringerig; (het is nonreactief, wat we analyseren reageert niet op de aanwezigheid van de onderzoeker dus die kan dat niet beïnvloeden)
- het is Longitudinaal (je kan vrij eenvoudig lange tijd terug vanwege de opgeslagen berichtgeving) -
1.1.2 Onderzoeksvragen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke niveau's kun je twee populaties met elkaar vergelijken van media-categorieën?
Micro-niveau : mediawerker;schrijft een man anders dan een vrouw over een bepaaldonderwerp Meso-niveau : media-organisatie;schrijft de enekrant anders over eenonderwerp dan de anderekrant , lees: kwaliteit/populair bijv.Macro-niveau : Media-enviorment; verschillenadvertenties voor kinderen inChina van die vanNederland --> onderzoek naar tweeculturen . -
Wat is een beperking aan de verklarende onderzoeksvraag?
Het is een multi-methode dus het kost vaak veel geld en tijd. Het heeft dus praktische limitaties. -
1.1.3 Steekproeftrekking
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een aselecte steekproef en wat heb je hiervoor nodig?
Dit is een steekproef waarbij elke eenheid uit de populatie evenveel kans heeft om deel te nemen, het wordt gebaseerd op toeval.
Je hebt hiervoor nodig een overzicht van de gehele populatie, dit heet een steekproefkader. Je hebt dus als het ware een lijst nodig met alle eenheden (genummerd) die beschikbaar zijn voor selectie van de steekproef. -
Wat is representativiteit in een aselecte steekproef?
Representativiteit houdt in dat een kenmerk van media-inhoud hetzelfde is verdeeld in de steekproef als in de populatie. Dit zorgt ervoor dat je de resultaten kunt generaliseren, wat bijdraagt aan de externe validiteit (in hoeverre gelden de resultaten uit jouw onderzoek ook in het grotere geheel/in de gehele populatie/in de echte wereld) -
Wat is een selecte steekproef? Welke vormen van selecte steekproeven bestaan er?
Een selecte steekproef is een steekproef die samengesteld naar keuze, de onderzoeker kiest de eenheden zelf.
Soorten:
- Gelegenheidssteekproef (uit gemak: het was direct beschikbaar, praktische overwegingen)
- Doelgerichte steekproef (de gekozen eenheden waren relevant voor het onderzoek, je baseert dit dus op inhoud)
- Aaneengesloten periode (je wil geen dagen overslaan, dus je analyseert specifiek een x aantal dagen achtereeenvolgend)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden