Samenvatting: L8: Geneesmiddelen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van L8: Geneesmiddelen
-
1 Relevante geneesmiddeleninteracties
-
Er zijn steeds meer chronisch zieke patiënten en medicatie geeft risico reductie alleen is dit niet geheel zonder nadelen:- Welk nadeel is hieraan verbonden? Ligt toe.- Ook hebben deze patienten meer zorgverstrekkers wat is daarom ook erg belangrijk? Ligt toe.
Meerongewenste neveneffecten
- meerneveneffecten --> bij meer pillen
- therapietrouw --> in correlatie met aantal pillen
Bij meerzorgverstrekkers is balans erg belangrijk, vanwege:
- over + onderbehandeling
- minder optimale behandeling --> owv andere medicatie -
Welke 3 type interacties: additief/antagonistisch zijn er en wat houden zij in?
Biologische variabiliteit Farmacodynamische interacties
- wat het gm doet --> in lichaam
- welke kettingreactie gm in lichaam in gang zet --> na interactie receptorenFarmacokinetische interacties
- wat lichaam doet --> met gm
- beschrijft processen --> wat er met werkzame stoffen in lichaam gebeurt -
1.1 Farmacodynamische interacties
-
Welke farmacodynamische interacties veroorzaken additieve medicatie bij:- Interactie atropine en TCA- Wat zijn 4 symptomen van verhoogde blootstelling aan anti-cholinergica?
BVinteractie atropine +TCA (tryclische antidepressiva)
- bij oudere --> meer kans op delier
- verdere cognitieve achteruitgang (vaak irreversibel)
Symptomen verhoogde blootstellinganti-cholinergica (vbatropine )
- tachycardie
- verwardheid
- urineretentie
- obstipatie -
- Welke farmacodynamische interactie additief zorgt het gebruik van tramadol vaak voor in combinatie met welke MAO-inhibitoren?- Wat zijn de 3 symptomen hiervan?
Tramadol (zwakopiode pijnstiller)
- combi MAO-inhibitoren (anti-parkinson, anti-depressivum)
- verhoogde serotonine neveneffecten
Symptomen
- agitatie
- hyperthermie
- stijfheid -
Welke 3 antagonistische farmacodynamische interacties zijn er bijvoorbeeld?
1. Combinatie anti-coagulantia met bepaalde voeding
- bv spruitjes --> daling anti-coagulerend effect
2. Vitamine K --> in combinatie met
- vitamine K antagonisten
3. Bloeddruk verhogende medicatie
--> + aspirine -
Welke 3 farmacodynamische interacties kunnen ontstaan als we het hebben over medicament op medicament? Ligt toe.
1 . Invloedabsorptie en/ofdistributie
2. Invloed opeliminatie
- NSAID's geven nierfunctiestoornissen
-eliminatie van andere medicatie vertraagt
- gevaar bij --> kleine therapeutische breedte
3. BeinvloedenCYP450
- pompelmoessap inhibeertCYP450
- afbraak medicatie vertraagt (concentratie tot x5)
-> calciumantagonisten
-> anti-epileptische medicatie (deze stimuleren ookCYP450 )
-> lipideninhibitoren
-> immunosuppresiva (ciclosporine) -
Welke 4 farmacodynamische interacties kunnen teweeg worden gebracht als we het hebben over voedsel/water op medicament?
1. Bisfosfonaten dienen nuchter te worden ingenomen
2. Visolie heeft anticoagulerend effect
- versterkt werking anticoagulantia
3. Vit K als voedingssupplement
- in combi met vit k antagonisten
4. Pompelmoes kan leiden tot
- overdosering geneesmiddel
- onderdosering gm -
Op welke manier zorgt pompelmoes voor het overdoseren en onderdoseren van geneesmiddelen?- Geef hierbij ook voorbeelden van welke medicatie.- Benoem minstens 5 veel voorkomende geneesmiddelen die hiermee gecorreleerd zijn.
1. Overdosering geneesmiddel
- remt enyzme --> dat medicatie afbreekt
- te veel gm in komt in bloed terecht
- bv cholesterolmedicatie + bloeddrukverlagers
2. Onderdosering geneesmiddel
- gm werkt minder --> doordat pompelmoes het effect afbreekt
- bv anti-hystaminica
Veel voorkomende geneesmiddelen
- statines (cholesterol)
- calciumantagnonisten (bloeddruk)
- trombocytenaggregatieremmers
- immunosuppresiva
- antidepressiva
- anti-coagulantia
- anti-hystaminica
- kankerbehandelingen -
Welke 2 farmacodynamische interacties brengt sint-janskruiden (tegen lichte kwalen en depressieve gevoelens) - medicament met zich teweeg?
1. Versterkt werking van:
- antidepressiva
- anticoagulantia
- digoxine
- simvastatine (lipide-inhibitor)
2. Inhibeert werking van:
- immunosuppressiva -
Welke 2 farmacodynamische interacties zijn er bij ziekte - medicament?
Bijwerkingen
- oudere meer uitgesproken
- droge mond
Onjuist gebruik
- niet innemen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden