Zestiende en zeventiende eeuw - Literaire ontwikkelingen - Ernstig en komisch toneel

32 belangrijke vragen over Zestiende en zeventiende eeuw - Literaire ontwikkelingen - Ernstig en komisch toneel

Welke twee rederijkerskamers waren er aan het begin van de zeventiende eeuw?

Aan het begin van de zeventiende eeuw waren er twee rederijkerskamers, De eglentier (of de Oude Kamer) en Het Wit Lavendel (of Brabantse Kamer), de kamer van de naar Amsterdam gevluchte zuiderlingen. G.A. Bredero en P.C. Hooft begonnen hun schrijversloopbaan als lid van De eglentier. Hun eerste stukken (bijv. Klucht van de koe en Klucht van de Meulenaer van Bredero en de eerste tragedies van Hooft) werden door De eglentier opgevoerd.

Wat wilde Samuel Coster met zijn Academie aanbieden?

Samuel Coster richtte in 1617 zijn Nederduytsche Academie op. Coster wilde met zijn Academie een alternatief bieden voor het traditionele rederijkerstoneel. Hij streefde naar op de klassieken gebaseerd toneel in de volkstaal.

Welke twee bekende schrijvers lieten hun nieuwe stukken voortaan in de toneelzaal van Costers Academie opvoeren?

Bredero en Hooft lieten hun nieuwe stukken voortaan in de toneelzaal van Costers Academie opvoeren. Warenar (1617), waarschijnlijk van Hooft en Coster samen en Bredero's Spaanschen Brabander (1618) beleefden hier hun première. De Renaissancekomedie Warenar werd 25 september 1617 voor het eerst opgevoerd, een dag na de opening van de Nederduytsche Academie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was de laatste belangrijke toneelontwikkeling in de Republiek in Amsterdam?

De laatste stap in de ontwikkeling was de bouw van de Amsterdamse Schouwburg aan de Keizersgracht in 1637. De belangrijkste stukken werden vanaf dat moment in de Schouwburg opgevoerd. Het openingstuk was Gysbreght van Aemstel van Joost van den Vondel, dat 3 januari 1638 in première ging. In de Amsterdamse Schouwburg werden twee maal per week (op maandag en donderdag) vanaf 16.00 uur tegen betaling toneelstukken opgevoerd.

Hoe veranderde de inhoud van het toneel (samen met de ontwikkeling van het toneel)?

De geschetste ontwikkeling is ook de ontwikkeling van rederijkerstoneel waarin duidelijke lessen (in monologen) werden verteld, naar renaissancetoneel waar meer de nadruk kwam te liggen op het tonen van bepaald gedrag.

Op welke manier functioneerde renaissancetoneel als een spiegel?

Dit moderne toneel functioneerde als spiegel: toneel liet zien hoe mensen werden gedreven door wellust, hebzucht en andere hartstochten of driften. Het publiek werd een spiegel voorgehouden van gewenst of ongewenst gedrag. Personages in zeventiende-eeuwse toneelstukken representeerden menselijke deugden of ondeugden.

Welke stedelijke functie had het toneel in de zeventiende eeuw?

Het toneel had in de zeventiende eeuw een duidelijke stedelijke functie. Vanaf ca. 1610 voerden De eglentier en Het Wit Lavendel hun stukken tegen betaling op. Een deel van de opbrengst van de voorstellingen kwam ten goede aan stedelijke liefdadigheidsinstellingen als het Amsterdams Oude Mannen- en Vrouwen Gasthuis. Het stadsbestuur had sindsdien financieel belang bij het toneel. Ook de winsten van de Amsterdamse Schouwburg kwamen vanaf 1637 ten goede aan Amsterdamse sociale instellingen.

Welke functie had het toneel in de zeventiende eeuw naast de stedelijke functie?

Behalve dit inkomstenaspect, had toneel een belangrijke opiniërende functie. Schrijvers beschouwden zichzelf immers als opvoeders en opinievormers. Ze konden hun meningen in hun stukken verwerken die via het toneel werden verspreid. Deze opvattingen moesten passen binnen de visie en het beleid van het stadsbestuur.

Waar gaat het populaire toneelstuk Granida van P.C. Hooft over?

Het toneelstuk Granida (geschreven 1605, gedrukt 1615) van P.C. Hooft gaat over de liefde tussen de herder Daifilo en Granida, een prinses. Granida was een van de populairste toneelstukken uit de zeventiende eeuw waarin belangrijke delen gezongen werden. Hooft maakte daarbij gebruik van het principe van de contrafactuur. Vooral het openingslied "Het vinnig stralen van de zon" was erg populair. Tekst en melodie werden in verschillende liedboeken opgenomen.

Waar ging een treurspel of tragedie over?

In een treurspel of tragedie werd in vijf bedrijven de ondergang van hooggeplaatste figuren (vorsten of mythologische personen bijv.) getoond.

Welke twee soorten treurspel kwamen in de Republiek tot ontwikkeling?

In de Republiek kwamen twee soorten treurspel tot ontwikkeling: de retorisch-didactische tragedie en de Aristotelische tragedie.

Waar gaat de tragedie Geeraerdt van Velsen (1613) van P.C. Hooft over?

In 1613, dus in de periode dat hij actief was voor de rederijkerskamer De eglentier, voltooide P.C. Hooft zijn tragedie Geeraerdt van Velsen. Deze tragedie heeft als onderwerp hoe opstandige edelen onder leiding van Geeraerdt van Velsen de Hollandse graaf Floris V in 1296 vanwege tirannie afzetten. Hooft wilde demonstreren hoe de mens zich onder verschillende omstandigheden met zelfbeheersing diende te gedragen. Geeraerdt van Velsen, de hoofdpersoon, gaat juist ten onder omdat hij zich laat meeslepen door wraakzucht en zo zijn redelijkheid en zelfbeheersing verliest.

Waarom is Geeraerdt van Velsen een retorisch-didactische tragedie?

In navolging van de treurspelen van de Romein Seneca werd deze les aan de toeschouwers duidelijk gemaakt door lange monologen, uitvoerige discussies en beschouwelijke liederen (koren, reien) tussen de bedrijven. Geeraerdt van Velsen is daarom een zogenaamde retorisch-didactische tragedie: de morele les (didactisch) wordt vooral talig (monoloog, discussie, beschouwing) overgebracht.

Waardoor is Gysbrecht van Aemstel (1638) van Joost van den Vondel kenmerkend voor de Renaissancecultuur?

Joost van den Vondel begon ook als schrijver van dit soort treurspelen. Een van zijn bekendste tragedies is Gysbrecht van Aemstel (1638), geschreven ter gelegenheid van de opening van de Amsterdamse Schouwburg. Kenmerkend voor de Renaissancecultuur van imitatio zijn tal van parallellen tussen de tekst van Joost van den Vondel en zijn brontekst van Vergilius. Zo is het schip met brandhout ('Zeepaert' genaamd) met daarin de verstopte vijandelijke soldaten dat Amsterdam wordt ingehaald, gebaseerd op het beroemde Paard van Troje.

Wat gebeurt er in een Aristotelische tragedie?

Joost van den Vondel streefde naar een treurspel gebaseerd op de toneelwetten van de Griekse filosoof Aristoteles, een Aristotelische tragedie. In zo'n treurspel wordt de hoofdpersoon geconfronteerd met een sterk innerlijk conflict. Hij staat voor een dilemma, moet kiezen en maakt de naar de catastrofe (ondergang) leidende verkeerde keuze.

Wat is de kern van de Aristotelische tragedie?

De kern van de zogenaamde Aristotelische tragedie is een moment van inzicht na de beslissende wending of lotswisseleng: de peripeteia (door Joost van den Vondel 'staatverandering' genoemd).

Waaruit blijkt de morele les voor het publiek bij een Aristotelische tragedie?

De morele les voor het publiek blijkt niet zozeer uit monologen, discussies en beschouwende koren, maar uit het handelingsverloop.

Welk verband hadden de beschreven tragedies van P.C. Hooft en Joost van den Vondel met de Republiek?

De beschreven tragedies van P.C. Hooft en Joost van den Vondel spelen in een historische tijd (middeleeuwen) of in de hemel. Toch horen ze duidelijk in de context van de Republiek en de zestiende en zeventiende eeuw. Gysbrecht van Aemstel verwijst naar de glorie en macht van Amsterdam. Lucifer is leider van opstandige engelen. Geeraerdt van Velsen gaat over een opstand tegen een van tirannie beschuldigde landsheer. Dit had voor het publiek in 1613 en de jaren daarna een duidelijke parallel met de opstand tegen de van tirannie beschuldigde Filips II.

Wat was het doel van komisch toneel?

De handelingen en verwikkelingen van komedies en kluchten dienden een moraliserend en didactisch doel. Om de herkenbaarheid te vergroten speelde de handeling zich in het dagelijks leven af.

Wie werden bespot in komisch toneel?

In komisch toneel uit de zeventiende eeuw werden voor het publiek herkenbare typen en ondeugden (bijv. bedrog, overspel, opschepperij, gierigheid, hypocrisie) bespot.

Welk overeenkomst zit er tussen komische toneelstukken en genreschilderijen?

Komische toneelstukken waren in hun opvoedende functie verwant aan genreschilderijen als die van Jan Steen. Beide maakten gebruik van dezelfde humoristisch werkende technieken waarbij alledaagse gebeurtenissen en personages met hun ondeugden centraal stonden.

Hoe kwamen Renaissanceschrijvers in aanraking met de Romeinse komedies?

De Renaissancekomedie ging terug op de Romeinse komedie. De Romeinse komedies (vooral die van Terentius) maakten in de zestiende en zeventiende eeuw onderdeel uit van de lesstof op de zogenaamde Latijnse school. Een Renaissanceschrijver als P.C. Hooft maakte zo als scholier al kennis met de Romeinse komedie.

Hoe omschreef de Romein Cicero de komedie?

De komedie werd door de Romein Cicero omschreven als "navolging van het leven, spiegel van de maatschappij en afbeelding van de werkelijkheid".

Wie waren de personages in een komedie?

De personages in een komedie waren alledaagse mensen met een vaste karaktertrek (bijv. ijdel, gierig, hooghartig of babbelziek).

Wat was het doel van de Romeinse komedie en dus ook voor de komedie in de Republiek?

Het doel van de Romeinse komedie gold ook voor de komedie in de Republiek: onder het lachen de waarheid zeggen. Uitgangspunt was daarbij de kunstopvatting van Horatius van 'prodesse et delectare', kunst als vereniging van het nuttige en het vrolijke (lering en vermaak). Een komedie had vijf bedrijven, was langer dan een klucht en minder platvloers. Een komedie had een happy end.

Waar ging Warenar (1613) van P.C. Hooft en Samuel Coster over?

Warenar (1617) van P.C. Hooft en Samuel Coster is een Renaissancekomedie waarbij de personages een vaste eigenschap hebben. De komedie was duidelijk moralistisch bedoeld en verwoordde een moraal van gewenst burgerlijk gedrag. In het stuk was het plan dat de dochter van Warnar, Claertje, eerst ging trouwen met een veel oudere man, Rijckert, maar uiteindelijk is dat niet doorgegaan en trouwde Claertje met de vader van haar kind die haar leeftijd was, genaamd Ritsert. In de Republiek wees men een huwelijk tussen mensen van ongelijke leeftijd af.


Wat wordt bedoeld met het renaissancistische imitatioprincipe?

Warenar is ook een voorbeeld van het renaissancistische imitatioprincipe. In de Renaissance beschouwden schrijvers het als eervol om beroemde voorbeelden in eigen bewerking te presenteren. De bron voor Warenar is de Romeinse komedie Aulularia van Plautus (ca. 200 v. Chr.). Hooft en Coster vertaalden en bewerkten dit stuk voor Amsterdamse toeschouwers door het in een zeer herkenbaar zeventiende-eeuws Amsterdam te laten spelen.

Wat was de functie van Bredero's Spaanschen Brabander?

Bredero's Spaanschen Brabander functioneerde voor het publiek als een maatschappelijke spiegel. De toneelpersonages bespraken bijv. toenmalige actuele problemen als de komst van veel immigranten naar Amsterdam.

Wat voor personages zitten er in kluchten?

Ook de personages van kluchten waren vaste voorspelbare figuren die onbeschaafd waren en ongewenst gedrag vertoonden: stereotiepe domme boeren, wellustige mannen en oplichters.

Welke vaste thematiek hadden kluchten?

Kluchten hadden een vaste thematiek als bedrog of overspel.

Wat waren twee oorzaken die ervoor zorgden dat kluchtpersonages het spoor bijster raakten?

Kluchtpersonages raakten door eigen hartstochten of door list en bedrog van anderen het spoor bijster.

Wat zijn de twee bekende zeventiende-eeuwse kluchten van G.A. Bredero?

Klucht van de koe (1612) en Klucht van de Meulenaer (1613) van G.A. Bredero zijn bekende zeventiende-eeuwse kluchten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo